Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Ze maakte „in haar hart gevolgtrekkingen”

Ze maakte „in haar hart gevolgtrekkingen”

Volg hun geloof na

Ze maakte „in haar hart gevolgtrekkingen”

MARIA ging moeizaam verzitten op het kleine lastdier. Ze reed nu al uren. Vlak voor haar liep Jozef gestaag door. Hij leidde hen langs de weg die naar het verre Bethlehem voerde. Maria voelde opnieuw hoe het leven in haar zich roerde.

Maria was nu bijna uitgerekend. De Bijbel zegt dat ze „hoogzwanger” was (Lukas 2:5). Terwijl het echtpaar het ene veld na het andere passeerde, keken enkelen van de boeren die aan het ploegen of zaaien waren, misschien op van hun werk en vroegen zich af waarom een vrouw in haar toestand op reis was gegaan. Wat bracht Maria zo ver van haar huis in Nazareth?

Het was allemaal maanden daarvoor begonnen, toen deze jonge Joodse vrouw een taak had gekregen die uniek was in de menselijke geschiedenis. Ze moest het kind ter wereld brengen dat de Messias, de Zoon van God, zou worden! (Lukas 1:35) Toen de tijd voor de geboorte naderde, moesten ze opeens deze reis maken. Tijdens de reis werd Maria’s geloof herhaaldelijk op de proef gesteld. Laten we eens zien wat haar hielp geestelijk sterk te blijven.

De tocht naar Bethlehem

Jozef en Maria waren niet de enigen die onderweg waren. Caesar Augustus had kort daarvoor verordend dat er in het hele land een inschrijving zou plaatsvinden, en mensen moesten op reis naar hun geboorteplaats om zich daar te laten inschrijven. Hoe reageerde Jozef? Het verslag zegt: „Natuurlijk trok ook Jozef op van Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea, naar Davids stad, welke Bethlehem wordt genoemd, omdat hij een lid van het huis en de familie van David was.” — Lukas 2:1-4.

Het was geen toeval dat Caesar zijn verordening juist op dat tijdstip uitvaardigde. In een profetie die zo’n zeven eeuwen voordien was opgetekend, was voorzegd dat de Messias in Bethlehem geboren zou worden. Nu lag er een stad Bethlehem op iets meer dan tien kilometer van Nazareth. Maar de profetie zei specifiek dat de Messias uit „Bethlehem Efratha” zou voortkomen (Micha 5:2). Met de huidige wegen moet iemand vanuit Nazareth zo’n 150 kilometer over heuvelig terrein afleggen om dat dorpje in het zuiden te bereiken. Jozef moest zich daar laten inschrijven, omdat dat het voorvaderlijk huis van de familie van koning David was, de familie waartoe zowel Jozef als zijn bruid behoorde.

Stond Maria achter Jozefs beslissing? Het zou voor haar immers een zware tocht worden. Het was waarschijnlijk vroeg in de herfst, dus kon het lichtjes gaan regenen omdat het droge seizoen bijna voorbij was. Bovendien staat er niet voor niets dat Jozef ’van Galilea optrok’. Bethlehem lag op een heuvel, ruim 750 meter boven de zeespiegel: een hele klim, een moeizaam laatste staartje van een reis van meerdere dagen. De reis zou weleens langer kunnen duren dan normaal, want vanwege Maria’s conditie zouden ze waarschijnlijk vaker moeten rusten. Een jonge vrouw in haar omstandigheden zou er meer dan ooit naar verlangen dicht bij huis te blijven, waar haar familie en vrienden klaarstonden om haar te helpen als de weeën begonnen. Ongetwijfeld was er moed nodig om die tocht te ondernemen.

Niettemin schrijft Lukas dat Jozef zich liet „inschrijven samen met Maria”. Hij merkt ook op dat Maria „hem [Jozef], zoals beloofd, ten huwelijk was gegeven” (Lukas 2:4, 5). Dat ze Jozefs vrouw was, maakte veel verschil. Maria bezag haar man als haar hoofd en ze schikte zich van harte in haar door God gegeven rol als zijn hulp door de beslissingen die hij nam te ondersteunen. * Ze toonde in dit geval dus haar geloof door gewoon te gehoorzamen.

Wat kan Maria er nog meer toe hebben aangezet te gehoorzamen? Kende ze de profetie over Bethlehem als de geboorteplaats van de Messias? De Bijbel zegt daar niets over. Maar het zou heel goed kunnen, want blijkbaar was het onder religieuze leiders en zelfs onder de mensen in het algemeen een bekend feit (Mattheüs 2:1-7; Johannes 7:40-42). Maria was niet onbekend met de Schriften (Lukas 1:46-55). Hoe het ook zij, of Maria nu besloot mee te gaan uit gehoorzaamheid aan haar man, aan een regeringsverordening of aan een profetie van Jehovah zelf — of een combinatie daarvan — ze gaf een geweldig voorbeeld. Jehovah waardeert het enorm als iemand, of dat nu een man of een vrouw is, nederig en gehoorzaam is. In onze tijd, waarin onderworpenheid niet bepaald als een deugd wordt bezien, is Maria een lichtend voorbeeld voor gelovige mensen over de hele wereld.

De geboorte van Christus

Maria moet een zucht van verlichting hebben geslaakt toen ze Bethlehem in het oog kreeg. Het is heel goed mogelijk dat terwijl zij en Jozef de heuvels beklommen en aan olijfbosjes voorbijtrokken (olijven behoorden tot de laatste vruchten die geoogst werden), ze over de geschiedenis van dit dorpje hebben nagedacht. Het was te onbeduidend om tot de steden van Juda gerekend te worden, precies zoals de profeet Micha had gezegd, maar het was wel de geboorteplaats van Boaz, Naomi en later ook van David, allemaal ruim duizend jaar voor hun tijd.

Het was druk in het dorp. Er waren al zo veel mensen aangekomen om zich te laten inschrijven dat er voor Maria en Jozef in het gastenverblijf geen plaats meer was. * Er zat niets anders op dan de nacht in een stal door te brengen. We kunnen ons indenken hoe bezorgd Jozef was toen hij zag dat zijn vrouw een aanval van pijn kreeg zoals ze die nog nooit had gehad. De aanvallen werden daarna alleen maar heviger. Uitgerekend hier begonnen de weeën.

Vrouwen uit alle windstreken kunnen met Maria meevoelen. Zo’n vierduizend jaar voordien had Jehovah voorzegd dat vrouwen als gevolg van de overgeërfde zonde voortaan pijn zouden hebben bij de bevalling (Genesis 3:16). Uit niets blijkt dat Maria daarop een uitzondering was. Lukas’ verslag hult zich wat dat betreft in een discreet zwijgen en zegt eenvoudig: „Zij baarde haar zoon, de eerstgeborene” (Lukas 2:7). Het was inderdaad haar „eerstgeborene”, het eerste van een hele rits kinderen — op zijn minst zeven — die Maria kreeg (Markus 6:3). Dit kind zou echter anders zijn dan de rest. Hij was niet alleen Maria’s eerstgeborene, hij was ook Jehovah’s „eerstgeborene van heel de schepping”, de eniggeboren Zoon van God! — Kolossenzen 1:15.

Op dit punt voegt het verslag een beroemd geworden detail toe: „Zij . . . bond hem in windsels van doeken en legde hem in een kribbe” (Lukas 2:7). In kerstspelen, op schilderijen en in kerststallen over de hele wereld wordt dit tafereel geromantiseerd. Maar de werkelijkheid was verre van romantisch. Een kribbe is een voederbak waaruit de dieren op een boerderij eten. Het gezin logeerde dus in een stal, een plek die niet echt bekendstaat om zijn gezonde lucht of goede hygiëne, toen niet en nu niet. En wees eens eerlijk, welke ouder zou zo’n plek uitkiezen voor een bevalling als hij of zij de keus had? De meeste ouders willen het beste voor hun kinderen. Dan wilden Maria en Jozef dat zeker voor de Zoon van God!

Ze lieten echter niet toe dat hun benarde situatie hen van hun vreugde beroofde. Ze maakten er naar omstandigheden het beste van. Merk bijvoorbeeld op dat Maria zelf voor haar baby zorgde door hem stevig in doeken te wikkelen en hem daarna voorzichtig in de voederbak te slapen te leggen. Zo zou hij warm en veilig zijn. Wat Maria beslist niet wilde, was zich zo druk maken om haar eigen situatie dat ze vergat haar kind het beste te geven. Bovendien wisten zij en Jozef allebei dat het vooral belangrijk was dat ze in geestelijk opzicht voor dit kind zorgden (Deuteronomium 6:6-8). Verstandige ouders in deze tijd stellen dezelfde prioriteiten terwijl ze hun kinderen in deze geestelijk verarmde wereld grootbrengen.

Aanmoedigend bezoek

Het vredige tafereel werd abrupt verstoord toen er herders binnenstormden die het gezin en vooral de baby wilden zien. De mannen liepen over van enthousiasme en hun gezichten glommen van vreugde. Ze hadden zich vanuit de heuvels waar ze met hun kudden verbleven, hierheen gehaast. * Ze vertelden de verbaasde ouders over de fantastische ervaring die ze vlak daarvoor gehad hadden. Midden in de nacht was hun op de heuvel opeens een engel verschenen. Jehovah’s heerlijkheid had hen allen omschenen, en de engel had hun verteld dat de Christus of Messias zojuist in Bethlehem geboren was. Ze zouden het kind daar in doeken gewikkeld in een voederbak aantreffen. Daarna was er iets nog spectaculairders gebeurd: er was een machtig engelenkoor verschenen dat Jehovah’s heerlijkheid bezongen had!

Geen wonder dat die nederige mannen zich naar Bethlehem hadden gehaast! Ze moeten opgetogen zijn geweest toen ze daar een pasgeboren baby aantroffen die er precies zo bij lag als de engel had beschreven. Ze hielden dat goede nieuws niet voor zichzelf. ’Ze maakten bekend’ wat hun over het jonge kind gezegd was en „allen die het hoorden, stonden verwonderd over hetgeen hun door de herders werd verteld” (Lukas 2:17, 18). Waarschijnlijk keken de religieuze leiders van die tijd neer op herders. Maar Jehovah had duidelijk waardering voor die nederige, gelovige mannen. Welke uitwerking had dit bezoek echter op Maria?

Maria moet nog uitgeput geweest zijn van de bevalling, maar ze luisterde aandachtig naar alles wat er gezegd werd. En ze deed meer: „Maria bewaarde voorts al deze woorden, terwijl zij in haar hart gevolgtrekkingen maakte” (Lukas 2:19). Ze was echt iemand die nadacht. Ze wist dat die boodschap van de engel van groot belang was. Haar God, Jehovah, wilde dat ze de identiteit van haar zoon kende en besefte hoe belangrijk hij was. Ze luisterde dus niet alleen. Ze bewaarde de woorden in haar hart, zodat ze er in de komende maanden en jaren steeds weer over kon nadenken. Dat was een belangrijke bouwsteen voor het geloof dat ze haar hele leven aan de dag heeft gelegd.

Zult u Maria’s voorbeeld volgen? Jehovah heeft de bladzijden van zijn Woord laten vullen met uiterst belangrijke geestelijke waarheden. Maar we hebben pas iets aan die waarheden als we er aandacht aan schenken. Dat doen we door geregeld de Bijbel te lezen, niet louter als een literair meesterwerk maar als het geïnspireerde Woord van God (2 Timotheüs 3:16). Daarna moeten we die woorden net als Maria in ons hart bewaren en ’gevolgtrekkingen maken’. Als we mediteren over wat we in de Bijbel gelezen hebben en nadenken over manieren waarop we Jehovah’s raad nog beter kunnen toepassen, geven we ons geloof de voeding die het nodig heeft om te groeien.

Nog meer woorden om te bewaren

Op de achtste dag na de geboorte lieten Maria en Jozef de baby besnijden, zoals de mozaïsche wet voorschreef, en ze noemden hem zoals hun gezegd was, Jezus (Lukas 1:31). Later, op de veertigste dag, brachten ze hem vanuit Bethlehem naar de tempel in Jeruzalem, een paar kilometer verderop, waar ze de reinigingsoffers aanboden die arme mensen volgens de Wet mochten brengen: twee tortelduiven of twee jonge duiven. Zo ze zich al schaamden omdat ze minder gaven dan de ram en de tortelduif die andere ouders zich konden veroorloven, dan zetten ze zich over die gevoelens heen. Ze kregen in ieder geval een krachtige aanmoediging toen ze daar waren. — Lukas 2:21-24.

Simeon, een bejaarde man, kwam naar hen toe en sprak nog meer woorden die Maria in haar hart kon bewaren. Er was hem beloofd dat hij voor zijn dood de Messias zou zien, en Jehovah’s heilige geest gaf hem te kennen dat de kleine Jezus de voorzegde Redder was. Ook waarschuwde Simeon Maria voor de pijn die ze op een dag te verduren zou krijgen. Hij zei dat het zou voelen alsof een lang zwaard haar doorboorde (Lukas 2:25-35). Zelfs die woorden, hoe onheilspellend ook, kunnen Maria geholpen hebben te volharden toen die moeilijke episode in haar leven ruim dertig jaar later aanbrak. Na Simeon kreeg een profetes, Anna, de kleine Jezus in het oog, en zij begon tegen iedereen die de hoop op Jeruzalems bevrijding koesterde over hem te spreken. — Lukas 2:36-38.

Het was duidelijk een goede beslissing van Jozef en Maria geweest om hun baby mee te nemen naar Jehovah’s huis in Jeruzalem! Daarmee gaven ze hun zoon een goede start voor de rest van zijn leven, waarin hij trouw Jehovah’s tempel zou blijven bezoeken. In de tempel gaven ze Jehovah het beste wat ze te bieden hadden en ontvingen ze instructies en woorden van aanmoediging. Maria verliet de tempel die dag beslist met een sterker geloof en met een hart vol geestelijke waarheden om over te mediteren en om met anderen te delen.

Het is een prachtig gezicht als ouders in deze tijd dat voorbeeld volgen. Ouders die Getuigen van Jehovah zijn, nemen hun kinderen trouw mee naar christelijke vergaderingen. Ze doen wat ze kunnen in Jehovah’s dienst en hebben een bemoedigend woord voor hun geloofsgenoten. Ze gaan opgebouwd en gesterkt weer naar huis, vol goede dingen om met anderen te delen. Jehovah’s Getuigen nodigen ook u van harte uit voor hun vergaderingen. Als u op de uitnodiging ingaat, zult u merken dat uw geloof, net als dat van Maria, steeds krachtiger wordt.

[Voetnoten]

^ ¶10 Let eens op het verschil tussen dit gedeelte en de beschrijving van een eerdere reis, waar staat dat ’Maria opstond’ om Elisabeth te bezoeken (Lukas 1:39). Toen was Maria als een verloofde maar nog niet getrouwde vrouw misschien op reis gegaan zonder dat met Jozef te bespreken. Na hun trouwen wordt hun gezamenlijke reis als Jozefs reis beschreven, niet als die van Maria.

^ ¶14 In die tijd stelde elke stad een gemeenschappelijke ruimte ter beschikking om reizigers en voorbijtrekkende karavanen onderdak te bieden.

^ ¶19 Dat die herders op dat tijdstip met hun kudden buitenshuis verbleven, bevestigt wat de Bijbelse chronologie te kennen geeft: dat de geboorte van Christus niet in december heeft plaatsgevonden, wanneer de kudden dichter bij huis de nacht doorbrachten, maar ergens begin oktober.

[Illustratie op blz. 25]

Simeon kreeg het voorrecht de voorzegde Redder te zien