Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wist u dit?

Wist u dit?

Wist u dit?

Waarom sprak Jezus Jehovah in gebed aan met „Abba, Vader”?

Het Aramese woord ʼabbaʼ kan „de vader” of „o Vader” betekenen. Alle drie de keren dat het woord in de Bijbel voorkomt, maakt het deel uit van een gebed en wordt het gebruikt met betrekking tot de hemelse Vader, Jehovah. Wat ligt er in het woord opgesloten?

In The International Standard Bible Encyclopedia wordt gezegd: „In de spreektaal van Jezus’ tijd werd ʼabbāʼ voornamelijk door kinderen voor hun vader gebruikt als uiting van informele vertrouwelijkheid en eerbied.” Het was een vertrouwelijke aanspreekvorm en een van de eerste, vertederende woorden die een kind leerde. Jezus gebruikte het woord in een bijzonder vurige smeekbede tot zijn Vader. In de hof van Gethsemané, slechts enkele uren voor zijn dood, richtte Jezus zich in gebed tot Jehovah met de woorden „Abba, Vader” (Markus 14:36).

„ʼAbbāʼ als aanspreekvorm voor God is uiterst ongebruikelijk in de Joodse literatuur uit de Grieks-Romeinse tijd, ongetwijfeld omdat het oneerbiedig geleken zal hebben God zo vertrouwelijk aan te spreken”, vervolgt het bovengenoemde naslagwerk. Maar „dat Jezus in gebeden dit woord (...) gebruikte, is een indirecte bekrachtiging van zijn bijzondere aanspraak op een nauwe band met God”. De andere twee keren dat „Abba” in de Bijbel voorkomt — beide keren in een brief van de apostel Paulus — duiden erop dat de christenen uit de eerste eeuw het ook in hun gebeden gebruikten (Romeinen 8:15; Galaten 4:6).

Waarom is een deel van de Bijbel in het Grieks geschreven?

„De heilige uitspraken Gods” werden aan de Joden toevertrouwd, verklaarde de apostel Paulus (Romeinen 3:1, 2). Daarom werd het eerste deel van de Bijbel hoofdzakelijk in het Hebreeuws, de taal van de Joden, geschreven. Maar de christelijke Geschriften werden in het Grieks geschreven. * Waarom?

In de vierde eeuw voor onze jaartelling spraken de soldaten die onder Alexander de Grote dienden verscheidene dialecten van het klassieke Grieks, die zich aan het vermengen waren tot de Koinè of het algemene Grieks. Alexanders veroveringen droegen ertoe bij dat de Koinè de internationale taal van die tijd werd. Tegen de tijd van die veroveringen waren de Joden zeer verspreid geraakt. Velen waren nooit naar Palestina teruggekeerd uit hun Babylonische ballingschap, waaraan eeuwen voordien een eind was gekomen. Het gevolg was dat veel Joden uiteindelijk het zuivere Hebreeuws niet meer beheersten en in plaats daarvan Grieks spraken (Handelingen 6:1). Ten behoeve van hen werd de Septuaginta vervaardigd, een vertaling van de Hebreeuwse Geschriften in de Koinè of het algemene Grieks.

In de Dictionnaire de la Bible wordt opgemerkt dat geen enkele andere taal „de rijkdom, de flexibiliteit en het universele en internationale karakter van het Grieks” bezat. Met zijn uitgebreide en nauwkeurige woordenschat, zijn gedetailleerde grammatica en zijn werkwoorden die treffend subtiele betekenisnuances weergaven, was het „een communicatietaal, een taal voor het verspreiden en doorgeven van informatie: precies de taal die het christendom nodig had”. Is het dan niet terecht dat het Grieks de taal was waarin de christelijke boodschap werd opgetekend?

[Voetnoot]

^ ¶7 Kleine gedeelten van de Hebreeuwse Geschriften zijn in het Aramees geschreven. Het evangelie van Mattheüs werd blijkbaar eerst in het Hebreeuws geschreven en is mogelijk daarna door Mattheüs zelf in het Grieks vertaald.

[Illustratie op blz. 13]

Fragment van een handschrift van de Griekse Septuaginta

[Verantwoording]

Courtesy of Israel Antiquities Authority