Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoe een succesvolle zendeling te zijn

Hoe een succesvolle zendeling te zijn

126ste Gileadgraduatie

Hoe een succesvolle zendeling te zijn

IN HET Wachttoren-Onderwijscentrum in Patterson (New York) was een enthousiaste menigte bijeengekomen voor een bijzondere gelegenheid. Op zaterdag 14 maart 2009 was het graduatiedag voor de 126ste klas van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead. De afgestudeerden zouden al gauw naar 22 landen worden uitgezonden om er het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken (Mattheüs 24:14).

De studenten hadden net een intensieve, vijf maanden durende cursus van Bijbelstudie voltooid, bedoeld om hen te helpen succesvolle christelijke zendelingen te worden. De graduatiedag was voor hen de laatste gelegenheid om als klas te luisteren naar wijze raad over het bereiken van dat doel.

De Gileadschool is in 1943 met het opleiden van zendelingen begonnen, vertelde Anthony Morris, een lid van het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen, die de programmavoorzitter was. Sindsdien hebben de afgestudeerden een enorme impact gehad op de wereldwijde prediking.

De spreker merkte op dat de schriftgeleerden en farizeeën weliswaar op Jezus’ apostelen neerkeken als ’ongeleerd en onwetend’, maar dat zij moesten toegeven dat de apostelen zo vrijmoedig waren doordat ze met Jezus waren geweest (Handelingen 4:13, King James Version). De opleiding die de studenten hebben ontvangen, stelt hen in staat vrijmoedig te zijn.

„Wees geen aannemer van gezichten” was het thema dat Robert Ciranko, die het Schrijverscomité van het Besturende Lichaam assisteert, besprak. Hij wees erop dat de studenten weldra mensen met heel verschillende culturen en gebruiken zullen ontmoeten. Toch zal het geen probleem zijn tot hen te prediken als de studenten Jehovah’s instelling overnemen. Volgens een letterlijke weergave van Handelingen 10:34 is God „geen aannemer van gezichten”, wat wil zeggen dat hij het ene gezicht niet prefereert boven het andere. ’God is niet partijdig’ (Handelingen 10:35). „Door Gods instelling over te nemen en iedereen in je toewijzing als potentieel aanvaardbaar voor God te beschouwen, zullen jullie beslist succesvol zijn als zijn zendelingen”, zei broeder Ciranko.

„Jullie hebben wat er nodig is”

„Sommigen vinden de kameel een lelijk dier,” begon Samuel Herd, een lid van het Besturende Lichaam, „maar het is volmaakt geschikt voor het leven in de woestijn.” Zo hebben ook de nieuwe zendelingen alles wat er nodig is om succesvol te zijn in het hun toegewezen gebied. Vijf dingen zullen hen helpen.

1. Liefde voor Jehovah (Mattheüs 22:37, 38). De studenten hebben al getoond dat ze vastbesloten zijn Jehovah te dienen.

2. Opgeslagen kennis van Gods Woord. Een kameel slaat voedsel op in het vet van zijn bult. Toch zal hij niet vanwege die noodvoorraad stoppen met eten. In dezelfde zin moeten zendelingen niet enkel vertrouwen op de informatie die ze tijdens de Gileadschool hebben geleerd, maar moeten ze zich geestelijk blijven voeden.

3. Liefde voor mensen (Mattheüs 22:39). De studenten hebben mededogen met mensen.

4. Een bereidwillige geest (Psalm 110:3). Als de energie van een zendeling flink wordt aangesproken, schenkt Jehovah volledige sterkte in overvloed (Jesaja 40:29).

5. Jeugdige kracht. Net zoals een kameel zijn berijder door een woestijn draagt, kan een zendeling een medechristen moeten ’dragen’ die in geestelijke moeilijkheden verkeert. Dat vergt veel energie, maar de zendelingen bezitten jeugdige kracht.

Andere onderdelen van het programma

Tot de delicatessen die Jakob als geschenk naar een Egyptische heerser stuurde, behoorden amandelen, vertelde Michael Burnett, een leraar van de Gileadschool (Genesis 43:11). Amandelen zijn niet groot maar hebben veel voedingswaarde. De studenten hebben tijdens hun cursus heel wat figuurlijke amandelen verorberd. De lessen die ze moeten meenemen, zijn onder andere: wees tevreden met Jehovah’s voorzieningen en leer van je nieuwe omgeving houden.

Mark Noumair, ook een leraar van de Gileadschool, legde uit dat Gods Woord als het ware „een buidel met wijsheid” is (Job 28:18). We moeten die buidel openen en de inhoud ervan gebruiken. Als de zendingsdienst niet blijkt te zijn wat de studenten ervan hadden verwacht, zouden ze aan de apostel Paulus kunnen denken. Jezus’ discipelen stuurden hem voor negen jaar naar zijn geboortestad. In plaats van te redeneren dat hij als „een uitverkoren vat” elders zou moeten dienen, werkte Paulus hard, waar hij ook was (Handelingen 9:15, 28-30). Het respecteren van Jehovah’s keuzes kan een uitdaging vormen. Nog iemand die dat deed, was Jonathan. In het besef dat David Jehovah’s uitverkoren koning was, was Jonathan graag bereid hem te steunen.

In het aandeel „Gods dienstknechten spreken vrijmoedig” speelden de studenten ervaringen na die ze tijdens hun cursus hadden opgedaan in de prediking. Velen van hen waren een Bijbelstudie begonnen. In de volgende presentatie, „Voorbereid door Jehovah’s organisatie”, werden drie ervaren zendelingen geïnterviewd. Ze zetten alle drie uiteen hoe ze waren opgeleid om met Gods organisatie samen te werken.

„Wees een gelukkige zendeling”

Gerrit Lösch, ook een lid van het Besturende Lichaam, presenteerde vervolgens het voornaamste programmaonderdeel: „Wees een gelukkige zendeling”. Hij merkte op dat veel activiteiten die ’leuk’ worden gevonden, niet echt gelukkig maken (Spreuken 14:13; Prediker 2:10, 11). Blijvend geluk spruit voort uit het doen van Gods wil, ook al is dat niet altijd gemakkelijk. De Gileadcursus betekende hard werken maar schonk veel voldoening.

Er zijn verscheidene dingen die aan het geluk van ware christenen bijdragen. Ze aanbidden de gelukkige God (Psalm 33:12; 1 Timotheüs 1:11). Ze bevinden zich in een geestelijk paradijs, en de Bijbel belooft dat de aarde weldra een letterlijk paradijs zal zijn. Ze hebben de zin van het leven gevonden: Jehovah dienen en hem loven. Bovendien hebben Jehovah en Jezus hen lief.

„Je zult een gelukkige zendeling zijn”, vervolgde de spreker, „als je leert tevreden te zijn.” Anderen liefhebben en door hen bemind worden, is nog een ingrediënt van geluk. Bedek dus de fouten van anderen in plaats van erbij stil te staan. Doe anderen goed, help de zwakken, maak hen deelgenoot van mooie ervaringen (Psalm 41:1, 2; Handelingen 20:35). Druk bezig zijn met de prediking maakt je gelukkig (Lukas 11:28).

„Ga verder als een gelukkige zendeling”, zei broeder Lösch tot slot. „Er is niets mis met een bescheiden mate van plezier, maar concentreer je op het loven van onze gelukkige God, Jehovah, en op het gelukkig maken van vele anderen.”

Na groeten uit een aantal landen overgebracht te hebben, overhandigde Anthony Morris de studenten hun diploma. Daarna las een vertegenwoordiger van de 126ste klas een brief aan het Besturende Lichaam voor. Daarin hadden de studenten hun dankbaarheid voor het doorlopen van de Gileadschool verwoord.

In zijn besluit merkte de voorzitter op dat de „gewrichten en gewrichtsbanden” die een lichaam bijeenhouden, lijken op de middelen en regelingen die „de getrouwe en beleidvolle slaaf” gebruikt om Jehovah’s volk van voedsel en leiding te voorzien (Kolossenzen 2:18, 19; Mattheüs 24:45). Als de Gileadafgestudeerden volledig samenwerken met Gods aangestelde vertegenwoordigers, zullen ze erin slagen hun bediening ten volle te volbrengen (2 Timotheüs 4:5).

[Kader op blz. 30]

STATISTIEK VAN DE KLAS

Aantal vertegenwoordigde landen: 6

Aantal landen waaraan toegewezen: 22

Aantal studenten: 56

Aantal echtparen: 28

Gemiddelde leeftijd: 32,8

Gemiddeld aantal jaren in de waarheid: 17,9

Gemiddeld aantal jaren in de volletijddienst: 13,5

TOEWIJZINGEN VAN DE KLAS

De afgestudeerden zijn toegewezen aan Benin, Bolivia, Bulgarije, Burkina Faso, Costa Rica, Ghana, Guatemala, Honduras, Kameroen, Kenia, Liberia, Madagaskar, Mozambique, Nicaragua, Oeganda, Panama, Paraguay, Peru, Roemenië, Sierra Leone, Togo en Zuid-Afrika.

[Illustratie op blz. 31]

126ste klas van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead

De rijen zijn genummerd van voor naar achter en de namen staan per rij van links naar rechts vermeld.

(1) K. Kirchhoff; C. Nichols; Y. Guzmán; H. Coil; O. Becker; A. De Simone (2) A. Manzanares; E. Bouvier; J. Peddle; H. Mason; J. Braz (3) J. Lee; A. Forte; T. Boucher; A. Marsh; S. Leighton; M. Glover (4) H. Kambach; T. Jones; A. Ferreira; J. Morales; S. Chicas; B. Davis; E. Dormanen (5) B. Dormanen; J. Nichols; T. Pacho; L. Titmas; E. Bouvier; A. Kirchhoff (6) G. Leighton; A. Pacho; B. Van Campen; A. Manzanares; A. Rivard; Y. Lee; L. Titmas (7) M. Boucher; K. Coil; C. Marsh; J. Guzmán; W. Jones; J. Kambach (8) A. Glover; G. Ferreira; E. Mason; D. Forte; N. Davis; O. Chicas; Y. Rivard (9) D. Braz; D. Van Campen; A. Morales; M. De Simone; M. Becker; D. Peddle