Veelgestelde vragen

Moet ik me bij een religieuze groepering aansluiten?

▪ Bent u huiverig om u bij een religieuze groepering aan te sluiten, omdat u geschokt bent door de huichelarij en verdeeldheid van kerkgangers en zelfs geestelijken? Dan geeft dit Franse spreekwoord uw gevoelens waarschijnlijk goed weer: „Wie dicht bij de kerk is, is vaak ver van God.”

Misschien hebt u eerbied voor de Bijbel en vindt u dat overheden en afzonderlijke personen iemands recht om tot een religieuze groepering te behoren, moeten respecteren. Maar u zou u kunnen afvragen: zegt God eigenlijk wel dat mensen die hem op een aanvaardbare manier willen aanbidden, tot een georganiseerde religie moeten behoren?

Het antwoord is kortweg ja. Waarom kunnen we daar zo stellig in zijn? En is elke religieuze organisatie aanvaardbaar voor God?

Kijk eens naar Jezus’ voorbeeld. Behoorde hij tot een georganiseerde religie? Toen hij jong was, ging hij elk jaar met zijn Joodse familie en anderen naar de tempel in Jeruzalem om God daar in georganiseerd verband te aanbidden (Lukas 2:41-43). Als volwassen man nam Jezus samen met zijn mede-Joden deel aan de aanbidding in de plaatselijke synagoge (Lukas 4:14-16). Toen hij met een vrouw van een andere religie sprak, zei hij: „Wij aanbidden wat wij kennen” (Johannes 4:22). Hier maakte Jezus zich duidelijk bekend als behorend tot de joodse religie.

Later zei Jezus dat aangezien de Joden hem als natie verwierpen, God hun verdorven vorm van aanbidding zou verwerpen (Mattheüs 23:33–24:2). Hij gaf echter te kennen dat degenen die God op een aanvaardbare manier willen aanbidden, tot een georganiseerde groep moeten behoren. Hij zei tegen zijn volgelingen: „Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt” (Johannes 13:35). Een discipel van Christus die niet met zijn geloofsgenoten omgaat, kan moeilijk liefde voor hen tonen. Jezus zei onomwonden dat er op het gebied van religie maar twee wegen zijn. De ene beschreef hij als een ’brede en wijde’ weg die „naar de vernietiging voert”. Over de andere zei hij: „Nauw is de poort en smal de weg die naar het leven voert, en weinigen zijn er die hem vinden” (Mattheüs 7:13, 14).

Het is dus duidelijk dat niet elke religie voor God aanvaardbaar is. De Bijbel waarschuwt dat we ons niet moeten aansluiten bij mensen ’die de schijn van vroomheid ophouden, maar het wezen ervan verloochenen’, en zegt vervolgens: „Houdt zulke mensen op een afstand” (2 Timotheüs 3:5, Willibrordvertaling). Anderzijds hebben we er veel baat bij degenen te vinden die op de weg naar eeuwig leven lopen, en ons bij hen aan te sluiten. Dan krijgen we aanmoediging en steun en hebben we een schitterende hoop voor de toekomst (Hebreeën 10:24, 25).

Hoe kunt u te weten komen welke religieuze groepering op die smalle weg loopt? Wij moedigen u aan de Bijbelse antwoorden te bekijken in hoofdstuk 15 van het boek Wat leert de bijbel echt? * Die zullen u helpen weloverwogen te kiezen bij welke religieuze groepering u zich moet aansluiten.

[Voetnoot]