„Dit is jullie dag”
129ste Gileadgraduatie
„Dit is jullie dag”
OP 11 september 2010 kwamen bijna achtduizend personen bij elkaar voor een speciale gebeurtenis: de graduatie van de 129ste klas van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead. „Dit is jullie dag”, zei Samuel Herd van het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen tegen de studenten. „En wij delen in jullie vreugde!”
„Het horende oor”
Broeder Herd, de eerste spreker, zei in zijn lezing dat alle christenen een goed gebruik moeten maken van „het horende oor” door aandacht te besteden aan Gods Woord (Spreuken 20:12). „Je hebt de afgelopen maanden goed naar Jehovah geluisterd,” zei hij, „en dat zul je tot in alle eeuwigheid blijven doen.”
Hoe kunnen nieuwe zendelingen hun oren goed gebruiken? „Door ze af te stemmen op het Woord van God”, zei de spreker. Hij voegde eraan toe: „Veel van wat vandaag gezegd zal worden, zal je helpen je voor te bereiden op je werk als zendeling de komende jaren.”
„Vertrouw met heel je hart op Jehovah”
Over dit interessante thema sprak Gerrit Lösch, een lid van het Besturende Lichaam. Hij haalde allerlei gelegenheden aan waarbij Gods aanbidders, zowel in de oudheid als in deze tijd, vertrouwen in Jehovah hebben getoond.
Zo moeten ook zendelingen „vertrouwen tonen in verband met hun toewijzing”, legde hij uit. „Je vraagt je misschien af: Zal ik een nieuwe taal kunnen leren? Zal ik me aan een nieuwe cultuur kunnen aanpassen? Zal ik goed met heimwee kunnen omgaan?” Het antwoord: „Vertrouw op Jehovah.”
Broeder Lösch las ook Spreuken 14:26 voor, waar staat: „In de vrees voor Jehovah ligt een sterk vertrouwen.” Ons vertrouwen in Jehovah zal groeien als we nadenken over de vele manieren waarop hij ons heeft gezegend.
De Bijbel zegt dat iemand die op Jehovah vertrouwt „stellig [zal] worden als een boom geplant bij de wateren, die zijn wortels uitslaat vlak bij de waterloop; en hij zal het niet zien wanneer er hitte komt, maar zijn loof zal werkelijk welig blijken te zijn” (Jeremia 17:7, 8).
De boodschap is duidelijk. „Wat er ook gebeurt,” zei de spreker, „je moet op Jehovah vertrouwen.”
„Volg de getrouwe engelen na”
Dat was het thema van de lezing van Stephen Lett, een lid van het Besturende Lichaam. De engelen zijn een geweldig voorbeeld voor ons. „Alles wat de Bijbel over hen onthult, is het navolgen waard”, zei broeder Lett. Daarna noemde hij vier eigenschappen waarin we hen zouden moeten navolgen: hun volharding, hun nederigheid, hun behulpzaamheid en hun getrouwheid.
De Bijbel vertelt dat een engel 21 dagen lang weerstand bood aan ’de vorst van Perzië’, een machtige demon (Daniël 10:13). Die engel toonde volharding. Ook christenen moeten strijden tegen de „goddeloze geestenkrachten” (Efeziërs 6:12). „Vecht ervoor om je van je taak te blijven kwijten”, zei de spreker.
Toen Manoah, de vader van Simson, aan een engel vroeg hoe hij heette, weigerde die hem dat te vertellen. Die engel toonde nederigheid (Rechters 13:17, 18). Broeder Lett zei tegen de studenten: „Wanneer iemand je probeert op te hemelen, leid dan nederig de aandacht van jezelf af en geef Jehovah en zijn organisatie de eer” (1 Korinthiërs 4:7).
Toen Jezus kort voor zijn dood in de hof van Gethsemané was, „verscheen hem een engel uit de hemel, die hem sterkte” (Lukas 22:43). Die engel toonde behulpzaamheid. „Probeer serieus te bepalen wat de echte behoeften in je zendingstoewijzing zijn,” zei de spreker, „en probeer dan met Jehovah’s hulp in die behoeften te voorzien.”
Omdat slechts een minderheid van de engelen zich bij Satans opstand heeft aangesloten, kunnen we zeggen dat de overgrote meerderheid van deze hemelse schepselen schitterende voorbeelden van getrouwheid zijn (Openbaring 12:4).
„Bied net als deze getrouwe engelen weerstand aan de Duivel”, was de dringende raad aan de studenten. „Weersta hem, en hij zal wegvluchten” (Jakobus 4:7).
Drie andere hoofdpunten van het programma
„Zorg dat Jehovah de rots van je hart blijft.” Over dat boeiende onderwerp, gebaseerd op Psalm 73:26, sprak Gary Breaux, een lid van het bijkantoorcomité van de Verenigde Staten. Hij hielp de studenten in te zien hoe belangrijk het is om op Jehovah te steunen. In welk opzicht is Jehovah een rots? Broeder Breaux zei: „Jehovah kan een stabiliserende invloed hebben op je hart en het daardoor beschermen.” Natuurlijk kan ons hart ons misleiden wanneer onze volharding op de proef wordt gesteld (Jeremia 17:9). Een ander klimaat, ander voedsel, andere mensen om je heen in een zendelingenhuis: dat kan er allemaal toe leiden dat je overweegt te stoppen. „Je zult met situaties te maken krijgen waarin je je mogelijkheden moet afwegen en beslissingen moet nemen”, zei de spreker. „Zul je een keuze maken waar Jehovah blij mee is? Dan wordt hij de ’rots van je hart’. Hij zal je de weg wijzen.”
„Heb je genoeg geloof om natte voeten te krijgen?” Dat thema werd besproken door Gileadleraar Sam Roberson. Hij baseerde zich op Jozua hoofdstuk 3. Hoe konden miljoenen Israëlieten de Jordaan bij hoogwater oversteken? Jehovah zei dat Jozua de priesters moest gebieden „in de Jordaan te blijven staan”. Hij beloofde: ’Zodra de voetzolen van de priesters in het water van de Jordaan rusten, zullen de wateren van de Jordaan afgesneden worden, en ze zullen als één dam blijven staan’ (Jozua 3:8, 13). Broeder Roberson zei tegen de studenten: „Er zullen ’Jordanen’ in je leven zijn die tussen jou en je zegeningen komen als je dat toelaat.” Misschien vind je het bijvoorbeeld moeilijk om goed met medezendelingen op te schieten. De oplossing? „Kijk naar het werk, niet naar de werkers.” Hij spoorde de klas aan: „Als je laat zien dat je het geloof hebt om natte voeten te krijgen, zal Jehovah je helpen de ’Jordanen’ in je leven als zendeling over te steken.”
„Bevestig je plannen stevig.” Dat was het onderwerp dat Gileadleraar William Samuelson behandelde. Zijn lezing was gebaseerd op Spreuken 16:3, waar staat: „Wentel uw werken op Jehóvah en uw plannen zullen stevig bevestigd worden.” Hij vroeg de studenten: „Betekent dit dat je er helemaal niets voor hoeft te doen om je plannen te laten slagen, dat je alleen maar je ’werken op Jehovah hoeft te wentelen’”? Nee, zei hij, want in Spreuken 16:1 staat: „De aardse mens behoren de schikkingen van het hart toe.” Broeder Samuelson zei: „Jehovah doet geen wonderen met je hart. Je moet er zeker van zijn dat je gemotiveerd bent om het goede te doen. Als je studeert, bidt en een nauwe band met het plaatselijke bijkantoor houdt, zal je hart je altijd in de goede richting leiden, en Jehovah zal je plannen stevig bevestigen.”
Ervaringen en interviews
Als onderdeel van hun opleiding gaan Gileadstudenten met plaatselijke gemeenten van Jehovah’s Getuigen mee in het predikingswerk. Mark Noumair, een andere Gileadleraar, vroeg een aantal studenten naar hun ervaringen. Daarbij werd speciaal de nadruk gelegd op de rol van het gebed bij het zoeken naar oprechte mensen in het gebied.
Eén echtpaar bijvoorbeeld zat in een fastfoodrestaurant. Een medewerker zag hen bidden voor het eten. Hij ging naar hen toe en vroeg of ze Jehovah’s Getuigen waren. Toen ze bevestigend antwoordden, legde hij uit dat hij als Getuige was opgevoed maar later was afgevallen van het geloof. Hij had zelfs een misdrijf gepleegd en was in de gevangenis terechtgekomen. Nu wilde deze jonge man weer een band met Jehovah hebben. Hij zei ook dat hij voordat het echtpaar het restaurant binnenkwam, tot God om hulp had gebeden om zijn leven in het reine te brengen. Zijn gebed werd verhoord!
Onder het thema „Proef en zie dat Jehovah goed is” nam Rudi Hartl, van de correspondentie van de schrijversafdeling, interviews af. Hij interviewde Wayne Wridgway uit Mozambique, Jason Reed uit Chili en Kenji Chichii uit Nepal, alle drie op Gilead opgeleide zendelingen. Ze spraken eerlijk over uitdagingen waarmee ze in het begin te maken hadden, zoals een nieuwe taal leren, zich aan een andere cultuur aanpassen of met heimwee omgaan. „Eén ding dat mijn vrouw en mij heeft geholpen, was zo snel mogelijk vrienden te maken in de nieuwe gemeente”, zei broeder Chichii. „Naarmate we een hechtere band met de gemeente kregen, werd het makkelijker met heimwee om te gaan.”
Kort nadat alle 56 studenten hun diploma hadden gekregen, las een van hen een ontroerende bedankbrief van de klas voor. Ze richtten zich onder anderen tot het Besturende Lichaam met de woorden: „Als klas hebben we uit de eerste hand kunnen zien hoe jullie je liefdevol en onvermoeibaar hebben ingezet door het lesmateriaal te verzorgen, de klas te bezoeken en ons goed geestelijk onderricht te geven. We hebben jullie liefde ervaren, en we zullen ons uiterste best doen om jullie goede voorbeeld van liefde, geduld, nederigheid en persoonlijke belangstelling na te volgen wanneer we in onze toewijzing aankomen.”
[Inzet op blz. 28]
’Wanneer iemand je probeert op te hemelen, leid dan de aandacht van jezelf af’
[Inzet op blz. 29]
„Er zullen ’Jordanen’ in je leven zijn”
[Tabel/Kaart op blz. 31]
STATISTIEK VAN DE KLAS
9 landen vertegenwoordigd
56 studenten
28 echtparen
33,0 gemiddelde leeftijd
17,9 gemiddeld aantal jaren gedoopt
13,3 gemiddeld aantal jaren in de volletijddienst
[Kaart]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
De klas kreeg toewijzingen voor de onderstaande 25 landen:
ZENDINGSTOEWIJZINGEN
BOLIVIA
BOTSWANA
BULGARIJE
CONGO (KINSHASA)
IVOORKUST
GAMBIA
DUITSLAND
INDIA
INDONESIË
KENIA
LIBERIA
MACEDONIË
MADAGASKAR
MALEISIË
MOZAMBIQUE
PANAMA
PERU
POLEN
ROEMENIË
SERVIË
SIERRA LEONE
SWAZILAND
TANZANIA
OEGANDA
ZIMBABWE
[Illustratie op blz. 30]
Gileadstudenten spelen een van hun predikingservaringen na
[Illustratie op blz. 31]
129ste klas van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead
De rijen zijn genummerd van voor naar achter en de namen staan per rij van links naar rechts vermeld.
(1) R. Munaretto; Y. Olofsson; K. Budden; L. Najdzion; G. Moya; G. Treviño; A. Dion; A. Fleegle.
(2) J. Smith; J. Michael Raj; S. Smith; A. Paramo; J. McDonald; M. Deans; S. Joyal; L. Watson.
(3) C. Joyal; T. Crawley; D. Hacker; J. Shynkarenko; T. Knapp; J. Ayling; C. Highley; B. Olofsson.
(4) M. Fitzpatrick; B. Najdzion; L. Skallerud; A. Harris; S. Harris; R. Budden; Y. Paramo; K. Skallerud.
(5) B. Crawley; J. Michael Raj; A. Lodge; R. Lodge; N. Herms; J. Fitzpatrick; R. Moya; P. Munaretto.
(6) S. Watson; M. Deans; J. Hacker; J. McDonald; J. Treviño; S. Harris; C. Herms; P. Harris.
(7) V. Shynkarenko; T. Highley; A. Smith; J. Dion; R. Ayling; B. Smith; T. Knapp; B. Fleegle.