Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wie was Abraham?

Wie was Abraham?

Wie was Abraham?

ER ZIJN maar weinig mensen die zo veel invloed hebben gehad op de wereldreligies als Abraham *. Hij wordt door joden, moslims en christenen gerespecteerd en is wel beschreven als „een reus in de Geschriften” en „een geweldig voorbeeld van geloof”. De Bijbel noemt hem „de vader (...) van allen die geloof hebben” (Romeinen 4:11).

Waarom wordt Abraham zo gerespecteerd? Om te beginnen is hij de enige die in de Bijbel letterlijk Gods vriend wordt genoemd, en dat zelfs drie keer! — 2 Kronieken 20:7, vtn.; Jesaja 41:8; Jakobus 2:23.

Maar verder was Abraham een gewoon mens net als wij. Hij kreeg met dezelfde problemen te maken als iedereen, en hij wist er goed mee om te gaan. Hoe deed hij dat? Laten we eens kijken wat de Bijbel over deze bijzondere man zegt.

Zijn achtergrond

Abraham werd geboren in 2018 v.Chr. en groeide op in Ur (Genesis 11:27-31). Dat was een grote, welvarende stad vol afgoderij. Abrahams vader, Terah, heeft misschien verschillende afgoden aanbeden (Jozua 24:2). Maar Abraham koos ervoor alleen Jehovah * te aanbidden in plaats van levenloze afgodsbeelden.

Hoe kwam Abraham tot die beslissing? Hij was 150 jaar een tijdgenoot van Noachs zoon Sem, die veel ouder was. Als hij contact met hem heeft gehad, kan hij persoonlijk van hem gehoord hebben hoe het was om de zondvloed te overleven. Dan zou hij ook geleerd kunnen hebben hoe belangrijk het is Jehovah te aanbidden, de God die Sem en zijn familie tijdens die vloed had gespaard.

Of Abraham de ware God nu via Sem of op een andere manier leerde kennen, hij reageerde positief. Jehovah, „de onderzoeker van harten”, zag iets goeds in Abraham en hielp hem dat goede verder te ontwikkelen (Spreuken 17:3; 2 Kronieken 16:9).

Zijn leven

Abraham had een rijk gevuld, afwisselend leven dat niet altijd makkelijk was, maar wel zinvol. Hier volgen een paar dingen die hij meemaakte.

Terwijl Abraham in Ur woonde, zei God dat hij zijn geboorteland moest verlaten en naar een land moest gaan dat Hij hem zou tonen. Abraham en Sara wisten niet precies waar ze naartoe gingen of waarom God ze vroeg te vertrekken, maar ze gehoorzaamden. Ze gingen uiteindelijk in Kanaän in tenten wonen en leefden de rest van hun leven als buitenlanders in dat land (Handelingen 7:2, 3; Hebreeën 11:8, 9, 13).

Abraham en Sara hadden nog geen kinderen toen Jehovah beloofde dat hij Abraham tot een groot volk zou maken. Hij zei ook dat alle families op aarde via Abraham gezegend zouden worden (Genesis 11:30; 12:1-3). Later bevestigde Jehovah die belofte. Hij zei tegen Abraham dat zijn nageslacht ontelbaar zou zijn, als de sterren aan de hemel (Genesis 15:5, 6).

Toen Abraham 99 was en Sara bijna 90 beloofde Jehovah dat ze een zoon zouden krijgen. Dat leek menselijk gezien onmogelijk, maar Abraham en Sara kwamen er al gauw achter dat voor Jehovah niets „te buitengewoon” is (Genesis 18:14). Een jaar later werd Abraham vader van een zoon, die hij Isaäk noemde (Genesis 17:21; 21:1-5). God beloofde specifiek dat de mensen via Isaäk bijzonder gezegend zouden worden.

Jaren later vroeg Jehovah iets heel vreemds aan Abraham: hij vroeg hem zijn geliefde zoon Isaäk te offeren, terwijl de jonge man nog niet getrouwd was en geen kinderen had. * Abraham moet het een vreselijke gedachte gevonden hebben zijn zoon te verliezen, maar hij trof alle voorbereidingen om hem te offeren. Hij was ervan overtuigd dat God Isaäk zo nodig uit de dood kon opwekken, zodat Zijn beloften uit konden komen (Hebreeën 11:19). Toen Abraham op het punt stond zijn zoon te offeren, greep God in en spaarde Isaäks leven. Hij prees Abraham om zijn bijzondere gehoorzaamheid en herhaalde zijn eerdere beloften (Genesis 22:1-18).

Abraham overleed toen hij 175 was. Hij stierf „in een gezegende ouderdom, oud en voldaan”, zegt de Bijbel (Genesis 25:7, 8). Zo maakte hij de vervulling mee van een andere belofte van God, namelijk dat hij een lang leven zou hebben en in vrede zou sterven (Genesis 15:15).

Wat hij voor ons betekent

Abraham is veel meer dan een religieuze of historische figuur uit het verre verleden. Zijn verhaal is nog steeds heel leerzaam voor ons allemaal (Hebreeën 11:8-10, 17-19). We gaan nu vier goede eigenschappen van Abraham bekijken, te beginnen met misschien wel de bekendste: zijn geloof.

[Voetnoten]

^ ¶2 Oorspronkelijk stond Abraham bekend als Abram, en zijn vrouw als Sarai. Later veranderde God Abrams naam in Abraham („Vader van een menigte”) en Sarai’s naam in Sara („Vorstin”) (Genesis 17:5, 15). Voor het gemak gebruiken we in deze serie de namen Abraham en Sara.

^ ¶6 Volgens de Bijbel is Jehovah de naam van God.

[Kader op blz. 4]

Een sleutelfiguur in de Bijbelse geschiedenis

Het Bijbelboek Genesis vertelt in de eerste tien hoofdstukken het levensverhaal van verschillende gelovige mannen, zoals Abel, Henoch en Noach. Maar de vijftien hoofdstukken daarna gaan grotendeels over het leven van één man, Abraham.

Verder worden enkele van de belangrijkste begrippen in de Bijbel voor het eerst in samenhang met Abraham genoemd. In zijn levensverhaal vinden we bijvoorbeeld . . .

▪ de eerste verwijzing naar God als een Schild voor zijn aanbidders, een Beschermer (Genesis 15:1; zie Deuteronomium 33:29; Psalm 115:9; Spreuken 30:5).

▪ de eerste vermelding van geloof in God (Genesis 15:6).

▪ de eerste keer dat het woord profeet voorkomt (Genesis 20:7).

▪ de eerste verwijzing naar de liefde van een ouder (Genesis 22:2).