Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Nader dicht tot God

Hij beloont iedereen die hem dient

Hij beloont iedereen die hem dient

„DANKJEWEL.” Wie vindt het niet leuk om bedankt te worden voor iets wat hij goed gedaan heeft, of voor een spontaan gegeven cadeau? We willen allemaal dat onze moeite gewaardeerd wordt, vooral door degenen van wie we houden. Natuurlijk houden we nog het meest van onze God, Jehovah. Waardeert hij onze inspanningen om hem te dienen? Laten we eens kijken hoe hij dacht over Ebed-Melech, een man die zijn leven riskeerde om een van Gods profeten te redden. (Lees Jeremia 38:7-13 en 39:16-18.)

Wie was Ebed-Melech? Hij was blijkbaar een beambte aan het hof van koning Zedekia van Juda. * Hij leefde in dezelfde tijd als Jeremia, die van God de opdracht had gekregen om het ontrouwe Juda te waarschuwen voor de verwoesting die zou komen. Hoewel Ebed-Melech omringd werd door slechte oversten, had hij een groot geloof en veel respect voor Jeremia. Ebed-Melechs goede eigenschappen werden op de proef gesteld toen die oversten Jeremia vals beschuldigden van opstand en hem in een modderige regenput gooiden om daar te sterven (Jeremia 38:4-6). Wat zou Ebed-Melech doen?

Ebed-Melech was moedig en resoluut en liet zich niet intimideren door angst voor wraak van de oversten. Hij ging openlijk naar Zedekia en maakte bezwaar tegen de onrechtvaardige behandeling van Jeremia. Hij zei tegen de koning, misschien wijzend naar de aanstichters: „Deze mannen hebben slecht gehandeld in alles wat zij de profeet Jeremia hebben aangedaan” (Jeremia 38:9). Zedekia was het met hem eens en zei dat hij samen met dertig man Jeremia moest gaan redden.

Nu liet Ebed-Melech nog een mooie eigenschap zien: medeleven. Hij nam „versleten lompen en versleten lappen en liet die met touwen naar Jeremia (...) zakken”. Waarom deed hij dat? Omdat de touwen waarmee Jeremia uit de modderige put getrokken zou worden, anders in zijn oksels zouden schuren (Jeremia 38:11-13).

Jehovah zag wat Ebed-Melech deed. Had Hij er waardering voor? Via Jeremia vertelde Hij hem dat Juda binnenkort vernietigd zou worden. Toen gaf Hij Ebed-Melech wat een Bijbelgeleerde „een vijfvoudige verzekering van redding” noemt: „Ik wil u op die dag bevrijden (...) Gij zult niet gegeven worden in de hand van de mannen (...) Ik zal u zonder mankeren ontkoming verschaffen (...) Door het zwaard zult gij niet vallen (...) Uw ziel zal u stellig ten buit worden.” Waarom beloofde Jehovah Ebed-Melech bescherming? Hij zei: „Omdat gij op mij hebt vertrouwd” (Jeremia 39:16-18). Jehovah wist dat Ebed-Melech niet alleen in actie was gekomen omdat hij bezorgd was over Jeremia, maar ook omdat hij vertrouwen en geloof in God had.

De les is duidelijk: Jehovah waardeert wat we voor hem doen. De Bijbel verzekert ons dat hij zich zelfs de kleinste dingen herinnert die iemand uit oprecht geloof doet (Markus 12:41-44). Wilt u deze dankbare God graag beter leren kennen? Dan kunt u er zeker van zijn dat hij, zoals zijn Woord zegt, „de beloner wordt van wie hem ernstig zoeken” (Hebreeën 11:6).

Bijbelleesgedeelte voor mei:

Jeremia 32-50

[Voetnoot]

^ ¶2 Ebed-Melech wordt „een eunuch” genoemd (Jeremia 38:7). Hoewel dit woord letterlijk een gecastreerde man betekent, werd het ook in bredere zin gebruikt voor beambten met taken aan het hof van de koning.