Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

VEELGESTELDE VRAGEN

Waarom worden sommige personen in de Bijbel niet bij name genoemd?

Waarom worden sommige personen in de Bijbel niet bij name genoemd?

In het Bijbelboek Ruth komt een man voor die weigerde te doen wat hij volgens de Wet van Mozes moest doen. Hij wordt Zo-en-zo genoemd (Ruth 4:1-12). Moeten we concluderen dat alle Bijbelse personen die niet bij name worden genoemd slecht waren, of te onbelangrijk?

Nee. Neem het volgende voorbeeld. Jezus zei tegen zijn discipelen dat ze de stad in moesten gaan „naar Die-en-die [„een zeker persoon”, Herziene Statenvertaling]” om in zijn huis alles klaar te maken voor Jezus’ laatste paschamaaltijd (Mattheüs 26:18). Moeten we aannemen dat de hier genoemde „Die-en-die” slecht was of te onbelangrijk om bij name te worden genoemd? Zeker niet; de man die „een zeker persoon” wordt genoemd, was zonder twijfel een volgeling van Jezus. Omdat zijn naam niet essentieel was voor het verslag, is die weggelaten.

In de Bijbel staan veel namen van slechte personen; tegelijkertijd worden veel getrouwe personen niet bij name genoemd. Bijna iedereen kent bijvoorbeeld wel de naam van de eerste vrouw, Eva. Maar haar egoïsme en ongehoorzaamheid droegen bij aan de zonde van Adam, die verschrikkelijke gevolgen voor ons allemaal had (Romeinen 5:12). En de naam van de vrouw van Noach wordt in de Bijbel niet genoemd, terwijl we veel te danken hebben aan de onzelfzuchtige en gehoorzame manier waarop ze haar man in zijn belangrijke werk steunde. Het feit dat haar naam niet wordt genoemd, wil niet zeggen dat ze niet belangrijk was of dat ze niet Gods goedkeuring had.

Er zijn nog meer personen in het Bijbelverslag die in het voornemen van Jehovah, God, een belangrijke rol hebben gespeeld. Denk maar aan het kleine Israëlitische meisje dat slavin was in het huis van Naäman, de Syrische legeroverste. Ze vertelde zijn vrouw, haar meesteres, moedig over Jehovah’s profeet in Israël. Dat had een groot wonder tot gevolg (2 Koningen 5:1-14). De dochter van de Israëlitische rechter Jefta gaf ook een prachtig voorbeeld van geloof. Ze was bereid het vooruitzicht om te trouwen en kinderen te krijgen op te geven om een belofte na te komen die haar vader had gedaan (Rechters 11:30-40). En dan zijn er ook nog de componisten van ruim veertig psalmen die niet bij name worden genoemd, net als bepaalde profeten die trouw belangrijke taken uitvoerden (1 Koningen 20:37-43).

Het indrukwekkendste voorbeeld is misschien wel dat van de getrouwe engelen. Ze zijn met honderden miljoenen, maar in de Bijbel worden er maar twee bij name genoemd: Gabriël en Michaël (Daniël 7:10; Lukas 1:19; Judas 9). Van de andere staan de namen niet in de Bijbel. Manoah, de vader van Simson, vroeg bijvoorbeeld een keer aan een engel: „Hoe is uw naam, opdat wij u, wanneer uw woord uitkomt, stellig eer zullen bewijzen?” Wat was zijn reactie? „Waarom zoudt gij eigenlijk naar mijn naam vragen?” De engel weigerde bescheiden de eer te ontvangen die alleen God toekomt (Rechters 13:17, 18).

De Bijbel legt niet uit waarom de ene persoon wel bij name genoemd wordt en de andere niet. Maar we kunnen veel leren van getrouwe mensen en engelen die God dienden zonder te verwachten beroemd of prominent te worden.