Jezus gaf zijn volgelingen de opdracht: ‘Ga en maak discipelen’ (Mt 28:19). Dat betekent dat we moeten prediken en onderwijzen. Vraag je daarom geregeld af: hoe kan ik daar beter in worden?

In plaats van te wachten tot mensen naar ons toekomen, moeten we actief zoeken naar ‘wie het waard is’ (Mt 10:11). Als we in de velddienst zijn, zijn we dan alert op gelegenheden om met mensen te praten ‘die daar toevallig zijn’? (Han 17:17) Lydia werd een discipel doordat Paulus zo ijverig predikte (Han 16:13-15).

KIJK HET FILMPJE PREDIK ‘ZONDER OPHOUDEN’: INFORMEEL EN VAN HUIS TOT HUIS. BEANTWOORD DAARNA DE VOLGENDE VRAGEN:

• Hoe liet Samuel tijdens zijn dagelijkse routine zien dat hij actief probeerde waarheidszaden te planten?

• Waarom moeten we volharden in alle manieren van prediken?

• Met wie zou jij tijdens je dagelijkse routine over het Koninkrijk kunnen praten?

Om discipelen te maken moeten we meer doen dan alleen lectuur bij mensen achterlaten. Als we ze willen helpen geestelijk te groeien, moeten we nabezoeken brengen en Bijbelstudies leiden (1Kor 3:6-9). Maar wat als we veel moeite doen om iemand de waarheid te onderwijzen terwijl het nauwelijks resultaat oplevert? (Mt 13:19-22) Blijf dan zoeken naar mensen van wie het hart te vergelijken is met ‘goede aarde’ (Mt 13:23; Han 13:48).

KIJK HET FILMPJE PREDIK ‘ZONDER OPHOUDEN’: IN HET OPENBAAR EN MAAK DISCIPELEN. BEANTWOORD DAARNA DE VOLGENDE VRAGEN:

• Hoe begoten Solomon en Mary de waarheidszaden die geplant waren in het hart van Ezekiel en Abigail?

• Wat moet ons doel zijn bij alle manieren van prediken, ook bij prediken in het openbaar?

• Hoe kunnen we nog beter ons best doen om anderen de waarheid te onderwijzen?