Jezus gebruikte eenvoudige illustraties om diepe geestelijke lessen over te brengen. Maar alleen nederige mensen doen moeite om die lessen te begrijpen en toe te passen (Mt 13:10-15). Beantwoord bij elke illustratie de volgende vragen: Wat heb ik aan deze illustratie? Welke invloed zou de illustratie op mijn leven moeten hebben?

• ‘een mosterdzaadje’ (Mt 13:31, 32; w14 15/12 8 ¶9).

• ‘zuurdesem’ (Mt 13:33; w14 15/12 9, 10 ¶14, 15).

• ‘een schat’ en ‘een reizende koopman’ (Mt 13:44-46; w14 15/12 10 ¶18).