SCHATTEN UIT GODS WOORD
Hoe blijkt uit de wet Jehovah’s zorg voor dieren?
Een dier dat in nood was mocht niet aan zijn lot worden overgelaten (De 22:4; it-2 159)
Een vogel met jongen mocht niet wreed behandeld worden (De 22:6, 7; it-1 494 ¶4)
Verschillende diersoorten mochten niet samen voor de ploeg worden gespannen (De 22:10; w03 15/10 32 ¶1-2)
Jehovah vindt het belangrijk hoe we dieren behandelen. We mogen dieren niet wreed behandelen of ze voor de lol doden (Sp 12:10).