Jakob krijgt de zegen waar hij recht op heeft
De zegen die Isaäk aan Jakob gaf had een profetische betekenis.
-
27:28 — Jehovah gaf Jakobs nakomelingen een vruchtbaar land ‘dat overvloeide van melk en honing’ (De 26:15)
-
27:29 — De Israëlieten (Jakobs nakomelingen) werden sterker dan de Edomieten (Esaus nakomelingen) (Ge 25:23; 2Sa 8:14)
-
27:29 — De Edomieten werden vanwege hun haat tegen de Israëlieten vervloekt en uiteindelijk als volk uitgeroeid (Ez 25:12-14)