Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

SCHATTEN UIT GODS WOORD | GENESIS 27-28

Jakob krijgt de zegen waar hij recht op heeft

Jakob krijgt de zegen waar hij recht op heeft

27:6-10, 18, 19, 27-29

De zegen die Isaäk aan Jakob gaf had een profetische betekenis.

  • 27:28 — Jehovah gaf Jakobs nakomelingen een vruchtbaar land ‘dat overvloeide van melk en honing’ (De 26:15)

  • 27:29 — De Israëlieten (Jakobs nakomelingen) werden sterker dan de Edomieten (Esaus nakomelingen) (Ge 25:23; 2Sa 8:14)

  • 27:29 — De Edomieten werden vanwege hun haat tegen de Israëlieten vervloekt en uiteindelijk als volk uitgeroeid (Ez 25:12-14)