Als een kind opendoet, vraag dan of je met een van zijn ouders mag praten. Daarmee toon je respect voor hun gezag (Sp 6:20). Als het kind vraagt of je binnen wilt komen, zeg dan nee. Als de ouders niet aan de deur kunnen komen, is het beter een andere keer terug te gaan.

Als een tiener aan de deur komt, is het nog steeds passend om te vragen of een van de ouders thuis is. Als dat niet het geval is, kun je vragen of hij van zijn ouders zelf mag bepalen wat hij leest. Zo ja, dan kun je hem lectuur aanbieden of hem op jw.org wijzen.

Als je teruggaat naar een jongere die interesse toonde, vraag dan of je zijn ouders kunt ontmoeten. Dan kun je uitleggen waarom je langskomt en laten zien welk betrouwbare advies de Bijbel gezinnen biedt (Ps 119:86, 138). Als je respect toont voor de ouders, geef je een goed getuigenis en krijg je misschien de gelegenheid het goede nieuws met het hele gezin te delen (1Pe 2:12).