Een gerespecteerde bouworganisatie in Groot-Brittannië heeft zich prijzend uitgelaten over Jehovah’s Getuigen vanwege het feit dat ze voor de bouw van het nieuwe bijkantoor bij Chelmsford (Essex) vrouwen opleiden om zwaar materieel te bedienen. De methode waarop Jehovah’s Getuigen vrouwen in de bouw opleiden, heeft van Considerate Constructors Scheme a (CCS) de hoogste score gekregen, een 10. Ze beschreven de methode als ‘innovatief’. Waarom gaven ze zo’n hoog cijfer?

In Groot-Brittannië is minder dan 13 procent van alle bouwvakkers vrouw. Volgens een onderzoek door een Britse firma wordt een baan in de bouwsector door veel jonge vrouwen niet eens overwogen. Maar in Chelmsford bestaat zo’n 40 procent van het bouwteam uit vrouwen. En van het team dat zwaar materieel bedient, is dat zelfs meer dan 60 procent.

Hoe komt het dat deze vrouwen zo goed presteren? Opleiding en steun spelen een belangrijke rol. Die twee factoren maken ook deel uit van de gedragscode die CCS heeft opgesteld. De code moedigt aannemers aan om hun personeel naar waarde te schatten door op de werkvloer ‘een atmosfeer te scheppen waarin iedereen gerespecteerd, aangemoedigd en gesteund wordt en waar iedereen eerlijk wordt behandeld’ en waar ook ‘belang wordt gehecht aan opleiding’.

Jade, een van de vrouwen die is opgeleid om graafmachines en kiepwagens te bedienen, vertelt: ‘Het is geweldig! Ik had nooit gedacht dat ik dit zou kunnen. Ik vind het werk soms een uitdaging, maar ik leer er steeds weer nieuwe dingen bij.’ Net als Jade is ook Lucy opgeleid om zwaar materieel te bedienen. Ze zegt: ‘Toen ik voor het eerst hier op de bouw kwam, dacht ik dat ik niets te bieden had. Maar vanaf dag 1 werd ik opgeleid. Sindsdien heb ik in vijf verschillende teams gewerkt, dus ik heb veel opleiding gehad!’

Vrouwen in het team kunnen meer dan alleen materieel bedienen. Een teamleider, Eric, zegt: ‘Vrouwen zorgen vaak beter voor gereedschap dan mannen. Vaak hebben ze bijvoorbeeld snel in de gaten dat er iets mis is met een machine en geven ze het meteen door.’

Carl, teamleider van verschillende teams die zwaar materieel bedienen, zegt: ‘Ik ben er echt van onder de indruk hoe de vrouwen geleerd hebben om machines te bedienen. Soms kies ik voor een bepaalde taak liever een van hen dan een man met jarenlange ervaring!’

Als mensen zich gesteund voelen door hun teamleider, krijgen ze meer zelfvertrouwen. Dat gold ook voor Therese. Ze weet uit ervaring dat als het om zwaar materieel gaat, het heel belangrijk is om er verantwoord mee om te gaan en beslissingen te nemen die de veiligheid waarborgen. Ze legt uit: ‘Als ik de steun heb van mijn teamleider, kan ik veel meer omdat ik voel dat ik serieus word genomen. Als ik weet dat mensen mijn werk waarderen en respecteren, is dat al het harde werk waard!’

Ook Abigail, die graafmachines en kiepwagens kan bedienen, heeft veel aan de steun en medewerking die ze krijgt: ‘De mannen hier behandelen me niet als minderwaardig. Ze staan altijd klaar om te helpen, maar proberen het niet over te nemen. Ze laten me gewoon mijn werk doen.’

Vrouwen op de bouwplaats bij Chelmsford worden niet alleen opgeleid om verschillende zware machines te bedienen. Ze zijn ook opgeleid om taken uit te voeren als landmeten, landbeheer, het repareren van machines en het bouwen van steigers. Robert, die met vrouwen heeft samengewerkt aan verschillende projecten, zegt dat ze ‘gefocust, leergierig en opmerkzaam zijn’. Tom, die landmeter is, voegt eraan toe: ‘De vrouwen in mijn team zijn precies en gewetensvol. Ze willen dat het helemaal goed wordt.’

Geen wonder dat Fergus, een teamleider, enthousiast zegt: ‘De bouw is zeker ook iets voor vrouwen!’