Vijftig jaar geleden begonnen 583 Getuigen van Jehovah aan een wereldreis van tien weken. Maar ze waren niet gewoon op vakantie. Het belangrijkste doel van hun reis was opbouwende omgang te hebben met andere Getuigen tijdens de reeks „Eeuwig goed nieuws”-congressen van 1963. Omdat ze naar meer dan twintig landen reisden, werden deze bijeenkomsten het „Rond de wereld”-congres genoemd.

Een hoogtepunt van elk congres was de lezing „Wanneer God over de gehele aarde als koning regeert”. Op de meeste congressen werd deze lezing gehouden door Nathan Knorr, van het internationale hoofdkantoor van Jehovah’s Getuigen. Hij beschreef de verslechterende wereldtoestanden en stelde ze tegenover de prachtige belofte in de Bijbel van een hersteld paradijs op aarde. Wereldwijd hebben in totaal 580.509 personen deze lezing bijgewoond.

De congressen begonnen in Milwaukee (Wisconsin, VS). Vandaaruit gingen de afgevaardigden naar het oosten. Na het congres in New York deden ze Engeland, Zweden, Duitsland en Italië aan. In elk land vonden ze gelegenheden om met anderen te praten over het goede nieuws uit de Bijbel.

Veel mensen waardeerden het dat de Getuigen de tijd hadden genomen om naar ze toe te komen. Een jonge vrouw in Stockholm (Zweden) zei: „Ik zal uw bezoek nooit vergeten. (...) Bent u echt van zo ver gekomen om met mij over uw geloof in God te praten? Jullie zijn echt bijzonder.”

De afgevaardigden waren een beetje teleurgesteld toen ze in Athene (Griekenland) kwamen. Onder druk van plaatselijke religieuze leiders had de regering de vergunning voor het gebruik van het Panathinaikosstadion ingetrokken. Maar de enthousiaste Getuigen lieten zich niet ontmoedigen. Eind augustus konden bijna 10.000 personen het programma bijwonen in particuliere huizen en plaatselijke gemeenten.

Na Athene gingen de afgevaardigden naar Libanon, Jordanië, Israël en Cyprus. Ze werden heel gastvrij ontvangen door hun geloofsgenoten, wat soms grappige situaties opleverde. Een afgevaardigde vertelde dat er in Nicosia (Cyprus) iets raadselachtigs met zijn schoenen gebeurde: „Elke keer dat ik mijn schoenen uitdeed als ik op mijn slaapadres kwam (...), verdwenen ze (...) en stonden ze er na vijf minuten weer, gepoetst en wel!”

De laatste etappe van de reis ging naar Azië en de Pacific: India, Birma (nu Myanmar), Thailand, Hongkong, Singapore, de Filipijnen, Indonesië, Australië, Taiwan, Japan, Nieuw-Zeeland, Fiji en Zuid-Korea. De congressen werden niet alleen bijgewoond door de buitenlandse afgevaardigden maar ook door duizenden plaatselijke Getuigen. Velen moesten hun schema omgooien om het congres te kunnen bezoeken, maar wat een jong verloofd stel uit Yokosuka (Japan) deed, was wel heel bijzonder. Toen de man zijn werkgever vrij vroeg voor het congres in Kyoto, kreeg hij te horen dat hij alleen vrij kon krijgen voor begrafenissen en bruiloften. Daarom besloten ze wat eerder te trouwen dan ze van plan waren geweest. Hun bezoek aan het congres werd hun huwelijksreis!

Als laatste bezochten de afgevaardigden Hawaï en Californië (VS). Op het laatste congres, in Pasadena (Californië), waren veel meer aanwezigen dan verwacht. Daardoor ontstonden er na afloop enorme verkeersopstoppingen. Toch zei de politiecommissaris in een plaatselijke krant dat hij nog nooit een congres van die omvang had gezien dat zo ordelijk verliep.

De congressen hebben een blijvende indruk achtergelaten. Zo werd het Bijbelse naslagwerk „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”, dat nog steeds op bijeenkomsten van Jehovah’s Getuigen wordt gebruikt, op dit congres uitgebracht.

En op het congres in New York werd een nieuw lied aangekondigd. Het was geschreven door Harold King, een Getuige die in 1963 uit een Chinese gevangenis werd vrijgelaten. Het lied was getiteld „Van deur tot deur”. Harold King had het geschreven toen hij in eenzame opsluiting zat, en Jehovah’s Getuigen zingen nog steeds een variant ervan. Het heet nu „Van huis tot huis”.

Tegenwoordig worden de congressen van Jehovah’s Getuigen heel anders georganiseerd: in kleinere vergaderplaatsen en met minder mensen. Omdat de congressen op meer locaties worden gehouden, zijn de congresgangers minder tijd kwijt aan reizen. Door deze en andere vereenvoudigingen kunnen meer mensen zich op het programma concentreren. Onze congressen worden elk jaar door ruim zeven miljoen Getuigen bezocht, en daarnaast ook nog door geïnteresseerden. Zou u deze zomer een congres willen bezoeken? Kijk hier voor een locatie bij u in de buurt.