Doorgaan naar inhoud

DE BIJBEL VERANDERT LEVENS

Nu ben ik echt rijk

Nu ben ik echt rijk
  • Geboortejaar: 1968

  • Geboorteland: Verenigde Staten

  • Achtergrond: Zakenman die God had gevraagd rijk te worden

MIJN VERLEDEN

 Ik ben opgegroeid in een katholiek gezin in Rochester (New York). Toen ik acht was, gingen mijn ouders uit elkaar. Doordeweeks woonde ik bij mijn moeder in een sociale huurwoning en in het weekend bij mijn vader in een rijke buurt. Ik zag hoeveel moeite het mijn moeder kostte om zes kinderen groot te brengen, en daarom droomde ik ervan rijk te worden zodat ik mijn familie kon helpen.

 Mijn vader wilde dat ik zou slagen in het leven, dus regelde hij dat ik naar een gerenommeerde hotelschool kon gaan. Dat vond ik geweldig en ik zag dit als Gods antwoord op mijn gebed om rijk en gelukkig te worden. Vijf jaar lang studeerde ik hotelmanagement, bedrijfsrecht en bedrijfskunde terwijl ik in een casinohotel in Las Vegas werkte.

Veel van onze klanten waren steenrijke mensen die kwamen gokken

 Op mijn 22ste zat ik in het management van een casinohotel. Ik was rijk en succesvol, en ik genoot van het beste en duurste op het gebied van voedsel, wijn en sterkedrank. Mijn vrienden uit de business zeiden altijd: ‘Focus op waar het in de wereld om draait: geld.’ Volgens hen was geld de sleutel tot echt geluk.

 Veel van onze klanten waren steenrijke mensen die naar Las Vegas kwamen om te gokken. Maar ondanks al hun rijkdom leken ze niet gelukkig. Ook ik werd steeds ongelukkiger. Hoe meer geld ik verdiende, hoe meer zorgen en slapeloze nachten ik had. Ik vroeg me af of ik er maar beter een eind aan kon maken. Teleurgesteld over mijn leven vroeg ik God: ‘Hoe kan ik echt gelukkig worden?’

DE BIJBEL VERANDERT MIJN LEVEN

 Rond die tijd verhuisden twee van mijn zussen, die Getuigen van Jehovah waren geworden, naar Las Vegas. Ik wilde geen lectuur van ze aannemen, maar ik vond het wel een goed idee om samen uit mijn bijbel te lezen. In mijn bijbel waren Jezus’ woorden weergegeven in rode letters. Omdat ik alles wat Jezus zei accepteerde, legden mijn zussen vooral de nadruk op zijn uitspraken. Ik las ook zelf in de Bijbel.

 Veel dingen die ik las, verbaasden me. Jezus zei bijvoorbeeld: ‘Zeg tijdens het bidden niet steeds dezelfde dingen zoals de heidenen doen, want zij denken dat hun gebeden verhoord zullen worden als ze maar veel woorden gebruiken’ (Mattheüs 6:7). Volgens een pastoor zou God me al het geld dat ik nodig had geven als ik tien onzevaders en tien weesgegroetjes tot een bidprentje van Jezus zou richten. Maar door steeds dezelfde dingen te herhalen, deed ik toch precies waar Jezus voor waarschuwde? Jezus had ook gezegd: ‘Noem niemand op aarde je vader, want jullie hebben maar één Vader, die in de hemel is’ (Mattheüs 23:9). Dus vroeg ik me af: waarom noemen wij als katholieken onze pastoor dan ‘Vader’?

 Toen ik het Bijbelboek Jakobus las, ging ik pas echt nadenken over waar ik mee bezig was. In hoofdstuk 4 schrijft Jakobus: ‘Weten jullie niet dat vriendschap met de wereld vijandschap met God betekent? Iedereen die een vriend van de wereld wil zijn, maakt zich dus tot een vijand van God’ (Jakobus 4:4). Vers 17 maakte nog meer indruk op me: ‘Als iemand dus weet wat het juiste is maar het toch niet doet, zondigt hij.’ Ik belde mijn zussen en vertelde ze dat ik uit de casinowereld wilde stappen, omdat ik veel aspecten ervan niet meer acceptabel vond, zoals gokken en hebzucht.

‘Toen ik het Bijbelboek Jakobus las, ging ik pas echt nadenken over waar ik mee bezig was’

 Ik wilde graag een betere band met God en met mijn familie. Dus besloot ik daar tijd voor te maken en mijn leven te vereenvoudigen. Maar dat was niet makkelijk. Meerdere keren kreeg ik een verleidelijk aanbod om hogerop te komen in de casinobusiness en twee of drie keer zoveel te verdienen. Na erover gebeden te hebben, besloot ik dat ik dat leven achter me wilde laten. Ik nam ontslag, ging bij mijn moeder in de garage wonen en begon een bedrijfje in het lamineren van menukaarten.

 Hoewel de Bijbel me had geholpen goede prioriteiten te stellen, wilde ik niet naar de bijeenkomsten van Jehovah’s Getuigen. Mijn zussen vroegen wat ik eigenlijk tegen de Getuigen had. Ik antwoordde: ‘Jullie God, Jehovah, haalt families uit elkaar. De enige momenten dat ik bij de familie kan zijn is met kerst en op verjaardagen, en daar doen jullie niet aan.’ Een van mijn zussen begon te huilen en zei: ‘Waarom zien we je de rest van het jaar niet? Onze deur staat altijd voor je open. Maar je wilt alleen met de feestdagen komen, en alleen maar omdat je vindt dat het zo hoort.’ Die woorden kwamen binnen en ook ik begon te huilen.

 Toen ik eenmaal doorhad dat ik ernaast zat en dat Jehovah’s Getuigen wel heel veel van hun familie houden, besloot ik een keer naar een bijeenkomst in de plaatselijke Koninkrijkszaal te gaan. Daar maakte ik kennis met Kevin, een ervaren Bijbelleraar, en ik nam Bijbelles van hem.

 Kevin en zijn vrouw leidden een eenvoudig, evenwichtig leven, zodat ze zo veel mogelijk tijd konden besteden aan het geven van Bijbelles. Ze verdienden voldoende om naar Afrika en Midden-Amerika te kunnen gaan en daar te helpen bij de bouw van bijkantoren van Jehovah’s Getuigen. Ze waren heel gelukkig en hadden een goed huwelijk. Ik dacht: zo’n leven wil ik ook.

 Kevin liet me een video zien over de zegeningen van het zendelingenleven, en dat werd mijn nieuwe doel. In 1995 werd ik na een halfjaar intensieve Bijbelstudie gedoopt als een van Jehovah’s Getuigen. In plaats van God om rijkdom te vragen, bad ik nu: ‘Geef me geen armoede en ook geen rijkdom’ (Spreuken 30:8).

DE VOORDELEN

 Nu ben ik echt rijk — niet financieel, maar geestelijk. In Honduras heb ik mijn lieve vrouw, Nuria, ontmoet, en samen hebben we als zendelingen gediend in Panama en Mexico. Ik heb gemerkt dat wat de Bijbel zegt, waar is: ‘Het is de zegen van Jehovah die je rijk maakt en hij voegt er geen verdriet aan toe’ (Spreuken 10:22).