Jehovah dienen tijdens moeilijke tijden in Venezuela
De laatste jaren heeft Venezuela een ongekende economische en sociale crisis doorgemaakt. Een Getuige genaamd Edgar zegt: ‘Binnen slechts enkele jaren daalde de levensstandaard zo drastisch dat het voelde alsof we naar een ander land waren verhuisd, zonder zelfs maar ons huis te verlaten.’
Wat hielp Edgar zich aan te passen? Hij zegt: ‘Mijn vrouw, Carmen, en ik dachten aan het voorbeeld van zendelingen die naar landen met beperkte middelen zijn verhuisd en hebben leren leven zonder zelfs maar de basisvoorzieningen. Dat motiveerde ons om ons leven te vereenvoudigen en nieuwe uitdagingen aan te gaan, zoals het verbouwen van ons eigen voedsel.’
Maar Edgar en Carmen deden nog meer. Ze deden moeite om geloofsgenoten te troosten, waaronder degenen die depressief waren (1 Thessalonicenzen 5:11). Edgar zegt: ‘We probeerden ze niet alleen te troosten, maar we moedigden ze ook aan om te ervaren hoe blij het je maakt om anderen in nood te helpen’ (Handelingen 20:35).
Inspanningen in de velddienst beloond
Aan het begin van de coronapandemie nam Argenis zich voor om zijn familieleden getuigenis te geven. Sommigen van hen stemden ermee in de Bijbel per telefoon te bestuderen.
Argenis wilde ook dat zijn familieleden die geen toegang tot internet hadden, het congres van 2020 konden volgen. Een Getuige uit hun omgeving gaf ze digitale opnamen van het programma. Daarna leenden Argenis’ familieleden een grote tv en luidsprekers. Argenis belde ze vóór het programma op om een gebed uit te spreken. Door zijn ijverige inspanningen konden 4 van zijn familieleden en 15 anderen het programma bijwonen.
Gemotiveerd door geloof en liefde
Jairo en Johana, een getrouwd stel, zijn de enigen in hun gemeente met een auto, dus gebruiken ze die vrijgevig om anderen te helpen. Een uitdaging waar ze mee te maken hebben, is dat er een tekort aan benzine is. Jairo zegt: ‘We staan urenlang, soms zelfs de hele nacht, in de rij om te tanken.’
Jairo vindt dat hun inspanningen om hulp te verlenen de moeite waard zijn. Hij zegt: ‘Als we benodigdheden bij broeders en zusters afleveren, maakt het ons blij als we zien dat ze hun dank uiten, niet aan ons, maar aan Jehovah, die zijn aanbidders alles geeft wat ze nodig hebben’ (2 Korinthiërs 9:11, 14).
Iedereen kan helpen
Hoewel een zuster genaamd Norianni achter in de 20 is, had ze het gevoel dat ze misschien als te jong gezien zou worden om echt hulp te kunnen bieden aan anderen. Maar toen las ze 1 Timotheüs 4:12: ‘Laat niemand ooit neerkijken op je jeugd. Maar word voor degenen die trouw zijn een voorbeeld.’
Die Bijbeltekst motiveerde Norianni om hulp te bieden aan de ouderen in haar gemeente. Ze hielp ze met brieven schrijven en nodigde ze uit mee te doen met haar Bijbelstudies. Ze belde ze ook op en stuurde aanmoedigende berichtjes. Norianni zegt: ‘Jehovah heeft me laten zien dat ik veel kan doen.’
Onze broeders en zusters in Venezuela staan in deze moeilijke tijden voor veel uitdagingen. Toch blijven ze ijverig prediken en zijn ze ‘een grote troost’ voor elkaar (Kolossenzen 4:11; 2 Timotheüs 4:2).