Waarom vieren Jehovah’s Getuigen bepaalde feestdagen niet?
Hoe bepalen Jehovah’s Getuigen of ze een feestdag wel of niet vieren?
Voordat Jehovah’s Getuigen besluiten of ze een bepaalde feestdag wel of niet vieren, raadplegen ze de Bijbel. Sommige feestdagen en vieringen gaan duidelijk in tegen Bijbelse principes. Als dat het geval is, doen Jehovah’s Getuigen er niet aan mee. Bij andere vieringen maakt iedere Getuige zelf een keus, waarbij hij of zij altijd probeert zijn of haar ‘geweten zuiver te houden tegenover God en de mensen’ (Handelingen 24:16).
Hier volgen een aantal vragen die Jehovah’s Getuigen zichzelf stellen om te bepalen of ze een feestdag wel of niet vieren. a
Is de feestdag gebaseerd op een on-Bijbelse lering?
Bijbels principe: ‘“Ga uit hun midden weg en scheid je van hen af”, zegt Jehovah, “raak het onreine niet meer aan”’ (2 Korinthiërs 6:15-17).
Om zich volledig afzijdig te houden van leringen die geestelijk onrein zijn, oftewel in strijd zijn met wat de Bijbel zegt, vieren Jehovah’s Getuigen geen feestdagen die de volgende kenmerken hebben:
Feestdagen die gebaseerd zijn op het geloof in of de aanbidding van andere goden. Jezus zei: ‘Jehovah, je God, moet je aanbidden en alleen voor hem moet je heilige dienst doen’ (Mattheüs 4:10). Daarom vieren Jehovah’s Getuigen geen Kerstmis, Pasen of 1 meifeest, b want die feestdagen vinden hun oorsprong in de aanbidding van andere goden dan Jehovah. Ook aan de volgende feestdagen doen ze niet mee:
Kwanzaa. De naam Kwanzaa ‘is afgeleid van het Swahili matunda ya kwanza, wat eerste vruchten betekent. Dat wijst erop dat de feestdag zijn oorsprong vindt in de eerste oogstfeesten waarvan in de Afrikaanse geschiedenis melding wordt gemaakt’ (Encyclopedia of Black Studies). Hoewel velen de viering als een niet-religieus feest zien, heeft Kwanzaa volgens de Encyclopedia of African Religion veel overeenkomsten met een Afrikaans feest waarbij de eerste opbrengst ‘aan de goden en voorouders werd geofferd om hen te bedanken’. De encyclopedie voegt eraan toe: ‘Diezelfde geest van dankbaarheid voor de zegeningen van het leven is terug te vinden in het Afrikaans-Amerikaanse feest Kwanzaa.’
Midherfstfestival (Chinees maanfeest). Dit is een ‘feest ter ere van de maangodin’ (Holidays, Festivals, and Celebrations of the World Dictionary). Het omvat een ritueel ‘waarbij de vrouwen van het huis neerknielen (in het Chinees een koutou genoemd) voor de godin’ (Religions of the World: A Comprehensive Encyclopedia of Beliefs and Practices).
Noroez (Nowruz; Perzisch Nieuwjaar). ‘Het feest vindt deels zijn oorsprong in het zoroastrisme en is een van de heiligste dagen op de oude zoroastrische kalender. (...) De Geest van de Middag, bekend als [Rapithwin], van wie werd gedacht dat hij tijdens de koude maanden door de Geest van de Winter gedwongen werd onder de grond te blijven, werd volgens zoroastrische traditie weer verwelkomd met feesten op de middag van Noroez’ (Unesco).
Yaldanacht (Chellehnacht). Deze viering van het wintersolstitium of de winterzonnewende ‘houdt zonder enige twijfel verband met de aanbidding van Mithra’, de god van het licht (Sufism in the Secret History of Persia). Ook is geopperd dat het feest misschien wel verband houdt met de aanbidding van de Romeinse en Griekse zonnegoden. c
Thanksgiving. Deze feestdag vindt net als Kwanzaa zijn oorsprong in oude oogstfeesten waarbij verschillende goden werden vereerd. Na verloop van tijd ‘werden die oude volkstradities overgenomen door de christelijke kerk’ (A Great and Godly Adventure: The Pilgrims and the Myth of the First Thanksgiving).
Feestdagen die gebaseerd zijn op bijgeloof of op het idee dat iets geluk kan brengen. De Bijbel zegt over degenen ‘die een tafel dekken voor de god van het Geluk’ dat ze ‘bij degenen horen die Jehovah verlaten’ (Jesaja 65:11). Om die reden vieren Jehovah’s Getuigen de volgende feestdagen niet:
Ivan Koepala. ‘Volgens de volksopvatting laat de natuur tijdens [Ivan Koepala] haar magische krachten los, en kun je die krachten opvangen als je moedig bent en geluk hebt’, zegt het boek The A to Z of Belarus. Oorspronkelijk was dit feest een heidense feestdag waarop de zomerzonnewende werd gevierd. Maar volgens de Encyclopedia of Contemporary Russian Culture werd ‘het na de invoering van het christendom vermengd met [de heiligendag van Johannes de Doper], een kerkelijk feest’.
Lentefestival (lentefeest, Chinees Nieuwjaar of Koreaans Nieuwjaar). ‘In deze tijd van het jaar zijn gezinnen en hun familie en vrienden er vooral mee bezig om ervoor te zorgen dat het geluk ze gunstig gezind is, om de goden en geesten eer te bewijzen en om elkaar geluk toe te wensen voor het komende jaar’ (Mooncakes and Hungry Ghosts: Festivals of China). Ook het Koreaanse Nieuwjaar ‘omvat voorouderverering, rituelen om boze geesten te verjagen en om geluk voor het nieuwe jaar te garanderen, en waarzeggerij om te weten te komen wat het nieuwe jaar brengt’ (Encyclopedia of New Year’s Holidays Worldwide).
Feestdagen die gebaseerd zijn op de gedachte dat de ziel onsterfelijk is. De Bijbel zegt duidelijk dat de ziel sterfelijk is (Ezechiël 18:4). Daarom doen Jehovah’s Getuigen niet mee aan de volgende feestdagen, waarbij het geloof in de onsterfelijkheid van de ziel een grote rol speelt:
Allerzielen (Dag van de Doden). Dit is een dag om ‘de doden te herdenken’, zegt de New Catholic Encyclopedia. ‘Door de hele middeleeuwen heen werd algemeen geloofd dat de zielen in het vagevuur op die dag konden verschijnen als dwaallichten, heksen, padden, enzovoorts aan personen die hun tijdens hun leven onrecht hadden aangedaan.’
Qingming-festival en Festival van de Hongerige Geesten. Dit zijn twee feesten die ter ere van voorouders worden gehouden. Tijdens het Qingming-festival ‘worden voedsel, drank en nepgeld verbrand om er zeker van te zijn dat de doden geen honger of dorst krijgen en geen geld tekortkomen’, zegt het boek Celebrating Life Customs Around the World: From Baby Showers to Funerals. Het boek zegt ook dat ‘men gelooft dat er tijdens de maand van de Hongerige Geesten, en dan vooral in de nacht van de volle maan, meer contact is tussen de doden en de levenden dan op welke andere nacht maar ook. Het is dan ook belangrijk voorzorgsmaatregelen te nemen om zowel de doden gunstig te stemmen als voorouders eer te bewijzen’.
Chuseok. Tijdens dit festival worden ‘voedsel en wijn geofferd aan de zielen van de doden’, zegt The Korean Tradition of Religion, Society, and Ethics. Daaruit blijkt dat degenen die de offers brengen ‘geloven dat de ziel na de dood voortleeft’.
Feestdagen die verband houden met het occulte. De Bijbel zegt: ‘Het mag bij jullie niet voorkomen dat (...) iemand aan waarzeggerij, toverij of magie doet, naar voortekens zoekt, bezweringen over anderen uitspreekt, een medium of waarzegger raadpleegt of de doden om raad vraagt. Want Jehovah vindt iemand die zulke dingen doet walgelijk’ (Deuteronomium 18:10-12). Omdat Jehovah’s Getuigen niets te maken willen hebben met het occulte, waaronder astrologie (een vorm van waarzeggerij), doen ze niet mee aan Halloween of de volgende feestdagen:
Singalees en Tamil Nieuwjaar. ‘De traditionele rituelen die met deze viering verband houden (...) omvatten bepaalde activiteiten die worden uitgevoerd op astrologisch gunstige tijden’ (Encyclopedia of Sri Lanka).
Songkran. De naam van dit Aziatische feest ‘komt uit het Sanskriet (...) en betekent “verplaatsen” of “van plaats veranderen”. [Het feest] houdt verband met het moment dat de zon het sterrenbeeld Ram binnengaat’ (Food, Feasts, and Faith: An Encyclopedia of Food Culture in World Religions).
Vieringen die verband houden met aanbidding onder de wet van Mozes. Met Jezus’ offer kwam een eind aan de wet van Mozes, die aan het oude Israël werd gegeven. De Bijbel zegt: ‘Christus is het einde van de wet’ (Romeinen 10:4). Christenen hebben nog steeds voordeel van de principes achter de wet van Mozes. Maar ze vieren de feesten ervan niet, met name de feesten die vooruitwijzen naar de Messias. Christenen geloven namelijk dat hij al gekomen is. ‘Die dingen zijn een schaduw van toekomstige dingen,’ zegt de Bijbel, ‘maar de werkelijkheid is de Christus’ (Kolossenzen 2:17). Om die redenen en omdat er in sommige feesten on-Bijbelse gebruiken opgenomen zijn, vieren Jehovah’s Getuigen onder andere de volgende feestdagen niet:
Chanoeka (Inwijdingsfeest). Dit feest wordt gevierd ter herdenking van de herinwijding van de Joodse tempel in Jeruzalem. Maar de Bijbel zegt dat Jezus Hogepriester werd van een ‘grotere en volmaaktere tent [of tempel] die niet met handen is gemaakt, dat wil zeggen die niet van deze schepping is’ (Hebreeën 9:11). Christenen geloven dat die geestelijke tempel een vervanging is voor de letterlijke tempel in Jeruzalem.
Rosj Hasjana. Dit is de eerste dag van het Joodse jaar. In de oudheid werden er tijdens dit feest speciale slachtoffers aan God gebracht (Numeri 29:1-6). Maar Jezus Christus liet, als de Messias, ‘slachtoffer en offergave ophouden’, waardoor die in Gods ogen niets meer waard zijn (Daniël 9:26, 27).
Bevordert de feestdag interreligieuze samenwerking?
Bijbels principe: ‘Wat heeft een gelovige gemeen met een ongelovige? Welke overeenkomst heeft Gods tempel met afgoden?’ (2 Korinthiërs 6:15-17)
Jehovah’s Getuigen doen hun best om in vrede te leven met hun medemens en respect te hebben voor het recht dat iedereen heeft om te kiezen wat hij gelooft, maar ze vermijden feesten die op de volgende manieren interreligieuze samenwerking bevorderen:
Vieringen ter ere van een religieus persoon of evenementen die gezamenlijke aanbidding bevorderen onder mensen met verschillende religieuze opvattingen. Toen God in de oudheid zijn volk naar een nieuw land leidde waar de inwoners een ander geloof hadden, zei hij tegen ze: ‘Sluit geen verbond met hen of met hun goden. (...) Dan zou je hun goden gaan vereren, wat beslist een valstrik voor je zou zijn’ (Exodus 23:32, 33). Om die reden doen Jehovah’s Getuigen niet mee aan onder andere de volgende feestdagen:
Loi Krathong. Tijdens dit Thaise feest ‘maken mensen schaaltjes van bladeren, waarin ze een kaars of wierookstokjes zetten. Vervolgens worden de schaaltjes in het water gelegd. Die bootjes zouden het ongeluk met zich meenemen. Het feest wordt gehouden ter ere van een heilige voetafdruk van Boeddha’ (Encyclopedia of Buddhism).
Dag van Berouw. Degenen die aan dit evenement meedoen ‘zijn het eens met de grondbeginselen van het christelijke geloof’, zei een gezagdrager die werd aangehaald in The National, een krant in Papoea-Nieuw-Guinea. Hij zei dat het vieren van deze dag ‘de christelijke principes in het land bevordert’.
Vesakha Puja (Vesak). ‘Deze dag is de belangrijkste van de boeddhistische heilige dagen. Op deze dag worden de geboorte, de verlichting en de dood (het bereiken van het nirwana) van Boeddha herdacht’ (Holidays, Festivals, and Celebrations of the World Dictionary).
Vieringen die gebaseerd zijn op religieuze tradities die in strijd zijn met wat de Bijbel leert. Jezus zei tegen een aantal religieuze leiders: ‘Jullie hebben het woord van God ontkracht ter wille van jullie tradities.’ Ook zei hij over hen dat hun aanbidding zinloos was omdat ze ‘de voorschriften van mensen tot leerstellingen maakten’ (Mattheüs 15:6, 9). Jehovah’s Getuigen nemen die waarschuwing serieus en doen daarom aan veel religieuze vieringen niet mee.
Driekoningen (Epifanie, Openbaring van de Heer, Timkat of Los Reyes Magos). Op deze feestdagen wordt het bezoek van de astrologen aan Jezus óf de doop van Jezus herdacht. De vieringen zijn ‘verchristelijkte heidense lentefeesten waarop de goden van rivieren en stromend water werden vereerd’ (The Christmas Encyclopedia). Timkat, een soortgelijk feest, ‘is diepgeworteld in tradities’ (Encyclopedia of Society and Culture in the Ancient World).
Maria-Tenhemelopneming (Maria-Hemelvaart of Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart). Dit feest is gebaseerd op het geloof dat Jezus’ moeder met haar fysieke lichaam naar de hemel opsteeg. ‘Die geloofsopvatting was in de vroege kerk niet bekend en er wordt nergens in de Schrift naar verwezen’ (Religion and Society: Encyclopedia of Fundamentalism).
Maria-Onbevlekte-Ontvangenis. ‘De onbevlekte ontvangenis [van Maria] wordt niet expliciet in de Schrift genoemd. (...) [Het] is een leerstelling van de kerk’ (New Catholic Encyclopedia).
Grote vasten (veertigdaagse vasten). Deze periode van boetedoening en vasten werd volgens de New Catholic Encyclopedia ingesteld ‘in de vierde eeuw’, ruim 200 jaar nadat de Bijbel werd voltooid. Over de eerste dag van de vasten zegt de encyclopedie: ‘Sinds de synode van Benevento in 1091 is het een algemeen gebruik dat de gelovige op Aswoensdag as [op zijn hoofd of voorhoofd] krijgt.’
Meskel (Meskal, Maskal). Op dit Ethiopische feest wordt ‘het vinden van het ware kruis (het kruis waaraan Christus stierf)’ herdacht. ‘Er worden vreugdevuren ontstoken, waaromheen wordt gedanst’, zegt de Encyclopedia of Society and Culture in the Medieval World (haakjes van auteur). Jehovah’s Getuigen echter gebruiken het kruis niet bij hun aanbidding.
Wordt met de feestdag een mens, een organisatie of een nationaal symbool verheerlijkt?
Bijbels principe: ‘Dit zegt Jehovah: “Vervloekt is de man die zich op mensen verlaat, die op menselijke kracht vertrouwt en wiens hart zich van Jehovah afkeert”’ (Jeremia 17:5).
Hoewel Jehovah’s Getuigen hun waardering uiten voor andere mensen en voor ze bidden, doen ze niet mee aan de volgende soort evenementen of feesten:
Feestdagen waarop een regeerder of een ander vooraanstaand persoon wordt geëerd. De Bijbel zegt: ‘Vertrouw toch niet langer op de mens, die niets meer is dan de adem in zijn neusgaten. Wat stelt hij eigenlijk voor?’ (Jesaja 2:22) Om die reden vieren Jehovah’s Getuigen bijvoorbeeld niet de verjaardag van een koning of koningin.
Vieringen ter ere van de nationale vlag. Jehovah’s Getuigen vieren geen Flag Day. Waarom niet? De Bijbel zegt: ‘Pas op voor afgoden’ (1 Johannes 5:21). Hoewel veel mensen in deze tijd een vlag niet zien als een afgod, een voorwerp van aanbidding, schreef de historicus Carlton Hayes: ‘Het voornaamste religieuze symbool en belangrijkste voorwerp van aanbidding van het nationalisme is de vlag.’
Feestdagen of vieringen ter ere van een heilige. Hoe reageerde de apostel Petrus toen een gelovig man voor hem neerboog? De Bijbel zegt: ‘Petrus hielp hem overeind en zei: “Sta op, ik ben ook maar een mens”’ (Handelingen 10:25, 26). Zowel Petrus als de andere apostelen lieten niet toe dat iemand hun speciale eer gaf of hen aanbad. Om die reden doen Jehovah’s Getuigen niet mee aan vieringen ter ere van personen die als heiligen worden bezien. Bijvoorbeeld:
Allerheiligen. ‘Een feest ter ere van alle heiligen (...). De oorsprong van dit feest is onzeker’ (New Catholic Encyclopedia).
De viering van Onze-Lieve-Vrouw van Guadalupe. Met dit feest wordt ‘de beschermheilige van Mexico’ geëerd — volgens sommigen Maria, de moeder van Jezus. Over haar wordt gezegd dat ze in 1531 aan een boer verscheen (The Greenwood Encyclopedia of Latino Literature).
Naamdag. ‘Een naamdag is de feestdag van de heilige naar wie een kind bij de doop of bij het vormsel is vernoemd’, zegt het boek Celebrating Life Customs Around the World: From Baby Showers to Funerals. Het boek zegt verder dat ‘die dag duidelijk een religieus karakter heeft’.
Vieringen georganiseerd door politieke of maatschappelijke bewegingen. ‘Je kunt beter schuilen bij Jehovah dan vertrouwen op mensen’, zegt de Bijbel (Psalm 118:8, 9). Omdat Jehovah’s Getuigen willen laten zien dat ze voor de oplossing van de problemen in de wereld op God vertrouwen en niet op mensen, doen ze niet mee aan Internationale Vrouwendag of aan jongerendagen die politieke of maatschappelijke ideologieën ondersteunen. Om dezelfde reden doen ze ook niet mee aan bijvoorbeeld herdenkingen van de afschaffing van de slavernij. Ze zien uit naar Gods Koninkrijk voor het oplossen van problemen als racisme en ongelijkheid (Romeinen 2:11; 8:21).
Worden met de feestdag landen of etnische groepen boven andere verheven?
Bijbels principe: ‘God is niet partijdig, maar in elk volk is iedereen die ontzag voor hem heeft en het juiste doet, aanvaardbaar voor hem’ (Handelingen 10:34, 35).
Hoewel veel Getuigen van Jehovah van de plek houden waar ze zijn opgegroeid, vermijden ze feestdagen waarop landen of etnische groepen op de volgende manieren boven andere worden verheven:
Vieringen waarbij het leger wordt geëerd. In plaats van oorlog te promoten, zei Jezus tegen zijn volgelingen: ‘Heb je vijanden lief en bid voor degenen die je vervolgen’ (Mattheüs 5:44). Jehovah’s Getuigen doen dan ook niet mee aan vieringen waarbij soldaten worden geëerd, zoals:
Anzac-dag. ‘ANZAC staat voor de Australische en Nieuw-Zeelandse troepen’, en ‘geleidelijk is Anzac-dag een herdenkingsdag geworden voor de slachtoffers van oorlogen’ (Historical Dictionary of Australia).
Veteranendag (wapenstilstandsdag, dodenherdenking). Tijdens die dagen worden ‘veteranen van het leger en oorlogsslachtoffers’ herdacht (Encyclopædia Britannica).
Vieringen in verband met de geschiedenis of onafhankelijkheid van een land. Jezus zei over zijn volgelingen: ‘Ze zijn geen deel van de wereld, net zoals ik geen deel van de wereld ben’ (Johannes 17:16). Hoewel Jehovah’s Getuigen geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van een land, doen ze niet mee aan vieringen als:
Australia Day. Volgens de Worldmark Encyclopedia of Cultures and Daily Life is deze feestdag een herdenking van ‘de dag in 1788 toen de Engelse soldaten hun vlag hesen en Australië tot een nieuwe kolonie uitriepen’.
Guy Fawkesdag. Dit is ‘een nationaal feest en herdenking [van] de verijdelde aanslag in 1605 op koning Jacobus I en het [Engelse] parlement door een groep katholieken onder leiding van Guy Fawkes’ (A Dictionary of English Folklore).
Onafhankelijkheidsdag. In veel landen is dit ‘een nationale feestdag waarop het begin van de nationale onafhankelijkheid wordt gevierd’ (Merriam-Webster’s Unabridged Dictionary).
Wordt de feestdag gekenmerkt door losbandig of immoreel gedrag?
Bijbels principe: ‘Jullie hebben in het verleden lang genoeg de wil van de heidenen gedaan door je over te geven aan schaamteloos gedrag, ongeremde hartstochten, dronkenschap, wilde feesten, drinkpartijen en walgelijke afgoderij’ (1 Petrus 4:3).
In overeenstemming met dat principe vermijden Jehovah’s Getuigen gelegenheden waarbij veel gedronken en wild gefeest wordt. Jehovah’s Getuigen genieten van gezellige avondjes met vrienden, en als ze ervoor kiezen alcohol te drinken, drinken ze met mate. Ze doen hun best om het volgende Bijbelse advies op te volgen: ‘Of je nu eet of drinkt of iets anders doet, doe alles tot eer van God’ (1 Korinthiërs 10:31).
Om die reden doen Jehovah’s Getuigen niet mee aan carnaval of soortgelijke feesten die gekenmerkt worden door ongepast gedrag dat door de Bijbel wordt veroordeeld. Dat geldt ook voor het Joodse feest Poerim. Dat feest werd lange tijd gevierd ter herinnering aan de bevrijding van de Joden in de vijfde eeuw v.Chr. Maar tegenwoordig kan het ‘ook wel omschreven worden als de Joodse versie van mardi gras of carnaval’, zegt het boek Essential Judaism. Voor veel feestgangers ‘houdt het in dat ze zich verkleden (vaak als dragqueen), zich losbandig gedragen, zwaar drinken en luidruchtig feestvieren’.
Betekent het feit dat Jehovah’s Getuigen bepaalde feestdagen niet vieren, dat ze niet van hun familie houden?
Nee. De Bijbel leert dat we van al onze familieleden moeten houden en ze moeten respecteren, welke geloofsovertuiging ze ook hebben (1 Petrus 3:1, 2, 7). Natuurlijk kan het zijn dat als een Getuige van Jehovah niet meer meedoet aan bepaalde feesten, sommigen van zijn of haar familieleden zich gekwetst of zelfs verraden voelen. Daarom doen Getuigen veel moeite om hun familie ervan te verzekeren dat ze van ze houden, ze tactvol de redenen voor hun beslissing uit te leggen en ze te bezoeken op andere dagen.
Hebben Jehovah’s Getuigen er bezwaar tegen dat anderen bepaalde feestdagen wel vieren?
Nee. Ze geloven dat iedereen zijn eigen beslissing moet nemen (Jozua 24:15). Jehovah’s Getuigen ‘eren alle soorten mensen’, welke geloofsovertuiging ze ook hebben (1 Petrus 2:17).
a Dit artikel bevat geen volledige opsomming van de feestdagen die Jehovah’s Getuigen niet vieren. Ook worden niet alle Bijbelse principes genoemd die van toepassing kunnen zijn.
b In sommige delen van de wereld is 1 mei een arbeidersfeest. Maar de oorsprong van deze feestdag voert terug tot het oude Rome. U kunt hier meer over lezen in het artikel ‘1 mei — Wat betekent het voor u?’ in de Ontwaakt! van 22 april 2005, blz. 12-14.
c Mithra, Mithraism, Christmas Day & Yalda, door K. Eduljee, blz. 31-33.