Op 2 december 2016 werd Zijad Dadasjov door de politie van het district Goranboy (Azerbeidzjan) voor de lokale rechtbank gedaagd vanwege zijn religieuze activiteiten als een Getuige van Jehovah. Vier mannen uit zijn dorp verklaarden dat Dadasjov over zijn geloof had verteld en Bijbelse lectuur had aangeboden. Rechter Sjirzad Husejnov van de districtsrechtbank van Goranboy verklaarde hem schuldig aan illegale religieuze activiteiten * en legde hem een boete op van 1500 manat (795 euro). Dadasjov is van mening dat hij geen strafbaar feit heeft begaan en gaat in beroep.

In dezelfde regio bezochten Dzjaarej Soelejmanova en Goelnaz Israfilova een vrouw met wie ze al maandenlang Bijbelse gesprekken voerden. De politie van het district Goranboy heeft de twee Getuigen vervolgens beschuldigd van religieuze activiteiten ‘buiten het wettelijk geregistreerde adres’, en op 17 november 2016 heeft rechter Ismajil Abdoerahmanli van de districtsrechtbank van Goranboy ze een boete opgelegd van 2000 manat (1061 euro). Ze gaan tegen de boetes in beroep.

Jason Wise, advocaat op het gebied van internationale mensenrechten, zegt: ‘De discriminatie van Jehovah’s Getuigen in Azerbeidzjan getuigt van een gebrek aan respect voor het Europees Verdrag. De autoriteiten binnen het district Goranboy handelen niet overeenkomstig de maatstaf inzake godsdienstvrijheid die het land beweert te promoten.’