Doorgaan naar inhoud

20 APRIL 2022
BELGIË

Europees Hof voor de Rechten van de Mens stelt Jehovah’s Getuigen in België in het gelijk in belastingkwestie

Europees Hof voor de Rechten van de Mens stelt Jehovah’s Getuigen in België in het gelijk in belastingkwestie

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft unaniem besloten dat de Belgische overheid Jehovah’s Getuigen heeft gediscrimineerd door de vrijstelling van onroerendezaakbelasting in te trekken die eerder aan negen gemeenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was verleend. De uitspraak in de zaak Christian Assembly of Jehovah’s Witnesses and Others v. Belgium, die op 5 april 2022 werd gedaan, kan onze godsdienstvrijheid beschermen, niet alleen in België maar ook in andere Europese landen.

Alle godsdiensten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hadden tot 2018 recht op een belastingvrijstelling op hun plaatsen van aanbidding. In dat jaar wijzigde het gewest zijn belastingwetgeving zodat slechts zes ‘erkende godsdiensten’ van de vrijstelling konden gebruikmaken. De wijziging legde een zware belastingdruk op Koninkrijkszalen in Brussel, die neerkwam op een totale jaarlijkse belastingafdracht van bijna 45.000 euro.

Het EHRM oordeelde dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door de belastingvrijstelling te beperken tot de zes ‘erkende godsdiensten’ van de staat, Jehovah’s Getuigen discrimineerde en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens schond.

In zijn beslissing verwierp het EHRM ook de claim van België dat Jehovah’s Getuigen een verzoek tot erkenning door de staat konden indienen. Het EHRM merkte op dat het verkrijgen van staatserkenning in België alleen mogelijk is op initiatief van de minister van Justitie en afhangt van een puur discretionaire beslissing van de overheid.

In zijn officiële beslissing verklaarde het EHRM dat de Belgische procedure van staatserkenning ‘inherent een risico van willekeur met zich meebrengt’ en voegde eraan toe dat ‘van religieuze gemeenschappen redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat zij zich onderwerpen aan een procedure die niet is gebaseerd op minimumwaarborgen van billijkheid (…) om in aanmerking te komen voor de belastingvrijstelling in kwestie’. In plaats daarvan vermaande het Hof België om ‘neutraal en onpartijdig’ te zijn in de omgang met religieuze groeperingen zoals Jehovah’s Getuigen.

Het besluit van het EHRM benadrukt dat overheidsinstanties de legitimiteit van geloofsovertuigingen of de manier waarop die overtuigingen worden geuit, niet kunnen beoordelen. Het zal ook helpen voorkomen dat andere Europese landen belastingwetten invoeren die onze organisatie zouden kunnen discrimineren.

We zijn Jehovah dankbaar voor alle juridische overwinningen die ons helpen bij het vervullen van ons verlangen om zijn naam te verheerlijken (Openbaring 15:4).