Doorgaan naar inhoud

Bij het delen van een Bijbelse boodschap in Sofia, Bulgarije, wordt gebruikgemaakt van een mobiele lectuurstand.

14 FEBRUARI 2017
BULGARIJE

Zullen rechtbanken in Bulgarije de godsdienstvrijheid respecteren?

Zullen rechtbanken in Bulgarije de godsdienstvrijheid respecteren?

Op 4 juni 2016 stond Nikolai Stojanov bij een kleine lectuurstand op een openbare weg in Boergas, waar hij kosteloos religieuze lectuur van Jehovah’s Getuigen aanbood aan voorbijgangers. Rond zeven uur ‘s avonds kwam de politie langs. Nikolai werd door de agenten beschuldigd van het overtreden van een plaatselijke verordening en kreeg een boete van 50 lev (25 euro). Hij was een van de vijf Getuigen in Boergas die werden beschuldigd en beboet voor hun vreedzame religieuze activiteiten in mei en juni.

Stadsbestuur veroordeeld voor negeren van recht op godsdienstvrijheid

Nikolai en de vier andere Getuigen gingen in beroep tegen de strafrechtelijke beschuldigingen en boetes. In oktober en november 2016 wees de rechtbank van Boergas de aanklachten tegen Nikolai en de andere Getuigen af en schrapte hun boetes.

Jehovah’s Getuigen in Boergas waren er intussen toe overgegaan de grondwettigheid van de verordening te betwisten. Op 12 oktober 2016 besloot de bestuursrechter in Boergas dat de verordening waardoor de religieuze activiteit van de Getuigen werd ingeperkt strijdig was met de grondwettelijke waarborgen van Bulgarije en de internationale verplichtingen aangaande godsdienstvrijheid.

Het stadsbestuur van Boergas was er al van op de hoogte dat er grondrechten werden geschonden door de beperkende bepalingen van de Verordening ter handhaving van de openbare orde. In 2013 had een nationalistische politieke partij wijzigingen voorgesteld omdat ze beweerde dat sommige mensen uit de buurt klaagden over de religieuze activiteit van Getuigen. De gouverneur van de oblast bekeek de verordening, concludeerde dat de wijzigingen discriminerend waren en verklaarde ze ongrondwettig. De volgende gouverneur van de oblast trok dit besluit echter in, en het stadsbestuur nam de wijzigingen van de verordening aan. De ombudsman waarschuwde het stadsbestuur ervoor dat de nieuwe voorschriften onrechtmatig waren, maar ze bleven van kracht tot de regionale rechtbank van Boergas ze nietig verklaarde.

In Kjoestendil deden zich soortgelijke situaties voor. Het stadsbestuur stemde bewust voor het wijzigen van een verordening waardoor de godsdienstvrijheid werd ingeperkt en gaf de plaatselijke politie vervolgens opdracht toe te zien op de naleving. De bestuursrechtbank van Kjoestendil vernietigde zes strafrechtelijke beschuldigingen en boetes tot wel 800 lev (407 euro) die waren opgelegd aan Getuigen wegens zogenaamd illegale religieuze activiteit. De rechter zei in een van zijn uitspraken: ‘De verzoekster is aansprakelijk voor een daad die in essentie een uitoefening is van het recht op godsdienstvrijheid, waarvan zij is verzekerd door de Grondwet en de Godsdienstwet.’ Op 24 juni 2016 wees dezelfde rechtbank een verzoek van plaatselijke Getuigen toe, en verklaarde dat de wijzigingen van de verordening in strijd waren met de grondwet. * Het stadsbestuur van Kjoestendil is tegen deze uitspraak in beroep gegaan bij het Hooggerechtshof.

Recht op belijden van geloof leidt tot gemengde reacties

In de afgelopen jaren hebben minstens 44 gemeenten in Bulgarije verordeningen aangepast om de religieuze activiteit van geregistreerde religieuze organisaties in te perken. Als plaatselijke autoriteiten de beperkende verordeningen toepassen, krijgen Getuigen te maken met schriftelijke waarschuwingen, dagvaardingen, boetes, bedreigingen en zelfs geweld. Zo bedreigde Marin Tsvetkov, een plaatselijke ambtenaar in de stad Vratsa, twee vrouwelijke Getuigen door te zeggen dat hij voetbalhooligans op hen af zou sturen om hen te mishandelen. Daarna pakte hij wat van hun religieuze lectuur en vernielde die.

Op andere plekken hebben onbevooroordeelde ambtenaren en Bulgaarse rechtbanken de godsdienstvrijheid wel gerespecteerd. Op 2 juni 2016 vroegen drie beambten een groepje Jehovah’s Getuigen die in de hoofdstad Sofia met een mobiele lectuurstand stonden, naar hun vergunning voor dit vrijwilligerswerk. Nadat ze de zaak hadden bekeken, bevestigden de beambten dat het recht om een dergelijke vreedzame activiteit uit te voeren wordt gewaarborgd door de Grondwet van Bulgarije. In Plovdiv, de op een na grootste stad van het land, sprak het stadsbestuur zijn veto uit over een poging van een politieke groepering om de Verordening van openbare orde en veiligheid zo te wijzigen dat Jehovah’s Getuigen als religie verboden zouden worden.

Hoe gaat het verder met de betwiste verordeningen?

Jehovah’s Getuigen in Bulgarije ondernemen stappen om alle 44 verordeningen te betwisten die het grondwettelijke recht op het delen van een religieuze geloofsovertuiging inperken. Krassimir Velev, woordvoerder voor het landelijke bestuurscentrum van Jehovah’s Getuigen in Sofia, zegt: ‘Jehovah’s Getuigen bieden hulp aan de samenleving door met mensen te praten over onderwerpen die hen bezighouden en door overtuigende antwoorden uit de Bijbel te delen. Veel mensen verwelkomen onze boodschap, maar in plaatsen waar verordeningen met beperkingen gelden, worden we aangepakt omdat we gratis lectuur verspreiden of omdat we in het openbaar onze religieuze overtuiging uiten. Als het redelijk is, verdedigen we het kostbare, door God gegeven recht op vrijheid van aanbidding.’

Jehovah’s Getuigen zijn dankbaar dat veel hoge ambtenaren en rechtbanken in Bulgarije opkomen voor de religieuze vrijheid waar alle groepen in de samenleving profijt van hebben. De tijd zal leren of de autoriteiten de andere verordeningen die religieuze activiteit in Bulgarije inperken, op dezelfde manier zullen aanpakken.

^ ¶7 Bulgarije is een verdragspartij bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit verdrag waarborgt de vrijheid van het belijden van een godsdienst of het tot uitdrukking brengen van een overtuiging in aanbidding, in onderwijs, in de praktische toepassing ervan en in het onderhouden van geboden en voorschriften. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de Europese Commissie voor democratie door middel van het recht (Commissie van Venetië) zijn steeds van mening geweest dat het vreedzaam samenkomen van Jehovah’s Getuigen voor aanbidding en het delen van hun geloof met anderen, door deze waarborg worden beschermd.