Tijdens de COVID-19-pandemie hebben onze broeders en zusters in sommige delen van Congo (Kinshasa) en Congo (Brazzaville) ook nog te maken met overstromingen en gewapende conflicten. Het bijkantoor van Congo (Kinshasa), dat de supervisie heeft over de prediking in deze twee landen, heeft regelingen getroffen om te voorzien in materiële en geestelijke hulp. Het bijkantoor heeft in heel het bijkantoorgebied 57 hulpverleningscomités (hvc’s) gevormd om in de behoeften van onze broeders en zusters te voorzien. Tot dusver hebben ruim 90.000 broeders en zusters voedsel ontvangen.

Op 16 en 17 april 2020 veroorzaakte zware regenval overstromingen in de oostelijke provincies van Congo (Kinshasa). Daardoor moesten 139 verkondigers hun huis verlaten. Ze zijn ondergebracht bij geloofsgenoten. De hvc’s in dat gebied doen hun best om een tijdelijke of permanente woning voor ze te vinden.

De broeders en zusters ondersteunen royaal de hulpverlening van de hvc’s. In één gebied schonken verkondigers 700 kilo bananen, 400 kilo mais en 220 kilo cassave en cassavebladeren.

Bovendien boden de 60 verkondigers van de Some 26 Km Congregation logies aan 50 broeders en zusters die uit oorlogsgebieden waren gevlucht. De verkondigers deelden hun eigen voedsel met hen totdat ze hulp ontvingen van een hvc.

Een gezinshoofd in Brazzaville, de hoofdstad van Congo (Brazzaville), vertelt nadat hij hulpgoederen had gekregen: ‘Het leven kan plots veranderen. Ik had een baan en een bescheiden salaris, en mijn vrouw deed af en toe losse klusjes. Daarvan konden we rondkomen. Toen de pandemie begon, raakten we ons inkomen kwijt. Maar we raakten niet ons vertrouwen in Jehovah kwijt. Terwijl we het erover hadden wat we moesten doen als onze voorraad uiteindelijk op zou zijn, kwam Jehovah ons te hulp.’

Zuster Mbuyi Ester, een weduwe uit de stad Kinshasa, zei: ‘Een maand geleden overleed mijn man, en ik had wanhopig behoefte aan hulp. Ik had geen bron van inkomsten meer en mijn drie kinderen hadden eten nodig. Mijn familie had nooit zo’n grote hoeveelheid voedsel kunnen verzamelen waar we zo veel dagen van konden eten. Dank u wel, Jehovah!’

We bidden dat Jehovah voor onze broeders en zusters blijft zorgen en de hulpverlening zegent. We kijken ook uit naar de tijd dat iedereen zal kunnen genieten van de overvloedige opbrengst van de aarde (Psalm 72:16).