Sinds december 2017 is er in de provincie Ituri in Congo (Kinshasa) een conflict tussen de Hema en de Lendu. Daarbij zijn veel doden gevallen en tienduizenden mensen zijn gevlucht. Ook veel van onze broeders en zusters zijn getroffen door het escalerende geweld.

Duizenden Congolese vluchtelingen zijn naar Oeganda gevlucht om aan het conflict te ontsnappen, onder wie 192 Getuigen die in twee vluchtelingenkampen vlak bij de grens met Congo zitten. In juni 2018 zijn nog eens 1098 Getuigen vanuit het conflictgebied gevlucht naar Bunia, de hoofdstad van Ituri. Helaas zijn een echtpaar en drie kleine kinderen van Getuigen gestorven als gevolg van ziekte. Maar geen van onze broeders en zusters is omgekomen door het brute geweld.

De huizen van veel gevluchte Getuigen zijn geplunderd of platgebrand. En veel van de gewassen die ze als inkomstenbron verbouwden zijn verwoest.

Vanaf het moment dat de gevechten begonnen, hebben verkondigers buiten het conflictgebied hun getroffen broeders en zusters geholpen. Sommigen hebben hun auto uitgeleend zodat verkondigers geëvacueerd konden worden naar een veilige plek (zie foto bovenaan het artikel). Daarnaast hebben 205 gezinnen van Getuigen in Bunia hun geëvacueerde broeders en zusters voorzien van geld, voedsel en onderdak, ook al hebben ze het zelf niet breed. Hoewel er in Bunia twee grote vluchtelingenkampen zijn, zijn alle geëvacueerde verkondigers gehuisvest bij plaatselijke Getuigen (Spreuken 17:17).

Het bijkantoorcomité van Congo heeft een hulpverleningscomité opgericht dat voorziet in de basisbehoeften van onze broeders en zusters. Daarnaast heeft een bijkantoorvertegenwoordiger de getroffen Getuigen bezocht om ze geestelijke steun te geven.

De broeders en zusters die naar Bunia en andere gebieden zijn gevlucht, komen ondanks hun situatie met de plaatselijke gemeenten samen en prediken het goede nieuws. Van februari tot april 2018 hebben de Getuigen 270 Bijbelstudies opgericht in de vluchtelingenkampen.

We bidden dat Jehovah onze broeders en zusters in Congo innerlijke rust zal geven en de hulpverlening voor de getroffen verkondigers zal zegenen. We zien allemaal uit naar de dag dat Gods Koninkrijk komt en in blijvende veiligheid en ‘een vredige plaats’ voor al Jehovah’s aanbidders voorziet (Jesaja 32:17, 18).