14 JUNI 2022
FILIPIJNEN
Vijfenzeventig jaar zendelingen op de Filipijnen
Op 14 juni 1947 kwamen drie broeders, Lorenzo Alpiche, Earl Stewart en Victor White, aan in de haven van Manila. Met hun komst begon het zendelingenwerk op de Filipijnen. Een vierde zendeling die Gilead had doorlopen, Nick Skelparick, sloot zich ongeveer een maand later bij hen aan.
Deze broeders waren goed opgeleid en wilden graag aan het werk. Al gauw waren ze er druk mee bezig de 2400 verkondigers te helpen die al op de Filipijnen predikten. Slechts 11 jaar later, tegen 1958, was het gemiddelde aantal Koninkrijksverkondigers bijna vertienvoudigd tot meer dan 23.000. Nu, 75 jaar nadat de eerste zendelingen kwamen, is het aantal aanbidders van Jehovah op de Filipijnen gegroeid tot ruim 230.000.
De komst van de zendelingen was niet toevallig. Nog geen drie maanden voor hun komst, van 31 maart tot 2 april 1947, had Nathan Knorr, de toenmalige president van de Watch Tower Society, lezingen gehouden op een historisch congres van Jehovah’s Getuigen in Manila. Hij had toen beloofd dat er binnenkort Gileadzendelingen naar het land gezonden zouden worden om het predikingswerk te helpen reorganiseren na de verwoestende Tweede Wereldoorlog.
Op de laatste dag van dat congres waren in Manila Bay 151 nieuwe broeders en zusters gedoopt tegen de achtergrond van schepen die tijdens de oorlog gezonken waren. Later die dag hield broeder Knorr voor een publiek van 4200 mensen de openbare lezing ‘The Joy of All the People’. Die lezing werd tegelijkertijd op de radio uitgezonden en bereikte zo nog eens duizenden mensen in het hele land. Broeder Knorr en broeder Milton Henschel, ook van het hoofdkantoor, gaven Bijbelse aanmoediging die de broeders en zusters zou helpen om op een georganiseerde manier door te gaan met de prediking.
Denton Hopkinson, een zendeling die al vanaf 1954 op de Filipijnen dient, vertelt over de activiteit van de afgelopen 75 jaar: ‘De eerste zendelingen die in 1947 aankwamen hebben een grote rol gespeeld in het opbouwen en organiseren van de gemeenten ter voorbereiding op de enorme groei die zou volgen.’
We zijn onze hemelse Vader, Jehovah, dankbaar voor zijn zegen op het harde werk van zijn aanbidders op de Filipijnen en overal ter wereld (Jesaja 60:22).