30 MEI 2023
FRANKRIJK
Vijftig jaar Bethel Frankrijk in Normandië
In januari 2023 was het 50 jaar geleden dat het bijkantoor in de regio Normandië in Frankrijk in gebruik werd genomen. De inwijding van die gebouwen vond ongeveer een halfjaar later plaats, op 9 juni 1973.
Vóór de bouw van het complex in Normandië was het Franse bijkantoor alleen gevestigd in Boulogne-Billancourt, in de buurt van Parijs. Maar die locatie bleek uiteindelijk te klein om de toename van het aantal Koninkrijksverkondigers in het land goed te kunnen ondersteunen. Bovendien werden publicaties die in de Verenigde Staten werden gedrukt naar Frankrijk verzonden via de westelijke havenstad Le Havre, die ongeveer 200 kilometer van het bijkantoor lag. Daarom begonnen de broeders, in een poging de tijd, het reizen en de bijbehorende kosten te beperken, te zoeken naar een terrein tussen de twee steden waarop ze extra gebouwen konden bouwen.
Uiteindelijk vonden en kochten ze een geschikt stuk land in het Normandische plaatsje Louviers, ongeveer 100 kilometer van Parijs en Le Havre. De bouw van het complex begon in 1972 en duurde acht maanden.
In de jaren daarna bleef het aantal Koninkrijksverkondigers gestaag toenemen. Door die groei moest het complex in Normandië meerdere keren worden uitgebreid. Daarna werd een nabijgelegen stuk land aangekocht en werden extra woongebouwen gebouwd. En in 1996 werden de leden van de Bethelfamilie die nog in Boulogne-Billancourt dienden, naar Normandië overgeplaatst.
Nu zijn er meer dan 162.000 verkondigers actief in de 13 landen die onder het toezicht van het bijkantoor in Frankrijk vallen. En hoewel de drukwerkzaamheden in Normandië in 1998 zijn gestopt, zijn de gebouwen opnieuw ingericht om andere aspecten van ons predikings- en onderwijzingswerk te ondersteunen. Dat omvat het vertalen van Bijbels materiaal in 24 talen. Het bijkantoor verzorgt ook diverse videoproducties. Momenteel werken er meer dan 400 broeders en zusters op het bijkantoor.
Het is mooi om te zien hoe Jehovah de prediking in Frankrijk ‘versnelt’ (Jesaja 60:22).