Overzicht Georgië
Jehovah’s Getuigen zijn sinds 1953 in Georgië actief. Ze zijn wettelijk geregistreerd en zijn over het algemeen vrij om hun geloof uit te oefenen. Maar sommige problemen, zoals religieuze onverdraagzaamheid, blijven bestaan.
Van 1999 tot 2003 ontketenden extremisten een wrede en meedogenloze golf van geweld tegen Jehovah’s Getuigen. De aanvallers voelden zich vrij om dat te doen omdat wetshandhavers weigerden hen te straffen. In die tijd slaagde een ultranationalistisch lid van het parlement er tijdelijk in de rechtspersonen van de Getuigen te ontbinden, en dit droeg bij tot een escalatie van geweld. Om het probleem op te lossen dienden de Getuigen zes verzoekschriften in bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Het EHRM deed twee unanieme uitspraken, respectievelijk in 2007 en in 2014, waarin de regering veroordeeld werd omdat ze niet meteen het religieuze geweld effectief en zonder vooringenomenheid tegenover de slachtoffers had aangepakt. In 2015 aanvaardde het EHRM unaniem de erkenning van de regering dat die de rechtspersonen van de Getuigen in 2001 onterecht had ontbonden.
Sinds 2004 is het geweld tegen Jehovah’s Getuigen aanzienlijk verminderd. Ze hebben hun activiteiten kunnen uitbreiden en hebben veel Koninkrijkszalen gebouwd. Maar soms zijn ze vanwege hun religie nog steeds het slachtoffer van aanvallen en intimidatie. Het probleem wordt verergerd doordat autoriteiten vaak niets tegen die misdrijven doen. De Getuigen verwachten dat de Georgische regering zich volledig gaat voegen naar de uitspraken van het EHRM, uitingen van geweld meteen gaat onderzoeken en daders ervan gaat vervolgen.