Doorgaan naar inhoud

11 NOVEMBER 2014
INDIA

Vrije meningsuiting in India al bijna 30 jaar beschermd door uitspraak Hooggerechtshof

Vrije meningsuiting in India al bijna 30 jaar beschermd door uitspraak Hooggerechtshof

Voor drie kinderen in een plaatsje in Kerala (Zuidwest-India) begon 8 juli 1985 als een gewone schooldag. Maar die dag zei de schooldirectrice dat alle kinderen in de klas moesten gaan staan om het volkslied, ‘Jana Gana Mana’, te zingen. Bijoe (15) en zijn zusjes, Binu Mol (13) en Bindu (10), weigerden dit. Als Getuigen van Jehovah stond hun geweten hun niet toe het volkslied te zingen omdat ze oprecht van mening waren dat dit zou neerkomen op afgoderij en op ontrouw aan hun God, Jehovah.

V.J. Emmanuel, de vader van de kinderen, had een gesprek met de directrice en de onderwijzers, die het er allemaal over eens waren dat de kinderen naar school konden gaan zonder het volkslied mee te zingen. Maar een medewerker van de school ving het gesprek op en rapporteerde het. Toen een lid van de wetgevende vergadering er uiteindelijk over hoorde, stelde die de kwestie op de vergadering aan de orde omdat hij het gedrag van de kinderen niet-patriottisch vond. Kort daarna gaf een schoolinspecteur de directrice de opdracht om de kinderen van school te sturen als zij het volkslied niet mee zouden zingen. De vader deed tevergeefs een beroep op de schooldirectie om zijn kinderen weer op school toe te laten. Hij diende een bezwaarschrift in bij de hoogste rechter van Kerala. Toen deze hem in het ongelijk stelde, ging hij in cassatie bij het Hooggerechtshof van India.

Grondrechten verdedigd door het Hooggerechtshof

Op 11 augustus 1986 verwierp het Hooggerechtshof de uitspraak van de rechter in Kerala in de zaak Bijoe Emmanuel v. State of Kerala. Volgens het Hof was het feit dat de kinderen op grond van hun ‘gewetensvol beleden geloofsovertuiging’ van school waren gestuurd een schending van de Grondwet van India. Rechter O. Chinnappa Reddy zei: ‘Er staat geen bepaling in de wet (...) die iemand ertoe verplicht te zingen.’ Het Hof merkte op dat het recht op vrijheid van meningsuiting ook inhoudt dat iemand het recht heeft te zwijgen, en dat iemand gepast respect toont door voor het volkslied op te staan. Het Hof droeg de schooldirectie op de kinderen weer op school toe te laten.

De rechter zei verder: ‘Zij [Jehovah’s Getuigen] zingen nergens het volkslied, of het nu gaat om “Jana Gana Mana” in India, “God save the Queen” in Groot-Brittannië, “The Star-Spangled Banner” in de Verenigde Staten, enzovoorts. (...) De enige reden waarom ze niet meezingen is hun oprechte geloof en overtuiging dat hun religie hun niet toestaat mee te doen met welk ritueel maar ook, tenzij het gaat om gebeden tot Jehovah, hun God.’

Zaak schept precedent voor religieuze rechten

De zaak Bijoe Emmanuel v. State of Kerala is van zeer groot belang omdat die onderstreept dat niemand wettelijk verplicht kan worden zijn of haar geweten en geloofsovertuiging geweld aan te doen. Hoewel het Hof erkende dat fundamentele rechten niet absoluut zijn en onderhevig zijn aan de openbare orde, de publieke moraal en de volksgezondheid, stelde het wel grenzen aan de bevoegdheid van de staat om zijn burgers willekeurige en buitenproportionele beperkingen op te leggen. De uitspraak luidde: ‘Door iedere leerling te verplichten om ondanks religieuze gewetensbezwaren het volkslied mee te zingen (...) zouden de rechten die gewaarborgd worden door artikel 19 lid 1a en artikel 25 lid 1 [van de Grondwet van India] duidelijk geschonden worden.’

De uitspraak beschermt ook de grondwettelijke vrijheden van minderheidsgroeperingen. Het Hof merkte verder op: ‘Een land kan pas echt zeggen dat het een democratie is als zelfs een onbeduidende minderheid onder de Grondwet de ruimte krijgt om haar eigen identiteit te bepalen.’ Reddy zei: ‘Hoe we ergens persoonlijk over denken doet er niet toe. Als het geloof oprecht en gewetensvol wordt beleden, verdient het de bescherming van artikel 25 [van de Grondwet].’

‘Onze traditie leert verdraagzaamheid; onze levensbeschouwing zet aan tot verdraagzaamheid; onze grondwet staat voor verdraagzaamheid; laten wij dit niet ondermijnen.’ — Rechter O. Chinnappa Reddy

Gevolgen van de uitspraak voor de samenleving

De zaak Bijoe Emmanuel v. State of Kerala kreeg veel publiciteit en werd uitgebreid in het parlement besproken. De uitspraak maakt nog steeds deel uit van de leerstof die op universiteiten bij het vak staatsrecht wordt onderwezen. Er wordt in juridische tijdschriften en krantenartikelen ook nog steeds naar verwezen als een beroemde en historische uitspraak die baanbrekend is geweest voor de tolerantie in India. De uitspraak heeft een grote bijdrage geleverd aan de definitie van religieuze vrijheid in een pluralistische samenleving. Als de vrije meningsuiting in India in gevaar komt, is de uitspraak een bescherming voor dit gekoesterde recht.

Grondrechten beschermd tot algemeen nut

Het gezin Emmanuel nu. Achterste rij, van links naar rechts: Binu, Bijoe en Bindu. Voorste rij: V.J. Emmanuel en Lillykutty

In de tijd dat de zaak speelde, werd de familie Emmanuel bespot, door autoriteiten onder druk gezet en zelfs met de dood bedreigd. Maar de gezinsleden hebben er geen spijt van dat ze aan hun religieuze overtuiging hebben vastgehouden. Bindu, een van de dochters die nu getrouwd is en zelf een kind heeft, zegt: ‘Ik was verrast toen ik een advocaat ontmoette die tijdens zijn rechtenstudie mijn zaak had bestudeerd. Hij uitte zijn grote waardering voor wat de Getuigen met hun juridische strijd hebben betekend voor de mensenrechten.’

Emmanuel zegt: ‘Onlangs ontmoette ik een gepensioneerde rechter van het Hooggerechtshof, K.T. Thomas. Toen hij erachter kwam dat ik de vader van de drie kinderen uit de volkslied-zaak was, feliciteerde hij me. Hij vertelde dat hij deze zaak altijd aanhaalt als hij een groep juristen toespreekt omdat hij vindt dat het een schitterende overwinning voor de mensenrechten was.’

Bijna 30 jaar na de uitspraak is de zaak Bijoe Emmanuel v. State of Kerala nog steeds een van de pijlers van de vrijheid van meningsuiting in India. Jehovah’s Getuigen zijn blij dat ze een bijdrage hebben kunnen leveren aan de grondwettelijke vrijheden voor alle burgers in India.