12 NOVEMBER 2020
ITALIË
Italiaans gerechtshof bekrachtigt recht van Getuigen om te kiezen welke medische zorg hun kinderen krijgen
Het gerechtshof in Milaan (Italië) oordeelde onlangs ten gunste van een Getuigenechtpaar in een zaak over de medische behandeling van hun kind. Die uitspraak draagt ertoe bij dat rechtbanken de geschiktheid van ouders niet in twijfel kunnen trekken alleen maar omdat ze vanwege hun religieuze overtuiging vragen om een medische behandeling voor hun kind zonder donorbloed.
In september 2019 ging een Getuigenechtpaar met hun dochtertje van tien maanden naar het ziekenhuis omdat ze gewond was geraakt bij een val. De artsen ontdekten dat het hoofdletsel een subduraal hematoom had veroorzaakt dat operatief moest worden verwijderd. De operatie slaagde zonder bloedtransfusie.
Later, toen het kind al aan het herstellen was en buiten levensgevaar was, vroeg een arts de ouders toestemming om transfusies toe te dienen als ‘ondersteunende therapie’. De ouders vroegen om in plaats daarvan algemeen aanvaarde alternatieven te gebruiken.
In plaats van te voldoen aan het verzoek van de ouders nam de arts contact op met de politie en de openbaar aanklager. De openbaar aanklager verkreeg een gerechtelijk bevel van een familierechter. Het gerechtelijk bevel beperkte het wettelijk gezag van de ouders en droeg het gezag in verband met de medische behandeling van het kind over aan het ziekenhuis. Er werd echter geen bloedtransfusie toegediend, omdat de artsen besloten dat dit niet nodig was.
Dit voorval trok veel aandacht van de Italiaanse media. Veel van die media berichtten ten onrechte dat het meisje gered was door een door de rechter geautoriseerde bloedtransfusie.
Op 10 september 2020 herriep het hof de uitspraak van de familierechter die het wettelijk gezag van de ouders had ingeperkt. Het hof wees erop dat de familierechter het gerechtelijk bevel niet had mogen geven en in deze zaak zelfs geen rechterlijke bevoegdheid had.
In de uitspraak zei het hof van Milaan: ‘Alleen het feit dat de ouders op basis van hun religieuze overtuiging bloedtransfusie weigeren, kan niet de basis vormen voor een beoordeling van hun geschiktheid om hun ouderlijk gezag uit te oefenen.’ In het afgelopen jaar alleen al bevestigden drie gerechtshoven in Italië het recht van Getuigenouders om voor hun kinderen medische behandelingen zonder bloed te kiezen.
Het is belangrijk dat de rechterlijke en medische autoriteiten begrijpen dat Jehovah’s Getuigen niet aan gebedsgenezing doen en niet tegen de geneeskunde zijn. Ze zoeken zelfs de beste medische zorg in moderne ziekenhuizen die de ervaring en de mogelijkheden hebben om behandelingen te leveren die samengaan met hun oprechte religieuze overtuiging. Ze vragen artsen alleen om bij die behandelingen geen bloedtransfusies te gebruiken. Vooraanstaande artsen in grote ziekenhuizen over de hele wereld zijn deze uitdaging aangegaan en leveren uitstekende medische zorg zonder bloedtransfusies.
We zijn dankbaar dat deze rechterlijke uitspraken onze broeders en zusters steunen in hun vaste besluit om aanvaardbare medische behandelingen voor hun kinderen te kiezen (Handelingen 15:29).