Doorgaan naar inhoud

6 JULI 2017
KAZACHSTAN

Kazachstan legt activiteiten stil van landelijk hoofdkantoor Getuigen

Kazachstan legt activiteiten stil van landelijk hoofdkantoor Getuigen

Op 29 juni 2017 vonniste een rechtbank in Almaty (Kazachstan) dat alle activiteiten van het Christelijk Centrum van Jehovah’s Getuigen in Kazachstan drie maanden stil moesten worden gelegd. Ook legde de rechtbank het centrum een boete op. De rechterlijke uitspraak is gebaseerd op een inspectie waarin werd vastgesteld dat het centrum naast de 25 al geïnstalleerde camera’s nog 3 extra beveiligingscamera’s nodig had om aan de wettelijke vereisten voor openbare ruimten te voldoen. Op 6 februari 2017 hadden overheidsbeambten echter al een officiële plattegrond van het centrum goedgekeurd waarop alle geïnstalleerde beveiligingscamera’s stonden aangegeven, en daarmee hadden ze bevestigd dat het centrum volledig voldeed aan de relevante wetgeving.

Polat Bekzjan, woordvoerder van het centrum, zei: ‘De beslissing om alle activiteiten van het centrum stil te leggen is een buitengewoon disproportionele sanctie voor de vermeende overtreding. We gaan in beroep tegen de uitspraak, die lijkt te zijn ingegeven door religieuze intolerantie.’

Staatsinmenging in de activiteiten van het centrum

Jehovah’s Getuigen in Kazachstan hebben te maken met toenemende intimidatie door wetshandhavers. Voorafgaand aan het vonnis van rechter Pakirdinov van de bestuursrechtbank op 29 juni deden de autoriteiten op 17 mei een inval in het centrum onder het voorwendsel van een veiligheidsinspectie. De inval vond plaats op klaarlichte dag en werd uitgevoerd door de Nationale Staatsveiligheidsdienst (voormalige KGB) en meer dan 30 agenten, onder wie speciale eenheden met maskers en machinegeweren. Ze beweerden dat ze een bevel hadden om openbare ruimten op veiligheid te controleren vóór de Expo 2017, die in juni in de hoofdstad Astana van start ging.

17 mei 2017, inval in het centrum

Van 23 tot en met 25 juni 2017 hielden Jehovah’s Getuigen een speciaal driedaags congres dat werd bijgewoond door afgevaardigden uit de Verenigde Staten, Europa, Oekraïne, Georgië, Kirgizië en andere landen. Voorafgaand aan het congres hadden de autoriteiten zich echter bemoeid met de contracten voor congreslocaties, en de contracten werden geannuleerd. De religieuze bijeenkomst van de 1500 afgevaardigden en de plaatselijke Getuigen vond daarom plaats op het terrein van het centrum.

23 juni 2017, buitenlandse congresafgevaardigden worden opgehouden door de politie

Op de eerste dag van het congres werden 11 bussen met ongeveer 500 buitenlandse afgevaardigden twee uur lang bij hun hotels opgehouden omdat politieagenten zogenaamd de papieren van de buschauffeurs wilden controleren. Op de tweede dag hield de politie 20 bussen met 900 afgevaardigden tot wel 3 uur lang op bij hun hotels, opnieuw onder het mom van een controle van de papieren van de chauffeurs.

Het centrum diende een klacht in bij de openbaar aanklager van Almaty. Hoewel de aanklager niet reageerde, werden de Getuigen de derde dag van het congres niet lastiggevallen door de politie. Nog geen vier dagen na afloop van het congres volgde echter de uitspraak van de bestuursrechtbank in Almaty over de opschorting van de activiteiten van het centrum.

De wet wordt ingezet om problemen te creëren

Sinds december 2012 heeft de Kazachse regering de godsdienstvrijheid van Jehovah’s Getuigen in het hele land steeds verder ingeperkt. De regering heeft aan meer dan 60 Getuigen van Jehovah zware boetes opgelegd voor niet-geregistreerde ‘zendingsactiviteiten’.

In januari 2017 startten de Kazachse autoriteiten twee strafrechtelijke processen tegen Getuigen van Jehovah omdat ze hun religieuze overtuiging met anderen hadden gedeeld. In mei werd Tejmoer Achmedov veroordeeld voor religieuze activiteiten, hij zit nu een gevangenisstraf uit van vijf jaar. Ook doet de politie onderzoek naar een Getuige die zou hebben aangezet tot religieuze haat door een religieuze publicatie aan te bieden die de Russische autoriteiten hebben verboden omdat ze die bezien als ‘extremistische lectuur’.

Zal Kazachstan Rusland volgen wat de behandeling van Jehovah’s Getuigen betreft?

De Getuigen hebben talloze besprekingen gehad met de Commissie voor Religieuze Zaken over hun recht om hun aanbidding in vrijheid te beoefenen, maar dit heeft niet veel opgeleverd. Het Hooggerechtshof van Kazachstan heeft echter op verzoek van het Openbaar Ministerie de zaak in behandeling genomen van Andrej Koroljov, een Getuige van Jehovah die was veroordeeld voor het openlijk met anderen delen van zijn geloofsovertuiging. In de uitspraak van 1 juni 2017 sprak het Hooggerechtshof Koroljov vrij en erkende dat de vreedzame openbare uiting van iemands geloofsovertuiging wordt beschermd door het recht op godsdienstvrijheid. Hoewel het Openbaar Ministerie de Getuigen ervan heeft verzekerd dat het bekendheid zal geven aan de uitspraak, hebben lagere rechters tot nog toe geweigerd de uitspraak na te volgen waardoor er opnieuw Getuigen van Jehovah zijn veroordeeld voor zogenaamd ‘niet-geregistreerde zendingsactiviteiten’.

Gregory Allen, assistent-raadsman van Jehovah’s Getuigen, zei: ‘Het is erg triest te zien dat Kazachstan de tactiek van Rusland volgt door ongegronde aanklachten te gebruiken om het internationaal erkende recht op godsdienstvrijheid aan te tasten. We vrezen dat de uitspraak van 29 juni om de activiteiten van het centrum op te schorten veel meer is dan het lijkt, maar we zien ernaar uit dat in hoger beroep een rechtvaardige uitspraak wordt gedaan tegen deze inmenging.’

Jehovah’s Getuigen over de hele wereld zijn bezorgd dat deze recente ontwikkelingen een aanwijzing zijn dat de autoriteiten toewerken naar een verbod op hun geloofsgenoten in Kazachstan, vergelijkbaar met de stappen tegen de Getuigen in Rusland.