Het VN-Mensenrechtencomité (CCPR) heeft meteen gereageerd op een klacht die op 3 januari 2018 is ingediend namens Tejmoer Achmedov. Achmedov, die 61 jaar oud is en een slechte gezondheid heeft, zit al bijna een jaar onterecht vast. Omdat de Kazachse rechtbanken zijn beroepsverzoeken hebben afgewezen en zijn veroordeling voor vermeend illegale religieuze activiteiten hebben gehandhaafd, heeft Achmedov zich voor hulp tot het CCPR gewend.

In een schrijven van 9 januari dringt het CCPR er bij Kazachstan op aan om voorlopige maatregelen te treffen ten behoeve van Achmedovs welzijn, zelfs voordat het CCPR een beslissing neemt naar aanleiding van zijn klacht. Het dringt er bij de autoriteiten op aan om ‘zonder uitstel te waarborgen dat [Achmedov] adequate medische zorg krijgt en dat de voorwaarden voor zijn gevangenschap volledig in lijn zijn met [het Internationale Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten] en internationale normen’. Verder wordt de autoriteiten in de brief verzocht om ‘te overwegen [hem] vanwege zijn gezondheid vrij te laten of onder huisarrest te plaatsen in de tijd dat zijn klacht nog in behandeling is bij het CCPR’.

Uit het verzoek om voorlopige maatregelen blijkt eenzelfde bezorgdheid om Achmedovs welzijn als die eerder werd geuit door de VN-Werkgroep inzake Arbitraire Detentie. In oktober 2017 behandelde die werkgroep een klacht van Achmedov. De werkgroep oordeelde dat zijn detentie arbitrair is en dat de autoriteiten hem zouden moeten vrijlaten en compenseren voor de onrechtvaardige behandeling. Tot nu toe heeft de Kazachse overheid de veroordelingen door de VN-Werkgroep genegeerd. Achmedov heeft bijna een jaar van zijn gevangenisstraf van vijf jaar uitgezeten.