Doorgaan naar inhoud

1 MAART 2016
KIRGIZIË

Zal de slachtoffers van het gewelddadige politieoptreden in Osj recht worden verschaft?

Zal de slachtoffers van het gewelddadige politieoptreden in Osj recht worden verschaft?

De Kirgizische procureur-generaal heeft de openbaar aanklager van de stad Osj voor de derde keer opdracht gegeven om te overwegen een strafrechtelijk onderzoek te starten naar tien politieagenten. In augustus 2015 deed de politie een onrechtmatige inval in een godsdienstige bijeenkomst van Jehovah’s Getuigen en sloeg een aantal aanwezigen hevig. Ondanks duidelijke bewijzen van het wangedrag van de politie, heeft de openbaar aanklager van de stad Osj geweigerd om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen.

Onrechtmatige inval en hardhandig politieoptreden

In de ochtend van zondag 9 augustus vielen tien agenten van politiedepartement 10 * van Osj een religieuze bijeenkomst binnen die in een gehuurd café werd gehouden en waar 40 mensen bijeen waren voor een vredige religieuze dienst. Een van de politieagenten schreeuwde naar Noerlan Oesoepbaev, die de bijeenkomst leidde, om de religieuze dienst meteen te stoppen, omdat deze ‘illegaal’ zou zijn. De politie dreigde herhaaldelijk alle aanwezigen neer te schieten. Toen een van de aanwezigen, Tyntsjyk Olzobajej, het hardhandige politieoptreden probeerde te filmen, namen ze hem mee naar een andere ruimte en sloegen hem wreed.

De agenten namen tien mannelijke Getuigen mee naar het politiebureau. Daar sloeg de politie zes van hen wreed en wurgde drie van hen, waaronder Oesoepbaev. De mannen werden dezelfde dag vrijgelaten en degenen met zwaar letsel moesten naar het ziekenhuis voor onderzoek.

Twee dagen later, op 11 augustus, arresteerden de agenten Kozjobek Kozjubajev en Noerbek Sjerikbajev Oesoepbaev voor het deelnemen aan illegale religieuze activiteiten. Dit waren dezelfde agenten die opdracht hadden gegeven voor de inval en de mishandeling. Zijn hoorzitting voor de rechtbank van Osj stond voor 20 en 21 augustus gepland.

Rechtbanken handhaven het recht op vrijheid van aanbidding voor Getuigen

Tijdens het verhoor beargumenteerde de vertegenwoordiger van Departement 10 dat de godsdienstige bijeenkomst op 9 augustus illegaal was, omdat Jehovah’s Getuigen geen plaatselijke registratie in Osj hebben. De aanklager beweerde ook dat de aanwezigheid van kinderen van Getuigen op de bijeenkomst in strijd was met de godsdienstwet van Kirgizië, die het verbiedt om kinderen te werven voor een religieuze organisatie.

Op 21 augustus bevond de rechter in Osj Oesoepbaev onschuldig aan illegale religieuze activiteiten. De rechtbank besloot dat de administratieve procedure tegen hem moest worden afgewezen omdat er geen bewijs was dat hij betrokken was bij illegale religieuze activiteiten of dat hij kinderen zou ‘werven’.

De aanklager ging in hoger beroep bij de regionale rechtbank tegen de vrijspraak van Oesoepbaev. De regionale rechtbank wees het verzoek van de aanklager af en bleef bij het besluit van de rechtbank om Oesoepbaev vrij te spreken. De regionale rechtbank herhaalde dat de religieuze organisatie van Jehovah’s Getuigen goed staat geregistreerd in Kirgizië. Daarnaast merkte de rechtbank op dat het gedeelte van de Kirgizische wet dat plaatselijke religieuze registratie vereist, inmiddels al door de Constitutionele Kamer van het Hooggerechtshof in strijd met de grondwet was verklaard. * De openbaar aanklager is echter in hoger beroep gegaan bij het Hooggerechtshof en het Hof zal de zaak op 2 maart 2016 behandelen.

Plaatselijke aanklager krijgt opdracht tot onderzoek politie

Terwijl de zaak aan de gang was, dienden Oesoepbaev en de anderen die wreed geslagen waren tijdens de inval op 9 augustus, een klacht in bij de openbaar aanklager van Osj. Ze verzochten om strafrechtelijke vervolging van de tien politieagenten die bij de mishandeling betrokken waren. Ze dienden meerdere keren een aanklacht in en gingen herhaaldelijk in beroep. Drie keer weigerde de openbaar aanklager een zaak te starten en elke keer tekenden de slachtoffers beroep aan bij de procureur-generaal. De procureur-generaal trok het besluit van de openbaar aanklager twee keer in en gaf hem de opdracht de zaak opnieuw te overwegen. Na het ontvangen van het derde beroepschrift, verwees de procureur-generaal dit echter opnieuw terug naar de openbaar aanklager van Osj voor een besluit, in plaats van het beroepschrift zelf te behandelen. Dit laatste bevel van de procureur-generaal op 21 januari 2016 laat in het midden of de slachtoffers ooit recht zal worden verschaft.

Jehovah’s Getuigen in Kirgizië zijn dankbaar voor de landelijke registratie en voor de recente rechterlijke uitspraken in Osj. Ze hebben waardering voor onbevooroordeelde rechters die moedig de weg vrijmaken voor godsdienstvrijheid door de rechtsstaat te handhaven en door zich aan de toezegging van de regering op vrijheid van godsdienst en levensovertuiging te houden. Ze vinden het wel erg zorgwekkend dat de overheidsfunctionarissen niet besluitvaardig hebben gehandeld door de agenten die deze hardvochtige aanval organiseerden, voor het gerecht te brengen. Jehovah’s Getuigen pleiten bij de procureur-generaal voor een duidelijk en besluitvaardig optreden en voor vervolging van degenen die deze gewelddaad pleegden.

^ ¶4 Departement 10 is een afdeling van het ministerie van Binnenlandse Zaken in Kirgizië.