Doorgaan naar inhoud

10 AUGUSTUS 2016
NAGORNO-KARABACH

Nagorno-Karabach zet gewetensbezwaarde dienstweigeraar onterecht gevangen

Nagorno-Karabach zet gewetensbezwaarde dienstweigeraar onterecht gevangen

De twintigjarige Artur Avanesyan zit een gevangenisstraf van 30 maanden uit in de strafkolonie van Shushi in Nagorno-Karabach, ondanks zijn bereidheid om vervangende dienst te verrichten. Alle rechterlijke instanties van Nagorno-Karabach hebben zijn fundamentele recht op weigering van militaire dienst op grond van gewetensbezwaren afgewezen.

Avanesyan, een van Jehovah’s Getuigen, licht zijn sterke morele overtuiging toe: ‘Mijn geweten staat me niet toe om militaire dienst te verrichten. Ik heb liefde voor mijn naaste, en ik wil geen wapens opnemen of zelfs maar leren hoe ik iemand kwaad moet doen.’ Hij zegt verder: ‘Ik probeer niet mijn burgerplicht te ontduiken. Ik heb geprobeerd om in aanmerking te komen voor vervangende burgerdienst, maar dit werd me niet toegestaan.’

Pogingen om vervangende dienst te verrichten tegengewerkt

Op 29 januari 2014 ontving Avanesyan een oproep om zich te melden bij het Militair Commissariaat van Askeran in Nagorno-Karabach. De volgende dag diende hij een verzoekschrift in waarin hij uitlegde dat hij dienst weigerde op grond van gewetensbezwaren en dat hij bereid was om vervangende burgerdienst te verrichten. Hij riep ook de hulp in van een advocaat, omdat hij wist dat Nagorno-Karabach geen voorzieningen heeft voor vervangende burgerdienst.

Aangezien Avanesyan een Armeens paspoort heeft, kwam zijn advocaat bijeen met ambtenaren in zowel Armenië als Nagorno-Karabach. Het bleek dat Avanesyan zijn vervangende dienst in Armenië zou mogen verrichten. Avanesyan verhuisde daarom naar Armenië. Op 13 februari 2014 diende hij bij het Militair Commissariaat van Masis in Armenië zijn verzoek in voor vervangende dienst.

De commissie voor vervangende dienst van Armenië nam geen contact op met Avanesyan. Maar op 14 juli 2014 werd hij door de politie van Yerevan (Armenië) opgeroepen om naar het centrale politiebureau te komen, waar politieagenten van Nagorno-Karabach hem opwachtten. Hij werd snel gearresteerd en tegen zijn wil van Yerevan naar Askeran in Nagorno-Karabach gebracht — een de facto uitlevering zonder verhoor, bevel van de rechter of andere formaliteiten.

Aanhouding en rechtszaak

Avanesyan, die toen maar 18 was, bracht op 14 juli 2014 zijn eerste nacht in de cel door. Toen hij de volgende dag voor de rechter moest verschijnen, hoorde hij dat de rechtbank eerder een arrestatiebevel tegen hem had uitgevaardigd en bevel had gegeven tot voorlopige hechtenis. De rechtbank bevestigde de eerdere uitspraak en liet Avanesyan opsluiten in de strafkolonie van Shushi. Elk beroep tegen zijn voorlopige hechtenis werd afgewezen.

Op 30 september 2014 veroordeelde rechter Spartak Grigoryan van de rechtbank van eerste aanleg van Nagorno-Karabach Avanesyan tot 30 maanden * gevangenisstraf voor dienstplichtontduiking. Avanesyan ging tegen de beslissing in beroep, maar zowel de rechter in hoger beroep als het Hooggerechtshof van Nagorno-Karabach bekrachtigden zijn veroordeling. Hij zal tot januari 2017 in de gevangenis blijven.

Onverschrokken ondanks onrecht

Shane Brady, een van zijn advocaten, zegt: ‘Avanesyan werd vastgehouden, gearresteerd, gerechtelijk vervolgd en veroordeeld vanwege zijn sterke religieuze overtuiging. Ondanks het feit dat hij onrechtmatig in de gevangenis zit, blijft hij vastberaden vasthouden aan zijn gewetensvolle standpunt.’ Volgens Brady mag Avanesyan van het gevangenispersoneel nu zijn bijbel en Bijbelse lectuur bij zich hebben in zijn cel. Zijn familie mag hem ook komen bezoeken.

Omdat hij alle nationale rechtsmiddelen heeft uitgeput, heeft Avanesyan een verzoek ingediend bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Hij verwacht een positieve uitspraak (hoewel die waarschijnlijk pas maanden na zijn vrijlating zal worden gedaan), aangezien het EHRM herhaaldelijk het recht op dienstweigering op grond van gewetensbezwaren heeft erkend. In de zaak Bayatyan v. Armenia oordeelde de Grote Kamer van het EHRM dat dienstweigering op grond van gewetensbezwaren beschermd wordt door het recht op vrijheid van denken, geweten en godsdienst. Daaropvolgende uitspraken van het EHRM waren een herhaling van dit besluit. *

De uitspraken van het EHRM hebben geleid tot meer respect voor het fundamentele recht op dienstweigering op grond van gewetensbezwaren — zelfs in tijden van onrust en oorlog. In juni 2015 bijvoorbeeld bevestigde het Hooggerechtshof van Oekraïne het recht van gewetensbezwaarde dienstweigeraars om vervangende burgerdienst te verrichten ten tijde van militaire mobilisatie.

Is er hoop voor gewetensbezwaarde dienstweigeraars in Nagorno-Karabach?

Jehovah’s Getuigen in Nagorno-Karabach en in de rest van de wereld hopen dat Nagorno-Karabach dienstweigering op grond van gewetensbezwaren zal erkennen als een fundamenteel recht van de mens. Zal de regering gewetensbezwaarde dienstweigeraars de gelegenheid bieden vervangende burgerdienst te doen in plaats van deze vreedzame jonge mannen gevangen te zetten? Door het fundamentele recht op dienstweigering op grond van gewetensbezwaren te erkennen, zou Nagorno-Karabach algemeen aanvaarde Europese normen naleven en gepast respect tonen voor de oprechte overtuiging van jonge mannen zoals Artur Avanesyan.

^ ¶10 De gevangenisstraf van 30 maanden begon met zijn aanhouding op 14 juli 2014.

^ ¶13 Zie Erçep v. Turkey, nr. 43965/04, 22 november 2011; Feti Demirtaş v. Turkey, nr. 5260/07, 17 januari 2012; Buldu and Others v. Turkey, nr. 14017/08, 3 juni 2014.