Doorgaan naar inhoud

Pushpa Ghimire (links) en Tirtha Maya Ghale (rechts) met handboeien aan elkaar geketend, vlak voordat ze op 4 november 2019 werden vrijgelaten

15 NOVEMBER 2019
NEPAL

Ten onrechte veroordeelde Getuigen in Nepal vrijgelaten in afwachting van proces

Ten onrechte veroordeelde Getuigen in Nepal vrijgelaten in afwachting van proces

Op 4 november 2019 zijn twee zusters, Tirtha Maya Ghale en Pushpa Ghimire, voorwaardelijk uit de gevangenis vrijgelaten. Ze hadden ruim een maand uitgezeten van een gevangenisstraf van drie maanden, die was opgelegd omdat ze hun geloof beoefenden, een recht dat wordt gewaarborgd door Nepalese en internationale wetgeving.

Een jaar eerder waren de zusters gearresteerd omdat ze op straat met mensen hadden gepraat die interesse voor de Bijbel hadden. Na 13 dagen in hechtenis te hebben gezeten, werden de zusters vrijgelaten na een borgsom van 100.000 Nepalese roepies (ongeveer € 785) te hebben betaald, een ongebruikelijk hoog bedrag. Maar de plaatselijke autoriteiten zetten hun strafrechtelijke onderzoek naar de zusters voort.

Op 10 december 2018 begon de strafzaak van de zusters en de hoorzittingen gingen zo’n tien maanden door. Op 25 september 2019 veroordeelde de rechtbank van het district Rupandehi beide zusters tot een gevangenisstraf van drie maanden en een boete van 2500 Nepalese roepies (ongeveer € 20).

De rechter bevond de zusters schuldig aan pogingen tot bekering, alleen maar omdat ze godsdienstige lectuur in hun bezit hadden en verspreidden. Omdat Nepal lidstaat van de Verenigde Naties is en partij bij het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten is, is de regering verplicht erop toe te zien dat de burgers de vrijheid hebben om van godsdienst te veranderen en hun geloof in het openbaar en privé te praktiseren. De zusters dwongen anderen niet om van godsdienst te veranderen, maar verspreidden godsdienstige lectuur aan mensen die daar interesse voor hadden. Daarom hebben de advocaten van de zusters op 31 oktober 2019 beroep aangetekend bij het Hooggerechtshof. Het Hooggerechtshof besliste dat de zusters niet in de gevangenis hoefden te blijven terwijl het beroep loopt, dus ze wachten nu in vrijheid tot het hof uitspraak doet.

We bidden dat Jehovah onze zusters zijn heilige geest blijft geven en ze kracht, vreugde en vrede geeft terwijl ze de uitspraak van het hof afwachten (Romeinen 15:13).