Op 30 december 2022 heeft de rechtbank van Oslo het verzoek van onze broeders om een voorlopige voorziening ingewilligd om de poging van de regering om de registratie van Jehovah’s Getuigen als geloofsgemeenschap in Noorwegen in te trekken, op te schorten. Dit was nodig omdat de provinciegouverneur van Oslo en Viken haar besluit had aangekondigd om onze nationale registratie in te trekken. Door de voorziening kunnen we onze registratie behouden totdat de zaak door de rechtbank is behandeld. Het ministerie voor Jeugd en Gezin vecht de voorziening aan.

De voorlopige voorziening van de rechtbank heeft onmiddellijke voordelen voor onze broeders en zusters, waaronder een aantal verloofde stellen. In Noorwegen benoemt de regering alleen religieuze huwelijksambtenaren van geregistreerde geloofsgemeenschappen. Toen de regering aankondigde dat de registratie van Jehovah’s Getuigen zou worden ingetrokken, betekende dat dat Getuigen geen huwelijken meer zouden mogen voltrekken. Nu kunnen verloofde stellen echter in een plaatselijke Koninkrijkszaal trouwen en de ceremonie door een Getuige van Jehovah laten uitvoeren.

Broeder André Bjørnstad en zuster Yasmin de Andrade Montelo zijn een van die verloofde stellen. Hun opmerkingen werden opgenomen in de voorziening die op 28 december 2022 werd ingediend. Broeder Bjørnstad erkende dat sommigen zich zouden kunnen afvragen waarom hij en zijn verloofde het zo belangrijk vinden om door een van Jehovah’s Getuigen te worden getrouwd. Hij legde uit: ‘Mensen hebben een band met hun geloof en overtuigingen. Als dat niet wordt gerespecteerd, kan het voelen alsof je een deel van je eigen identiteit verliest.’

Voordat Noorwegen besloot om de registratie van Jehovah’s Getuigen in te trekken, had de regering ons het recht op overheidssubsidies ontzegd, die we al meer dan 30 jaar ontvingen. Die subsidies bieden financiële steun die de regering toekent aan meer dan 700 geregistreerde geloofsgenootschappen in het land. Op 21 december 2022 hebben Jehovah’s Getuigen een rechtszaak aangespannen tegen de Noorse regering om de weigering van overheidssubsidies aan te vechten.

De Noorse regering maakt bezwaar tegen onze Bijbelse overtuigingen en praktijken met betrekking tot uitsluiting. De gouverneur ging zelfs zover dat ze eiste dat Jehovah’s Getuigen hun uitsluitingsregeling zouden veranderen om hun registratie te behouden. De maatregelen tegen Jehovah’s Getuigen zijn niet gebaseerd op deskundig advies of gerechtelijke uitspraken.

De gouverneur heeft gezegd dat het verlies van de registratie de godsdienstvrijheid niet belemmert. Maar in soortgelijke zaken waarbij de registratie van onze organisatie werd geweigerd, heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat deze een schending van de godsdienstvrijheid van Jehovah’s Getuigen inhouden. a

Broeder Jørgen Pedersen, lid van het bijkantoor Scandinavië, zegt: ‘Jehovah’s Getuigen oefenen in Noorwegen al meer dan 130 jaar op een vreedzame manier hun geloof uit. Onze fundamentele rechten en vrijheden worden beschermd door de Noorse grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Als het Noorse rechtscollege in ons voordeel beslist, zou dat de rechten en vrijheden van alle burgers van Noorwegen verder versterken.’