Op donderdag 17 december 2020 heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) broeder Oleksandr Tretiak in het gelijk gesteld in de zaak Tretiak v. Ukraine. Broeder Tretiak was op 26 november 2013 door drie personen wreed in elkaar gelagen terwijl hij uit de velddienst op weg was naar huis. Het EHRM stelt in zijn uitspraak dat de Oekraïense overheid heeft nagelaten om het misdrijf goed te onderzoeken. Het Hof heeft broeder Tretiak een compensatie toegekend van 7500 euro.

Broeder Tretiak is zo ernstig mishandeld dat hij bijna een maand in het ziekenhuis heeft gelegen. De politie deed pas na drie maanden onderzoek op de plaats waar de aanval had plaatsgevonden. Ook weigerde de politie om de aanval te kwalificeren als religieus gemotiveerd en de ernst van de verwondingen te erkennen. Later zwakte de politie de beschuldiging af door die als licht vergrijp te classificeren. Daar komt bij dat slechts één van de drie aanvallers in staat van beschuldiging werd gesteld — en dat pas nadat die het land uit was gevlucht. De andere twee aanvallers, onder wie een politieagent, werden alleen maar als getuigen van het misdrijf bezien. Niemand heeft ooit een straf gekregen. Door deze en andere duidelijke schendingen van het recht zag broeder Tretiak zich in 2015 genoodzaakt om de zaak aanhangig te maken bij het EHRM.

In zijn uitspraak concludeerde het EHRM dat ‘de [Oekraïense] overheid heeft nagelaten om de mishandeling van de indiener goed te onderzoeken’, wat een schending is van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

We hopen dat deze uitspraak zal helpen om de religieuze rechten van onze broeders en zusters in Oekraïne en andere landen te beschermen. Bovenal zijn we Jehovah dankbaar, die ons ‘recht doet’ (Klaagliederen 3:59).