Doorgaan naar inhoud

23 JUNI 2022
OEKRAÏNE

Mijn reis naar een veilige plek

Een Oekraïens overlevingsverhaal, verteld door Anastasia Chozjainova

Mijn reis naar een veilige plek

In de ochtend van 24 februari 2022 werd ik wakker van harde geluiden. Omdat het buiten regende dacht ik eerst aan onweer, maar het bleek het geluid van bommen te zijn.

Ik besefte dat ik mijn huis in het centrum van Marioepol uit moest. De volgende dag ging ik naar het huis van mijn oma, Iryna, aan de rand van de stad. Later kwam ook mijn moeder, Kateryna, daarnaartoe. Mijn neefje was daar ook. Een tijdlang waren we veilig in het huis van mijn oma, maar we moesten een aantal dagen in de kelder slapen.

Op een keer viel er een projectiel in onze moestuin terwijl we in de kelder schuilden. De explosie was oorverdovend. Ik bad vurig tot Jehovah. Na een week wisten we dat het niet meer veilig was in het huis van mijn oma, dus besloten we terug te gaan naar het centrum en een manier te zoeken om de stad uit te komen. Ik smeekte Jehovah om ons te beschermen en ons te helpen daar weg te komen.

Het was de ochtend van 4 maart. Er reden geen treinen vanuit Marioepol omdat de stad belegerd was. Daarom schuilden we tien dagen lang met honderden anderen in het theater van de stad. Het was er zo vol dat we op de grond moesten slapen. De omstandigheden waren onhygiënisch, en voor eten en warm water moesten we urenlang in de rij staan.

Op een dag explodeerde er een projectiel vlakbij het theater. De explosie was zo heftig dat veel ruiten sneuvelden, waardoor er ijskoude lucht naar binnen kwam.

Anastasia met haar oma Iryna en haar neefje Andrii

Ik had in die moeilijke tijd veel aan het verslag van Job. Als ik mensen in paniek zag raken door de explosies, las ik in mijn bijbel het boek Job. Dan voelde ik me beter. Het was dan alsof ik samen met Job in dat theater zat en tegen hem zei: ‘Nu begrijp ik hoe u zich voelde!’ Job was alles kwijtgeraakt: zijn gezin, zijn gezondheid en zijn bezittingen. Ik was alleen materiële dingen kwijtgeraakt. Mijn familie was bij me en we waren allemaal gezond. Op dat moment besefte ik dat het eigenlijk nog wel meeviel en voelde ik me beter.

Op 14 maart hoorden we dat het een groep was gelukt om de stad uit te komen. Toen besloten ook wij te gaan. Het lukte ons om vervoer te vinden samen met anderen in het theater.

Een konvooi van 20 voertuigen verliet de stad. We zaten met z’n veertienen op elkaar gepropt achterin een bestelbus. Tijdens de reis vielen er overal om ons heen bommen. Ik bad de hele tijd. Toen we Marioepol uit waren, stopte de chauffeur, stapte uit de bestelbus en barstte in tranen uit. Hij had alle landmijnen kunnen ontwijken die over de weg verspreid lagen. Twee dagen na onze vlucht werd het theater gebombardeerd, waarbij minstens 300 personen omkwamen.

Na 13 uur bereikten we Zaporizja. De volgende ochtend gingen we aan boord van een trein naar Lviv. We zaten met z’n zestienen in een vierpersoons coupé. Het was er heel warm. Ik stond bijna de hele reis in de buurt van de uitgang, omdat alleen daar nog frisse lucht was. Op 16 maart kwamen we aan in Lviv, waar we hartelijk verwelkomd werden door onze lieve broeders en zusters. De volgende vier dagen werden we opgevangen in een Koninkrijkszaal. Ik was tot tranen toe geroerd door de zorg die de broeders en zusters ons gaven. Dit was een cadeau van Jehovah.

Op 19 maart besloten we Oekraïne te verlaten en naar Polen te gaan. Daar werden mijn oma, mijn moeder, mijn neefje en ik opnieuw verwelkomd door mede-Getuigen. Ze gaven ons alles wat we nodig hadden. We werden omringd met liefde.

Ik ben nog maar 19, maar door de gebeurtenissen van de afgelopen tijd heb ik geleerd hoe belangrijk het is om aan je geloof te bouwen zolang de omstandigheden gunstig zijn. Geloof helpt je te overleven. Als ik vóór de oorlog geen persoonlijke studie had gedaan, was het veel zwaarder voor me geweest.

Jehovah is een zorgzame God. Het voelde steeds alsof hij me bij m’n rechterhand had gepakt en me de hele reis leidde. Ik kan Jehovah niet genoeg bedanken voor alles wat hij voor me heeft gedaan (Jesaja 41:10).