Doorgaan naar inhoud

31 OKTOBER 2019
OEKRAÏNE

Uitspraak EHRM maakt het mogelijk Koninkrijkszaal te bouwen in Oekraïne

Uitspraak EHRM maakt het mogelijk Koninkrijkszaal te bouwen in Oekraïne

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft op 3 september 2019 een uitspraak gepubliceerd in het voordeel van Jehovah’s Getuigen in de stad Kryvy Rih (Oekraïne). Het Hof oordeelde dat de gemeenteraad van Kryvy Rih zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk onthouden van een bouwvergunning voor een Koninkrijkszaal.

Broeders in Kryvy Rih (Oekraïne), op de plek waar ze van plan waren een Koninkrijkszaal te bouwen

Volgens de uitspraak van de Kamer moet de gemeenteraad de twee gemeenten van Jehovah’s Getuigen die het terrein in eigendom hebben, omgerekend 7000 euro betalen voor geleden schade en juridische kosten. De gemeente is schuldig bevonden aan het overtreden van internationale wetgeving — artikel 9 (dat de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst beschermt) en artikel 1 van Protocol nr. 1 (dat het recht op eigendom garandeert) van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De regering van Oekraïne heeft drie maanden de tijd om de uitspraak van de Kamer aan te vechten door in beroep te gaan bij de Grote Kamer van het EHRM.

Het is nu meer dan 15 jaar geleden dat de twee gemeenten van Jehovah’s Getuigen in Kryvy Rih voor het eerst een bouwvergunning aanvroegen voor een Koninkrijkszaal. Op 9 augustus 2004 hadden ze een woongebouw aangekocht op een stuk land dat werd beheerd door de stad en een aanvraag gedaan voor een pachtovereenkomst van vijf jaar om er een Koninkrijkszaal op te zetten. De gemeenteraad gaf op 28 september 2005 zijn eerste goedkeuring. Daarnaast herinnerde de gemeenteraad onze broeders eraan dat ze hun bouwplannen moesten laten inspecteren door bepaalde overheidsbureaus om de uiteindelijke vergunning te krijgen die nodig was om met de bouw te beginnen.

De plannen werden uitgewerkt en goedgekeurd door alle bevoegde autoriteiten en vervolgens op 23 augustus 2006 voor definitieve goedkeuring ingediend bij de gemeenteraad. Hoewel de gemeenteraad wettelijk verplicht is om binnen een maand een besluit te nemen, is er nooit een reactie op de aanvraag van de broeders gekomen. Zelfs nadat een regionale rechtbank had bevestigd dat de werkwijze van de gemeenteraad onwettig was, weigerde de raad nog steeds definitieve toestemming te verlenen. Toen verdere juridische procedures ook niets opleverden, dienden de broeders op 13 april 2010 een klacht in bij het EHRM.

We zijn blij dat het EHRM ten gunste van onze broeders in Kryvy Rih heeft beslist. We bidden dat de uitspraak van het EHRM het voor onze broeders makkelijker zal maken Koninkrijkszalen te bouwen in landen waar die vrijheid beperkt is (Psalm 118:5-9).