Doorgaan naar inhoud

28 AUGUSTUS 2015
OEKRAÏNE

Hooggerechtshof van Oekraïne bevestigt recht op dienstweigering tijdens mobilisatie

Hooggerechtshof van Oekraïne bevestigt recht op dienstweigering tijdens mobilisatie

Het hooggerechtshof van Oekraïne heeft bevestigd dat gewetensbezwaarden zelfs in tijden van oorlog en onrust in het land recht hebben op vervangende dienst. Deze uitspraak heeft verstrekkende gevolgen voor de mensenrechten in Oekraïne en in andere landen.

Vitaliy Shalaiko, een Getuige van Jehovah, werd beschuldigd van dienstplichtontduiking tijdens mobilisatie omdat hij om vervangende dienst verzocht had toen hij opgeroepen werd voor het leger. Hij werd twee keer vrijgesproken: bij de eerste rechtszitting en later ook in beroep. Maar de aanklager ging in cassatie bij het hooggerechtshof van Oekraïne. Op 23 juni 2015 verklaarde het hooggerechtshof het hoger beroep ongegrond en maakte daarmee de uitspraken van de lagere rechters definitief.

Het hooggerechtshof bevestigde dat ‘de rechter die de zaak in behandeling had genomen volkomen terecht verwezen had naar de toepasselijke bepalingen van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens en de uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens’. Het hooggerechtshof was het er ook mee eens dat de rechter de zaak Bayatyan v. Armenia aangewend heeft. In deze zaak werd op 7 juli 2011 uitspraak gedaan door de Grote Kamer van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. In deze belangrijke uitspraak werd bepaald dat dienstweigering op grond van oprechte geloofsovertuiging onder de bescherming van artikel 9 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens valt. In de zaak van Vitaliy Shalaiko heeft het hooggerechtshof van Oekraïne duidelijk gemaakt dat de rechten van gewetensbezwaarden beschermd worden, niet alleen bij routinematige oproepen voor militaire dienst maar ook als een land in staat van mobilisatie verkeert. De uitspraak van het hooggerechtshof is definitief. Het is niet mogelijk om daartegen in beroep te gaan.

Deze definitieve uitspraak was een enorme opluchting voor Shalaiko. Hij zegt: ‘Ik begrijp dat mijn land door mobilisatie voor de veiligheid van zijn burgers wil zorgen. Hoewel mijn geweten mij niet toestaat in militaire dienst te gaan, ben ik wel bereid mijn deel te doen door vervangende dienst te verrichten. Ik ben dankbaar dat de rechters erkend hebben dat mijn dienstweigering gebaseerd is op mijn oprechte geloofsovertuiging.’

Een uitspraak waar velen voordeel van hebben

Tijdens de mobilisatie in Oekraïne hebben duizenden Getuigen van Jehovah te maken gehad met de neutraliteitskwestie. Degenen die strafrechtelijk vervolgd zijn wegens dienstplichtontduiking kunnen zich nu beroepen op het juridische precedent dat door Shalaiko’s zaak geschapen is.

Shalaiko’s advocaat, Vadim Karpov, merkte op: ‘Eenvoudig gezegd, legt het hooggerechtshof uit dat Shalaiko, als Getuige van Jehovah, niet vervolgd kon worden voor dienstweigering. Aangezien Oekraïne een land is dat verdeeld is door oorlog en instabiliteit, is het veelzeggend dat de grondbeginselen van het internationaal recht op godsdienstvrijheid en vrijheid van geweten toegepast zijn.’

Oekraïne geeft het voorbeeld in het respecteren van mensenrechten

Rechters in Oekraïne hebben erkend dat dienstweigering vanwege gewetensbezwaren een fundamenteel mensenrecht is, dat zelfs tijdens mobilisatie beschermd moet worden. Het is geen plichtsverzuim uit eigenbelang en ook geen bedreiging voor de nationale belangen en veiligheid. Het hooggerechtshof heeft de uitspraken van lagere rechters bevestigd en daarmee de mensenrechten voor alle Oekraïners gehandhaafd. Oekraïne heeft een voorbeeld gegeven aan landen waar gewetensbezwaarden die dienst weigeren strafrechtelijk vervolgd worden.