Doorgaan naar inhoud

7 OKTOBER 2015
OOSTENRIJK

Gedenkplaat onthuld voor geëxecuteerde Oostenrijkse Getuige

Gedenkplaat onthuld voor geëxecuteerde Oostenrijkse Getuige

Gabriele Votava, hoofd van het district Meidling (Wenen), houdt de onthullingstoespraak.

WENEN — Op 13 mei 2015 waren zo’n 400 personen aanwezig bij de onthulling van een gedenkplaat die opgedragen is aan Gerhard Steinacher, een Getuige van Jehovah. Hij werd 75 jaar geleden door de nazi’s geëxecuteerd omdat hij weigerde zich bij het Duitse leger aan te sluiten. Gabriele Votava, hoofd van het district Meidling, was de hoofdspreker bij de onthulling die langs de kant van de weg gedaan werd. De gedenkplaat is bevestigd aan het voormalige huis van de familie Steinacher, in Meidling (Wenen), aan de Lägenfeldgasse 68.

De herdenking had het thema ‘Ik kan gewoon niet schieten’, genomen uit Steinachers verzoek om gratie. Die eenvoudige woorden spreken boekdelen over zijn christelijke waarden, waaronder Jezus’ uitspraak in Mattheüs 19:19: ‘Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf.’

Als jongere onderzocht Gerhard de Bijbel al. Hij was 17 toen hij besloot een van Jehovah’s Getuigen te worden. Op 15 september 1939 werd Steinacher gearresteerd voor dienstweigering op grond van gewetensbezwaren en omdat hij weigerde trouw te zweren aan Hitler. Nadat hij zes weken gevangen had gezeten in Wenen, kwam hij in voorarrest in de gevangenis van Moabit in Berlijn.

Op 11 november 1939, de eerste dag van zijn eerste verhoor, werd Steinacher beschuldigd van het ondermijnen van de oorlogsinspanningen en werd hij ter dood veroordeeld. Hij verzocht om gratie op basis van zijn geloofsovertuiging. Maar op 2 maart 1940 hield de Reichskriegsgericht (de krijgsraad) vast aan de doodstraf. Vier weken later, op 30 maart, werd Steinacher in de beruchte gevangenis Berlijn-Plötzensee onthoofd. Hij was 19 jaar oud.

Na de onthulling van de gedenkplaat ging de ceremonie verder in het nabijgelegen Volkshochschule Theater. Een van de onderdelen was een tentoonstelling over de geschiedenis van de familie Steinacher. Er stond ook een kleine doos, gevonden in 1976, met daarin 28 brieven die Ignatz en Luise Steinacher aan hun zoon Gerhard hadden geschreven toen hij in de gevangenis zat. Verder zaten er 25 kaarten en brieven in die Gerhard had geschreven om zijn ouders te troosten en zijn vertrouwen te uiten in de religie die ze deelden.

Toen Gerhards moeder, Luise, in 1976 stierf, werd deze doos met brieven en kaarten bij de familie Steinacher thuis gevonden.

De Wiener Bezirkszeitung, een wekelijkse Weense krant, beschreef de ceremonie als een ‘bijzondere herdenking’ die Steinachers moedige daden ‘uit de schaduw en in het licht’ brachten. Het artikel prees Steinacher verder door te zeggen: ‘Hij was bereid voor zijn principes te sterven — dezelfde principes waar hij voor leefde.’

Persvoorlichters:

Internationaal: J.R. Brown, Office of Public Information, tel. +1 718 560 5000

Oostenrijk: Johann Zimmermann, tel. +43 1 804 53 45

Duitsland: Wolfram Slupina, tel. +49 6483 41 3110