Doorgaan naar inhoud

21 JANUARI 2015
POLEN

Overlevenden Auschwitz herdenken bevrijding 70 jaar geleden, ook Jehovah’s Getuigen herdacht

Overlevenden Auschwitz herdenken bevrijding 70 jaar geleden, ook Jehovah’s Getuigen herdacht

Warschau (Polen) — Op 27 januari 2015 zullen duizenden personen herdenken dat Auschwitz, een concentratie- en vernietigingskamp van nazi-Duitsland, zeventig jaar geleden werd bevrijd. Dit beruchte kamp, dat voornamelijk gebruikt werd om raciale groepen waarop de nazi’s het gemunt hadden uit te roeien, was ook een instrument om Jehovah’s Getuigen van verschillende nationaliteiten, onder wie Duitsers, te vervolgen.

De herdenking wordt georganiseerd door het staatsmuseum Auschwitz-Birkenau en het internationale comité van Auschwitz. Hierbij zal Bronisław Komorowski, de president van Polen, aanwezig zijn. Verschillende landen uit de hele wereld zullen officiële regeringsdelegaties sturen. De herdenking zal ook live via internet te volgen zijn.

Auschwitz ligt in de buitenwijken van Oświęcim, een Poolse stad die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s werd geannexeerd. Dit Duitse concentratiekamp, waar in juni 1940 zo’n 700 Poolse gevangenen aankwamen, groeide al snel uit tot een gigantisch complex met meer dan veertig kampen en nevenkampen. In de vier gaskamers van Auschwitz-Birkenau kwamen wel 20.000 mensen per dag om. In de bijna vijf jaar dat het kamp in gebruik was, werden minstens 1,1 miljoen mensen, onder wie 400 Getuigen van Jehovah, naar Auschwitz gedeporteerd.

Op de website van het staatsmuseum Auschwitz-Birkenau staat: ‘Afgezien van enkele vermeldingen in brieven wordt in publicaties over de geschiedenis van het concentratiekamp Auschwitz geen melding gemaakt van Jehovah’s Getuigen (in de archieven van het kamp aangeduid met Bijbelonderzoekers) die gevangenzaten wegens hun religieuze overtuiging. Deze gevangenen verdienen meer erkenning vanwege de manier waarop ze erin geslaagd zijn onder de omstandigheden in de kampen aan hun morele principes vast te houden.’ Uit museumarchieven blijkt dat Jehovah’s Getuigen bij de eerste gevangenen zaten die naar Auschwitz werden gestuurd. Van de honderden Getuigen die daar terechtkwamen, is ruim 35 procent er om het leven gekomen.

Andrzej Szalbot (gevangene–IBV 108703). Werd in 1943 vanwege principiële dienstweigering gearresteerd en naar Auschwitz gestuurd.

De naziregering richtte al in 1933 haar pijlen op Jehovah’s Getuigen en verbood de organisatie in heel Duitsland. De morele waarden en activiteiten van de Getuigen pasten niet in de nazi-ideologie. De Getuigen weigerden bijvoorbeeld de verplichte Hitlergroet te brengen omdat ze vonden dat ze met dit eerbetoon aan Hitler hun God zouden verraden. Ze weigerden ook werkzaamheden te doen die met het leger verband hielden, een standpunt waarmee ze volgens het regime toonden dat ze tegen de staat waren. ‘Militaire dienst weigeren, betekende dat je naar een concentratiekamp werd gestuurd’, legt Andrzej Szalbot uit. Hij werd in 1943, toen hij nog maar negentien jaar oud was, opgepakt en naar Auschwitz getransporteerd. De Getuigen kregen te horen dat ze onmiddellijk vrijgelaten zouden worden als ze een document ondertekenden waarmee ze afstand deden van hun lidmaatschap van de organisatie en waarin ze verklaarden dat de leerstellingen ervan verkeerd waren. Szalbot weigerde te ondertekenen.

De Getuigen werd onmiddellijke vrijlating beloofd als ze hun geloof zouden afzweren door een verklaring te ondertekenen zoals deze.

In officiële documenten van de nazi’s wordt naar Jehovah’s Getuigen verwezen met de afkorting ‘IBV’, die staat voor Internationale Bibelforscher-Vereinigung (Internationale Bijbel­onderzoekers­vereniging), destijds de officiële Duitse naam van hun organisatie. De nazi’s eisten dat de Getuigen op hun uniform een paarse driehoek droegen. Aan dit symbool konden de Getuigen in het kamp hun geloofsgenoten herkennen. Elke avond kwamen ze vóór het appèl bijeen om elkaar aan te moedigen. Ook spraken ze in het geheim over de Bijbel met medegevangenen die onder de indruk waren van hun vriendelijkheid en geloof. Een aantal van hen zijn in Auschwitz Getuige van Jehovah geworden.

Op zaterdagochtend 27 januari 1945 arriveerde het Rode Leger van de Sovjet-Unie in Oświęcim. Om drie uur ’s middags hadden de Sovjetlegers zo’n 7000 gevangenen bevrijd uit Auschwitz I, Auschwitz II (Birkenau) en Auschwitz III (Monowitz).

Stanisław Zając. Kwam op 16 februari 1943 in Auschwitz aan.

Stanisław Zając, een Getuige van Jehovah, was een van de tienduizenden die gedwongen werden om in afwachting van de komst van het Rode Leger de kampen te verlaten. Zając en zo’n 3200 andere gevangenen vertrokken uit het nevenkamp Jaworzno en ploeterden drie dagen door de diepe sneeuw naar Blechhammer, een afgelegen nevenkamp van Auschwitz in het bos. Volgens een schatting hebben nog geen 2000 personen deze beruchte dodenmars overleefd. Zając beschreef wat er gebeurde toen hij en andere gevangenen zich daarna in het kamp verborgen hielden: ‘We hoorden tanks voorbijkomen, maar niemand had de moed om te gaan kijken bij welk leger die hoorden. De volgende ochtend bleek dat ze van de Russen waren (...) De grote open plek in het bos stroomde vol met Russische soldaten en zo kwam er een eind aan mijn nachtmerrie van het concentratiekamp.’

Op 27 januari 2015 zullen er in verschillende steden in de wereld conferenties en tentoonstellingen gehouden worden die te maken hebben met de bevrijding van Auschwitz, nu zeventig jaar geleden.

Persvoorlichters:

Internationaal: J.R. Brown, Office of Public Information, tel. +1 718 560 5000

Duitsland: Wolfram Slupina, tel. +49 6483 41 3110

Polen: Ryszard Jabłoński, tel. +48 608 555 097