In juni 2020 werd Rodna (Transsylvanië, Roemenië) getroffen door zware regenval en overstromingen. Zes huizen van broeders en zusters raakten beschadigd. Op 27 juni 2020 trof de kringopziener in Rodna samen met plaatselijke ouderlingen regelingen voor noodzakelijke hulpverlening door 25 broeders en zusters uit drie buurgemeenten. a De hulpverlening werd opgemerkt door de burgemeester van Rodna, die er in de lokale media een compliment voor gaf.

Rodna ligt in een dal met veel rivieren. De overstromende rivieren hadden veel modder achtergelaten, waardoor het dorp bijna onbereikbaar was. Eén zuster woonde in een gebied waar de burgemeester en zijn team moeite hadden om de modder en het afval te verwijderen. De Getuigen hielpen mee om de weg vrij te maken, zodat ze het huis van die zuster konden schoonmaken. Zo hielpen ze ook de burgemeester en zijn team.

Later prees de burgemeester de Getuigen in een interview op een lokale tv-zender. Hij zei: ‘Ik wil een bijzonder voorbeeld noemen dat me echt heeft geraakt. (...) Op de eerste dag werkten we met een kiepauto en een graafmachine, maar we kregen het werk niet gedaan. De ravage was te groot. De volgende dag werden we geholpen (...) door meer dan 30 [personen], vrijwilligers van Jehovah’s Getuigen. Tegen de avond was het werk klaar.’ Hij besloot: ‘Deze mensen hebben geholpen om dat gebied weer netjes te maken. Ik ben ze allemaal dankbaar!’

De burgemeester plaatste ook een bericht op een website waarin hij tegen de broeders en zusters zei: ‘Mag Jehovah jullie allemaal vanuit de hemel zegenen en jullie een lang leven, gezondheid en veel succes geven!’

Deze ervaring is een van de vele voorbeelden van hoe ons goede gedrag onze hemelse Vader eert (1 Petrus 2:12).