Doorgaan naar inhoud

Juli 2019: Russische agenten met wapens en een sloophamer tijdens een van de 31 invallen in Nizjni Novgorod

7 AUGUSTUS 2019
RUSLAND

Al meer dan 600 invallen in huizen van Getuigen in Rusland

Al meer dan 600 invallen in huizen van Getuigen in Rusland

De afgelopen anderhalf jaar hebben lokale politieagenten en agenten van de federale veiligheidsdienst (FSB) invallen gedaan in 613 huizen van onze broeders en zusters in Rusland. Vanaf januari 2019 zijn dat er 332 — meer dan de 281 in heel 2018.

Vooral de laatste paar maanden was de vervolging hevig. In juni waren er 71 invallen en in juli 68 — een enorme stijging vergeleken met het gemiddelde van 23,4 invallen per maand in 2018.

Russische agenten doen een inval in een huis in Nizjni Novgorod

De invallen volgen een vast patroon. Gemaskerde en zwaarbewapende agenten bestormen een huis of flat. Als ze eenmaal binnen zijn, richten ze soms vuurwapens op het gezicht van Getuigen, inclusief ouderen en kinderen, alsof het geharde, gevaarlijke criminelen zijn. Verschillende experts zijn het dan ook eens met dr. Derek H. Davis, voormalig directeur van het J.M. Dawson Institute of Church-State Studies van de Baylor-universiteit, die zei: ‘Ruslands agressieve vervolging van een vreedzame groep als de Jehovah’s Getuigen is pas echt “extreem”.’

Helaas is met het aantal invallen ook het aantal strafzaken tegen onze broeders en zusters gestegen. Op dit moment worden 244 broeders en zusters in Rusland en op de Krim strafrechtelijk vervolgd. Dat is ruim een verdubbeling ten opzichte van de 110 lopende rechtszaken in december 2018. Van de 244 broeders en zusters tegen wie een rechtszaak loopt, zitten 39 in de gevangenis, staan 27 onder huisarrest en hebben meer dan 100 te maken met andere beperkingen van hun bewegingsvrijheid.

Hoewel deze aanvallen op onze broeders en zusters onverminderd doorgaan, ‘raken we door die beproevingen niet van slag’. We vinden het aanmoedigend te horen dat onze broeders en zusters trouw blijven volharden. We loven en danken Jehovah dat hij onze vele gebeden voor hen verhoort en we hebben het volste vertrouwen dat hij dat zal blijven doen (1 Thessalonicenzen 3:3, 7).