Doorgaan naar inhoud

Anna Lochvitskaja bij de rechtbank in oktober 2020

25 FEBRUARI 2021
RUSLAND

Anna Lochvitskaja hangt veroordeling boven het hoofd; man en schoonmoeder ook aangeklaagd

Anna Lochvitskaja hangt veroordeling boven het hoofd; man en schoonmoeder ook aangeklaagd

UPDATE | Russisch gerechtshof wijst hoger beroep af

Op 16 december 2021 heeft het gerechtshof van de Joodse Autonome Oblast het beroep van zuster Anna Lochvitskaja afgewezen. Ze hoeft op dit moment niet naar de gevangenis.

Op 20 juli 2021 veroordeelde de rechtbank van Birobidzjan (Joodse Autonome Oblast) Anna tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van tweeënhalf jaar.

Profiel

Anna Lochvitskaja

  • Geboren: 1993 (Birobidzjan)

  • Achtergrond: Opgevoed door haar moeder, die haar leerde volgens Bijbelse normen te leven. In 2012 gedoopt. Werd een bekwame naaister. In 2018 met Artoer getrouwd. Ze houden van vissen, reizen en volleyballen

Voorgeschiedenis

Op 6 februari 2020 werd Anna, net als vijf andere zusters, door de Russische autoriteiten in Birobidzjan aangeklaagd voor ‘extremistische’ activiteiten. In de regio werden in totaal 19 zaken begonnen tegen Getuigen van Jehovah, waaronder Anna’s man, Artoer, en haar schoonmoeder, Irina.

De strafzaken hebben voor veel problemen gezorgd voor dit jonge stel. Ze mogen niet reizen, hun bankrekening is geblokkeerd en ze hebben maar beperkt toegang tot openbare diensten. Door dit alles is Anna emotioneel uitgeput geraakt, waarvoor ze soms medische behandeling nodig had.

Er zijn verschillende dingen die haar hebben geholpen. Ze zegt: ‘De liedjes van de broadcast bieden emotionele steun. Ze helpen me niet alleen te ontspannen maar ook de juiste kijk op bepaalde situaties te ontwikkelen. En nog iets dat me helpt positief te blijven is regelmatige lichaamsbeweging.’

Daarnaast proberen Anna en Artoer zich meer te focussen op de behoeften van anderen dan die van zichzelf. ‘We hebben het doel om elke maand cadeautjes aan anderen te geven, al zijn ze maar klein. We proberen aan anderen te denken en niet alleen maar aan onze eigen problemen.’

In afwachting van de uitspraak beziet Anna haar situatie ‘als een prachtige gelegenheid om via haar daden haar trouw aan Jehovah te tonen’ (Psalm 18:25).