Op 3 juni 2021 veroordeelde de rechtbank van het stadsdeel Indoestrialny in Koersk een echtpaar en drie broeders. Broeder Andrejev en broeder Rysjkov werden veroordeeld tot respectievelijk vierenhalf jaar en drie jaar gevangenisstraf. Broeder en zuster Bagratjan werden veroordeeld tot respectievelijk tweeënhalf jaar en twee jaar gevangenisstraf. Broeder Vospitanjoek, die aan deze zaak was toegevoegd, werd veroordeeld tot twee jaar proeftijd met aanvullende beperkingen.

Andrej Andrejev

• Geboren: 1976 (Koersk)

• Achtergrond: In 1999 met Svetlana getrouwd. Hebben twee dochters. Kreeg interesse voor de Bijbel toen hij over de vervulling van Bijbelse profetieën leerde. In 2002 gedoopt

Alevtina Bagratjan

• Geboren: 1977 (Koersk)

• Achtergrond: Hield als kind van kunst. Begon al jong de Bijbel te onderzoeken. In 1997 gedoopt. In 2012 met Artjom getrouwd. Heeft als kapster gewerkt en daarnaast ook voor haar moeder gezorgd

Artjom Bagratjan

• Geboren: 1972 (Abovjan, Armenië)

• Achtergrond: Van Armenië naar Rusland geëmigreerd. Ontmoette Alevtina in Koersk. Ze houden allebei van de natuur. In 2000 gedoopt

Andrej Rysjkov

• Geboren: 1987 (Koersk)

• Achtergrond: Vader stierf toen Andrej nog jong was. Bracht een groot deel van zijn jeugd met zijn opa door omdat zijn moeder twee banen had. Kreeg interesse voor de Bijbel nadat hij antwoorden had gevonden op vragen die hem jaren hadden dwarsgezeten. In 2011 gedoopt. In 2016 met Marina getrouwd. Heeft als klusjesman gewerkt

Op 16 oktober 2019 deden agenten van de Federale Veiligheidsdienst (FSB) massaal invallen in woningen van Getuigen in Koersk en ondervroegen velen van hen. Dit leidde tot de arrestatie van Andrej Andrejev en de familie Bagratjan. Op 21 januari 2020 werd ook broeder Rysjkov gearresteerd. Alevtina Bagratjan werd op 17 december 2020 vrijgelaten na meer dan 13 maanden in voorarrest. Ze staat nu onder huisarrest. De drie broeders zitten nog steeds in het detentiecentrum.

Artjom Bagratjan heeft diabetes. Alevtina zegt over de periode dat zij en haar man in afzonderlijke cellen zaten: ‘Lange tijd wist ik niet hoe het met hem ging, of zijn gezondheid achteruitging. Ik miste hem enorm.’

Alevtina bleef erop vertrouwen dat Jehovah voor haar en de broeders zou zorgen terwijl ze vastzaten. Ze zegt: ‘[Jehovah] heeft me altijd gesterkt. Ik weet dat hij dat zal blijven doen. Ik heb alle vertrouwen in hem.’

We zijn ervan overtuigd dat Jehovah tijdens deze beproeving een sterke toren zal blijven voor onze drie broeders en onze zuster (Spreuken 18:10).