Op maandag 27 januari 2020 zal de rechtbank van Karpinsk naar verwachting uitspraak doen in de zaak tegen de zusters Venera en Darja Doelova en broeder Aleksandr Prjanikov. De aanklager heeft drie jaar voorwaardelijke gevangenisstraf geëist voor broeder Prjanikov en zuster Venera Doelova en twee jaar voorwaardelijk voor zuster Darja Doelova.

Op 19 april 2016 praatten broeder Prjanikov en zuster Venera Doelova met een man over de Bijbel. Een familielid van de man beschuldigde broeder Prjanikov en zuster Doelova van diefstal en belde de politie. Ze werden beiden meegenomen naar het politiebureau, waar hun vingerafdrukken werden afgenomen en hun lectuur in beslag werd genomen.

Op basis van dat incident werden ze meer dan twee jaar later opnieuw gearresteerd en ondervraagd. Hun telefoons en andere persoonlijke documenten werden in beslag genomen. De politiecommissaris gaf een theologiedocent de opdracht om de informatie op de telefoons van broeder Prjanikov en zuster Doelova te onderzoeken. In zijn rapport van 15 bladzijden concludeerde de docent dat op de telefoons de leerstellingen van Jehovah’s Getuigen stonden. Voornamelijk op die basis werd er een strafzaak geopend. Vervolgens beval de rechtbank van Karpinsk om hun huizen te doorzoeken.

Tijdens de huiszoeking in de flat van zuster Doelova namen de agenten apparatuur, boeken en foto’s mee. Haar dochter van 18, Darja, werd ondervraagd. De agenten doorzochten ook het huis van hun familie en de flat van broeder Prjanikov.

In de ochtend van 16 april 2019 deden drie FSB-agenten, een opsporingsambtenaar en twee andere agenten opnieuw een inval in het huis van broeder Prjanikov. Ze namen apparatuur en andere persoonlijke bezittingen mee.

Op 23 juli 2019 werd zuster Darja Doelova opgeroepen voor ondervraging als verdachte in de strafzaak tegen haar moeder en broeder Prjanikov. Ze werden alle drie aangeklaagd, en in september 2019 begon het gerechtelijk onderzoek.

Voor deze drie Getuigen en onze bijna 300 andere broeders en zusters die in Rusland strafrechtelijk vervolgd worden of gevangenzitten, bidden we vol vertrouwen: ‘Mag de God die hoop geeft, jullie alle vreugde en vrede geven doordat jullie op hem vertrouwen, zodat jullie hoop overvloedig zal zijn door kracht van heilige geest’ (Romeinen 15:13).