7 MAART 2022
RUSLAND
Europees Hof voor de Rechten van de Mens zegt dat Rusland grondrechten en vrijheden van Jehovah’s Getuigen heeft geschonden
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft op 22 februari 2022 twee uitspraken gedaan ten gunste van 15 Jehovah’s Getuigen. Het ging om incidenten waarbij agenten broeders en zusters mishandelden tijdens huiszoekingen die plaatsvonden tussen 2010 en 2012. In de uitspraken wordt geoordeeld dat Rusland het grondrecht op godsdienstvrijheid van onze broeders en zusters heeft geschonden. Rusland heeft de opdracht gekregen om in totaal ruim 99.000 euro schadevergoeding te betalen. De uitspraken zijn definitief en er kan dus geen beroep worden aangetekend.
De twee uitspraken waren van toepassing op zes zaken tegen Rusland. a In die zaken werd de rechtsgeldigheid van huiszoekingsbevelen in twijfel getrokken die ertoe leidden dat Russische autoriteiten meerdere woningen van Getuigen en een Koninkrijkszaal binnenvielen, twee zusters die waren gearresteerd voor prediken fouilleerden en persoonlijke bezittingen in beslag namen. In sommige gevallen was de huiszoeking uitgevoerd door gemaskerde en zwaarbewapende FSB-agenten die onze broeders en zusters op een gewelddadige manier behandelden.
André Carbonneau, een internationale mensenrechtenadvocaat die door het juridische team was geconsulteerd, sprak over het belang van de uitspraken. Hij legde uit dat de uitspraken ‘een belangrijk precedent scheppen, waarbij wordt vastgesteld dat Rusland ten onrechte en onwettig invallen heeft gedaan in de woningen van Jehovah’s Getuigen, waaronder de 1700 invallen die sinds het verbod in 2017 hebben plaatsgevonden. Nu worden nieuwe huiszoekingen die alleen maar worden uitgevoerd omdat iemand een van Jehovah’s Getuigen is, als illegaal beschouwd en als een schending van het Europees Verdrag.’ Verder zei hij: ‘Het is veelzeggend dat het Hof de Russische autoriteiten heeft veroordeeld voor het verstoren van het evangeliseren van deur tot deur. Dat toont aan dat het EHRM evangeliseren ziet als een religieuze activiteit waarmee de autoriteiten zich niet mogen bemoeien.’
Hoewel de twee uitspraken niet ingaan op de onderdrukking van Jehovah’s Getuigen in Rusland, bereiden ze wel de weg voor toekomstige uitspraken over het verbod op onze organisatie. Er zijn meer dan 60 andere zaken in verband met Jehovah’s Getuigen in Rusland bij het EHRM in behandeling. We hopen dat deze twee positieve uitspraken een voorproefje zijn van de uitspraken in die andere zaken.
We zijn heel blij dat mensenrechteninstanties de vastberaden oprechtheid van onze broeders en zusters in Rusland erkennen. De uitspraken bewijzen dat Jehovah de pogingen om trouw zijn naam te verdedigen en zijn soevereiniteit hoog te houden, zegent (Psalm 26:11).
a De zes zaken waren: Chavychalova v. Russia, Cheprunovy and Others v. Russia, Novakovskaya v. Russia, Ogorodnikov and Others v. Russia, Pekshuyev and Others v. Russia en Zharinova v. Russia.