Doorgaan naar inhoud

Paleis de Hofburg in Wenen (Oostenrijk), waar de Permanente Raad van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) op 12 maart 2020 over de vervolging van Jehovah’s Getuigen sprak

1 MEI 2020
RUSLAND

Europese autoriteiten veroordelen vervolging Jehovah’s Getuigen in Rusland

Europese autoriteiten veroordelen vervolging Jehovah’s Getuigen in Rusland

Op 12 maart 2020 werd de vervolging en marteling van onze broeders en zusters in Rusland sterk veroordeeld door meer dan 30 Europese landen. Deze internationale kritiek op Rusland werd geuit tijdens een bijeenkomst georganiseerd door de Permanente Raad van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). De OVSE ziet onder andere toe op de bescherming van mensenrechten.

In een gezamenlijke verklaring voor de Permanente Raad van de OVSE zeiden de 27 lidstaten van de Europese Unie (EU) en nog 6 staten die geen lid zijn: ‘De Europese Unie vindt de situatie van Jehovah’s Getuigen in Rusland nog steeds erg zorgelijk. Ze hebben tot op de dag van vandaag te maken met systematische vervolging, waaronder invallen in huizen, willekeurige detenties, strafrechtelijke onderzoeken en gevangenisstraffen van soms wel zeven jaar. Bovendien maken we ons ernstig zorgen over recente specifieke berichten over de marteling en mishandeling van verschillende Getuigen van Jehovah in de gevangenis of vóór hun arrestatie door bewakers of politieagenten.’

De Britse OVSE-ambassadeur Neil Bush zei in zijn toespraak voor de Permanente Raad: ‘De uitspraak van het Russische Hooggerechtshof in juli 2017, die het beroep van Jehovah’s Getuigen tegen de aanduiding “extremisten” verwierp, criminaliseerde de vreedzame aanbidding van 175.000 Russische burgers en was in strijd met het recht op godsdienstvrijheid dat is vastgelegd in de Russische Grondwet en in meerdere afspraken van de OVSE.’ Hij vervolgde: ‘Sinds die uitspraak zagen we een toename in het aantal gevangenzettingen, strafrechtelijke onderzoeken en rechtsvervolgingen van Jehovah’s Getuigen in heel Rusland. We maken ons eveneens ernstig zorgen over de beschuldigingen van marteling en mishandeling van Jehovah’s Getuigen.’

Een van de incidenten die door Europese functionarissen werden genoemd, was de afranseling van vijf Getuigen op 6 februari 2020. Cipiers van Strafkolonie nr. 1 sloegen de broeders Aleksej Boedentsjoek, Gennadi German, Roman Gridasov, Feliks Machammadiëv en Aleksej Miretski in elkaar. ‘Ze liepen allemaal verwondingen op, en één van hen [Feliks Machammadiëv] moest in het ziekenhuis worden opgenomen’, meldde de EU-delegatie. ‘Bovendien werd op 10 februari 2020 Vadim Koetsenko gemarteld voordat hij in voorlopige hechtenis werd genomen. Politieagenten sloegen hem herhaaldelijk, verstikten hem bijna en dienden elektroshocks toe. Ondertussen eisten ze dat hij informatie over andere Getuigen van Jehovah zou geven.’

De EU-delegatie liet uitkomen dat ‘marteling en mishandeling behoren tot de meest grove schendingen van mensenrechten, menselijke integriteit en menselijke waardigheid. Mishandeling schendt internationale mensenrechtenverdragen, met name het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het VN-verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing; allemaal verdragen waarbij de Russische Federatie partij is.’

Verder merkten de Europese leiders op dat de gewelddadigheden die tegen Getuigen van Jehovah in Rusland zijn gepleegd, lijnrecht ingaan tegen de garantie die de Russische Federatie aan de Permanente Raad had gegeven dat onze broeders en zusters vrij zijn om in het land hun geloof uit te oefenen.

De EU-delegatie verklaarde: ‘Op 20 april 2017 werden het bestuurscentrum van Jehovah’s Getuigen en alle plaatselijke rechtspersonen door het Hooggerechtshof van de Russische Federatie verboden op grond van “extremisme”. Hierna hebben we de Russische delegatie meer dan eens in [zittingen van] de Permanente Raad horen beweren dat Jehovah’s Getuigen nu en in de toekomst vrij zijn om hun geloof uit te oefenen en dat vrijheid van godsdienst of overtuiging gegarandeerd wordt. Toch blijven we talrijke berichten horen over Jehovah’s Getuigen die te maken hebben met invallen in huizen, willekeurige detenties en strafrechtelijke onderzoeken.’

De EU-leiders merkten op dat ‘er sinds de opheffing van alle plaatselijke religieuze organisaties van Jehovah’s Getuigen in Rusland, naar verluidt 869 huiszoekingen zijn gedaan, 26 personen in voorarrest en 23 onder huisarrest zijn geplaatst, 316 personen in staat van beschuldiging zijn gesteld en 29 personen reeds zijn veroordeeld.’

‘Uit bovenstaande cijfers blijkt duidelijk dat voor Getuigen van Jehovah elke uiting van hun geloof kan resulteren in een huiszoeking, langdurige detentie, strafvervolging en gevangenzetting. De schaal waarop de huiszoekingen zijn gedaan, waaronder een aantal invallen op dezelfde dag en in dezelfde stad, geeft de indruk van een georganiseerde campagne van vervolging tegen Jehovah’s Getuigen’, zegt Neil Bush.

Ook deskundigen op het gebied van religieuze vrijheid hebben de behandeling van onze broeders en zusters in Rusland veroordeeld. Dr. Gudrun Kugler, een Australische advocaat, politicus en rooms-katholiek theoloog, zei over de verklaring van de EU-delegatie: ‘De situatie is drastisch achteruitgegaan sinds Jehovah’s Getuigen in Rusland in april 2017 werden verboden. (...) Alle veroordelingen van Jehovah’s Getuigen in Rusland zijn gebaseerd op de anti-extremismewet, die door mensenrechtenorganisaties bekritiseerd is als “vaag en veel te ruim omschreven”. Alleen al het feit dat iemand een van Jehovah’s Getuigen is en zijn geloof thuis uitoefent, is al voldoende om volgens artikel 282.2 veroordeeld te worden tot gevangenisstraf. (...) De wrede vervolging van Jehovah’s Getuigen en andere religieuze minderheden in Rusland moet stoppen!’

Rusland en alle OVSE-lidstaten ‘hebben de verplichting om effectieve maatregelen te nemen om martelingen te voorkomen, personen die zich daaraan schuldig maken strafrechtelijk te vervolgen, de slachtoffers ervan te vinden en ervoor te zorgen dat ze schadevergoeding krijgen’, merkte de EU-delegatie op. ‘Daarom doen we een beroep op de Russische Federatie om onmiddellijk een effectief en grondig onderzoek in te stellen naar alle berichten van zulke gewelddadigheden, zodat iedereen die daar verantwoordelijk voor is of erbij betrokken is gestraft kan worden. (...) We doen een beroep op de autoriteiten om alle aanklachten in te trekken tegen personen die onterecht vervolgd of gevangengezet zijn vanwege het uitoefenen van hun mensenrechten. We doen een beroep op de Russische Federatie om zich te houden aan de internationale mensenrechtenverdragen, om respect te tonen zowel voor de vrijheid van meningsuiting, vereniging, vreedzame vergadering, godsdienst en overtuiging als voor de rechten van personen die tot minderheden behoren, en om een eerlijke berechting te garanderen.’

Ongeacht of Rusland op de internationale kritiek zal reageren door religieuze vrijheid te respecteren, weten we dat Jehovah onze broeders en zusters in Rusland zal blijven helpen geduldig en moedig te volharden tot er recht wordt gedaan aan de onderdrukten (Psalm 10:18).