Op 23 maart 2020 hebben agenten van de Federale Veiligheidsdienst (FSB) in de Chabarovsk-regio (Rusland) de woning overhoop gehaald van broeder Igor Avramenko, zes dagen na zijn dood door hartfalen. Hoewel de rechercheurs een huiszoekingsbevel hadden waarop de naam van broeder Avramenko vermeld was, namen ze een computer, een camera en verschillende andere spullen in beslag die eigendom zijn van zijn weduwe, Jelena.

Eerder die dag was zuster Avramenko onder politiebegeleiding van haar werk naar haar huis gebracht, waar de hoofdrechercheur, Stanislav Grebjonkin, haar opwachtte met het huiszoekingsbevel. Zuster Avramenko vertelde Grebjonkin dat haar man was overleden. Hij was daarvan op de hoogte, maar hij rechtvaardigde de inval door aan te geven dat de autoriteiten het bevel hadden uitgevaardigd voordat bekend was dat Igor Avramenko was overleden.

De rechercheur verzekerde zuster Avramenko ervan dat agenten haar woning vluchtig zouden inspecteren en beweerde dat dit noodzakelijk was om ‘de zaak snel te sluiten, zodat het dossier in de [FSB-]archieven opgeborgen kon worden’. Maar daarna begonnen ze haar huis ondersteboven te keren.

In de Chabarovsk-regio lopen er strafzaken tegen tien Getuigen. Hoewel autoriteiten aanhoudend hebben geprobeerd onze broeders en zusters in Rusland van hun geloof af te brengen, weten we dat hun ‘kracht zal liggen in kalmte en vertrouwen’ in onze liefdevolle Vader, Jehovah (Jesaja 30:15).