Op 13 augustus 2019 gaf het gerechtshof in de stad Kirov opdracht het huisarrest van broeder Andrej Soevorkov (26) op te heffen. Hoewel broeder Soevorkov meer vrijheid heeft gekregen, loopt er nog steeds een strafzaak tegen hem.

Zoals eerder bericht, werd broeder Soevorkov samen met zijn stiefvader en drie andere broeders gearresteerd toen de plaatselijke politie en gemaskerde speciale eenheden op 9 oktober 2018 invallen deden in 19 woningen.

Broeder Soevorkov zegt over de inval in zijn woning: ‘Veel van onze waardevolle spullen werden in beslag genomen. Maar mijn vrouw en ik maakten ons er niet druk om, want we hebben altijd geprobeerd ons leven eenvoudig te houden en ons niet te veel aan materiële dingen te hechten. De raad in Mattheüs 6:21, “waar je schat is, daar zal ook je hart zijn”, hielp ons om rustig te blijven.’

Na de invallen werden er strafzaken aangespannen tegen broeder Soevorkov, zijn stiefvader en de drie andere broeders vanwege het zingen van Koninkrijksliederen, het bestuderen van religieuze publicaties en het bezit van een exemplaar van de Russische Nieuwewereldvertaling. Ze werden allemaal vastgehouden in een tijdelijk detentiecentrum totdat een rechtbank besloten had of ze zouden worden vrijgelaten of in voorarrest zouden worden geplaatst.

Broeder Soevorkov beschrijft wat hij heeft meegemaakt: ‘Ik verbleef twee nachten in een tijdelijk detentiecentrum. In het begin bad ik onophoudelijk. Ik wist zeker dat Jehovah me hoorde en me zou steunen. Ik herinnerde me melodieën van Koninkrijksliederen en zong die. Uiteindelijk kon ik me meer dan 50 melodieën met de tekst ervan herinneren.’

De rechtbank besloot broeder Soevorkov en de anderen in voorarrest te plaatsen. De eerste week van zijn gevangenschap focuste broeder Soevorkov zich op het helpen van anderen. Hij vertelt: ‘Ik besloot in mijn gebeden broeders en zusters bij naam te noemen en aanmoedigende brieven te schrijven aan personen van wie ik het adres nog wist. Dat gaf me vreugde’ (Handelingen 20:35).

Na een paar maanden werd de gevangenschap van al de broeders behalve Andrzej Oniszczuk omgezet naar huisarrest. Broeder Soevorkov is de eerste van de broeders uit Kirov van wie het huisarrest is opgeheven.

Hij zegt: ‘Als ik terugkijk ben ik erg blij dat ik deze ervaring in de gevangenis heb meegemaakt. (...) Ik weet niet wat de toekomst brengt en of ik weer gevangengezet word. Ik heb nu het vertrouwen dat ik de steun van Jehovah en zijn organisatie zal krijgen, zelfs als ik in de gevangenis zit. Wat ik niet heb, is de angst om gevangengezet te worden.’