12 APRIL 2021
RUSLAND
International Memorial houdt wetenschappelijke conferentie over Sovjetdeportatie van Jehovah’s Getuigen naar Siberië 70 jaar geleden
Enkele dagen na een persconferentie in Moskou op 1 april 2021, waarbij werd herdacht dat Jehovah’s Getuigen 70 jaar geleden naar Siberië werden verbannen, nodigde International Memorial een aantal Russische geleerden en mensenrechtenactivisten uit voor een wetenschappelijke conferentie op 6 april. De sprekers bespraken niet alleen de deportatie in 1951 (door de Sovjets Operatie Noord genoemd), maar ook de langdurige vervolging die Jehovah’s Getuigen in Rusland hebben moeten verduren.
Operatie Noord werd georganiseerd door het Sovjetministerie van Staatsveiligheid (MGB). Begin 1951 schreef het MGB een memo aan Stalin, leider van de Sovjet-Unie, waarin onder meer stond: ‘Om verdere anti-Sovjetactiviteiten van de ondergrondse Jehovisten te onderdrukken, acht het MGB van de USSR het noodzakelijk, naast het arresteren van de leiders van de Jehovistensekte, om mensen die als Jehovist bekendstaan met hun gezin vanuit Oekraïne, Wit-Rusland, Moldavië, Letland, Litouwen en Estland naar de oblasten Irkoetsk en Tomsk te verbannen.’ In totaal werden bijna 10.000 personen, meer dan 3000 gezinnen, verbannen. Het was de grootste religieuze deportatie in de geschiedenis van de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken (USSR).
Aleksandr Goerjanov, voorzitter van de conferentie, zei in zijn openingswoorden: ‘Deze religieuze groep (...) wordt nog steeds vervolgd, wat de bespreking van vandaag over de geschiedenis van Operatie Noord nog relevanter maakt.’
Pavel Poljan is historicus, geograaf en specialist op het gebied van gedwongen migraties in de USSR. Hij sprak over de geschiedenis van Jehovah’s Getuigen in de Sovjet-Unie en legde uit wat een van de redenen voor de deportatie was. Eind jaren 40 en begin jaren 50 begon het MGB te merken dat Jehovah’s Getuigen zeer georganiseerd waren. Poljan voegde eraan toe: ‘[Jehovah’s Getuigen] zijn uitstekende zendelingen, iets wat de atheïstische overheid niet beviel.’
Valeri Borsjtsjov, mensenrechtenactivist en medevoorzitter van de Moskou Helsinki Groep, vertelde dat Sovjetautoriteiten Jehovah’s Getuigen via propaganda en andere misleidende methoden probeerden te ‘heropvoeden’. Na verloop van tijd ‘beseften de commissarissen [van religieuze zaken] dat dit alles niet werkte’, zei Borsjtsjov. ‘We moeten het Jehovah’s Getuigen nageven: ze waren onwrikbaar.’
Sergej Davidis, raadslid van het mensenrechtencentrum van International Memorial en hoofd van het project voor steun aan politieke gevangenen, besprak de toenemende vervolging van Jehovah’s Getuigen in Rusland sinds 1998. Hij zei dat het besluit van het Hooggerechtshof in april 2017 om de rechtspersonen van Jehovah’s Getuigen te ontbinden grotendeels was gebaseerd op de beschuldiging dat Jehovah’s Getuigen beweerden religieus superieur te zijn aan andere religieuze groepen. Davidis zei: ‘Het moge duidelijk zijn dat dit een bizarre beschuldiging is. Elke gelovige is ervan overtuigd dat zijn geloofsovertuiging vergeleken met andere geloofsbelijdenissen de juiste is.’
Broeder Jaroslav Sivoelski, een woordvoerder van de European Association of Jehovah’s Witnesses, sprak over de uitdagingen waarmee Getuigen in Siberië te maken hadden. Zijn ouders hadden hem daarover verteld. Sommige gezinnen hadden geen plek om te wonen en moesten zien te overleven in het koude Siberische bos. Broeders en zusters groeven grotachtige schuilplaatsen. Ze moesten daar maandenlang met hun gezin in overleven, totdat er permanentere woonruimte was gebouwd. In die tijd hadden ze soms alleen maar brandnetels en boomschors te eten. Velen stierven van de honger of door ziekte.
Broeder Sivoelski merkte op dat de reden waarom Rusland de Getuigen nu vervolgt niet anders is dan bij de deportatie in 1951. De autoriteiten beschouwen de politieke neutraliteit van de Getuigen ten onrechte als het niet erkennen van staatsgezag. Ze nemen daarbij niet in aanmerking dat de Getuigen bekendstaan om hun respectvolle gedrag ten opzichte van autoriteit en als wetgetrouwe en hardwerkende mensen.
Aleksandr Goerjanov, voorzitter van de conferentie, sloot af met enkele opmerkingen over de huidige situatie in Rusland. Hij zei: ‘De overheid is bijzonder verbitterd als het gaat om deze specifieke religie.’ Alle aanwezigen werden eraan herinnerd dat de geschiedenis zich 70 jaar na de deportatie aan het herhalen is. Wetgetrouwe inwoners worden weer bestempeld als criminelen, puur op basis van hun grondwettelijk beschermde geloofsovertuiging.
Een opname van de bijeenkomst is online beschikbaar (alleen in het Russisch).